Impact groot van stranden interim-classes
„Tjonge, wat is de impact hiervan groot”, verzucht een afgevaardigde geschokt, als vrijdagmiddag de vergadering van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) is afgesloten. Zijn gevoelen leeft breed.
Tijd: kort na 17.00 uur. Plaats: Oenenburgkerk, Nunspeet. Afgevaardigden geven elkaar vrijdag, na afsluiting van de zittingsweek van de generale synode van de CGK, een hand. Kloppen elkaar op de schouder en zuchten. De stemming is bedrukt, nu het plan van de commissie toekomst kerkverband om gemeenten met vrouwen in het ambt onder te brengen in zogeheten interim-classes is gesneuveld. Er is onvoldoende draagvlak voor. De commissie trok haar plan in.
Het intrekken van het voorstel vindt plaats na een intensieve vergaderdag, die ’s morgens om 9.15 uur begon. De hele morgen en middag spraken de 52 afgevaardigden uitvoerig over het plan van de commissie toekomst kerkverband. ’s Morgens voerden maar liefst 31 afgevaardigden het woord. In hun bijdragen viel op dat met name gemeenten met een meer progressieve signatuur het model van de interim-classes een kans wilden geven. Of daar zelfs, zoals afgevaardigde W. Hijmissen in een schriftelijke bijdrage, een warm pleidooi voor voerden.
Spelregels
Onder meer ds. J. Nutma en ds. R. Bikker bekritiseerden het moderamen vanwege de door zijn afgekondigde eis dat het plan van de interim-classes alleen verder uitgewerkt kon worden als 80 procent van de afgevaardigden dit zou steunen. Voor ds. Bikker voelde dit als „de spelregels veranderen tijdens de wedstrijd”. Wat als de stemming zou blijven steken op 79 procent? „Dit lijkt op willekeur”, aldus ds. Bikker. „Waarom nu wel deze norm aanleggen en bij die andere belangrijke stemming, woensdag, over het al dan niet honoreren van de revisieverzoeken, niet? Ik proef hier een wens om iets te controleren. Komt dat voort uit geloof, hoop en vertrouwen? Moeten we het niet meer loslaten en aan de Heere overlaten?”
Een rij sprekers uit gemeenten met een meer behoudend karakter gaf daarentegen aan het model van de commissie „niet te kunnen dragen”. Zo stelde ds. H.C. Bezemer het model om principiële redenen niet te kunnen steunen, onder meer omdat hij zich wel degelijk verantwoordelijk voelt voor bijvoorbeeld gemeenten die homoseksuele relaties accepteren. Ook merkte hij op dat zijns inziens de oorzaak van alle verdeeldheid in de CGK níét is dat er onvoldoende met elkaar gepraat en naar elkaar geluisterd is. „Er is juist heel veel gepraat en geluisterd. Het punt is dat we het in fundamentele zaken niet met elkaar eens zijn.”
Tunnelvisie
In die lijn sprak ook afgevaardigde D. Schaafsma. Hij had, zei hij, „grote moeite” met het interim-model, onder meer omdat hierin volgens hem geen ruimte is voor tucht. „Het kan niet waar zijn dat gemeenten niet meer verantwoordelijk zijn voor de zonde en ongehoorzaamheid van gemeenten in interim-classes.” Ouderling Schaafsma zag bij de commissie „een tunnelvisie, die alle bezwaren tegen het model terzijde schuift.”
„De verschillen in ons kerkverband zijn zó groot”, zei de ambtsdrager, „dat we geen andere weg kunnen inslaan dan die van afstand van elkaar nemen.” Laat het interim-model los, adviseerde hij de commissie, „zodat we in alle voorzichtigheid kunnen spreken over een model dat meer recht doet aan onze afspraken. Die weg is onvermijdelijk en noodzakelijk.”
Ds. W.J. van Gent vroeg zich af hoe veilig het Woord is „in onze kerken”. De predikant denkt niet dat het commissierapport de kerken zal helpen. „Dit vraagt ons dát te verdragen waarover de synode heeft uitgesproken dat het niet volgens de Schrift is.”
Diepste oorzaak
Ds. J. de Bruin gaf aan dat zijns inziens de diepste oorzaak van alle spanningen in het kerkverband hierin bestaat „dat we in de CGK niet meer dezelfde volle Christus prediken”. „Ik sta hier voor de eer van mijn Koning”, zei de predikant, die de commissie toekomst kerkverband dringend verzocht haar voorstel in te trekken. Later zei preses ds. Buijs daarover overigens dat die uitspraak een aantal synodeleden „pijnlijk getroffen” had, waarna, zei hij, „ds. De Bruin die woorden heeft teruggenomen”.
In veel bijdragen ontbrak de emotie niet. Zo uitte ds. A.C. van der Wekken de hartenkreet dat „veel, heel veel mensen in het land het niet begrijpen. Zij snappen niet dat als Christus het al zo lang met ons uithoudt, wij het niet met elkaar kunnen uithouden. Dat wij niet meer met elkaar avondmaal kunnen houden.”
Ds. D. van der Wal vroeg aan de commissie hoe die de situatie in het kerkverband nu eigenlijk taxeert: „Gaan we als CGK scheuren? Zíjn we aan het scheuren? Of moeten we misschien zeggen dat we al gescheurd zijn?”
Ontkenningsfase
Ds. A. van der Zwan verwees in zijn bijdrage naar de psychiater Elisabeth Kübler-Ross, die zegt dat mensen bij het naderen van „iets onvermijdelijks” in een vast patroon van vijf fasen reageren. „Eerst is er ontkenning, dan volgt de fase van onderhandeling, dan van boosheid, dan van depressie en ten slotte van berusting.” Zijns inziens bevindt een deel van de kerken zich nog in de ontkennings- of de onderhandelingsfase. Net als een aantal eerdere sprekers vroeg ds. Van der Zwan de commissie toekomst kerkverband haar voorstel in te trekken.
Wat ten langen leste, vrijdagmiddag, ook gebeurde.