Ds. Nicodemus Ude: „Als het Gods wil is dat ik na veertig jaar werk in de Nigeria Reformed Church stop, dan is het goed.” beeld Cees van der Wal
Mens & samenlevingHet gesprek

Ds. Nicodemus Ude overleefde kidnap en moordaanslag, maar kan niet terug naar Nigeria

Op wonderlijke wijze ontsnapte hij aan een ontvoering en een moordaanslag. Terug naar zijn gemeente en zijn leerlingen kan de Nigeriaanse predikant en schooldirecteur ds. Nicodemus Ude (60) nu niet. Welk pad voorligt, is onbekend. „Ik zou graag nog een poosje in de kerk werken, maar de Heere weet wat goed is.”

31 January 2025 14:26

Een tweekapper aan de zuidrand van Dordrecht, eigendom van een echtpaar dat voor een tijdje in het buitenland verblijft, is het tijdelijke Nederlandse verblijf van de familie Ude. „Op een wonderlijke manier is in onze woonruimte voorzien”, zegt predikantsvrouw Marieke Ude-den Hollander, afkomstig uit het Zeeuwse Aagtekerke. Ze leerde haar man kennen toen ze in het Nigeriaanse Izi-gebied werkte als onderwijsondersteuner voor Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG).

Op de grijze decemberochtend van het interview ijsbeert ds. Ude, predikant in de uit het werk van ZGG voortgekomen Nigeria Reformed Church (NRC), door de woonkamer. Het Reformatorisch Dagblad kent hij een beetje, via zijn vrouw. Vóór het digitale tijdperk kwam er elke maand via DHL een pakket uitgeknipte voorpagina’s van de afgelopen maand naar de Nigeriaanse zendingswerkers toe. Op de achterkant, pagina 2, stond toen nog het volledige kerknieuws. Zo bleef het team op de hoogte van de belangrijkste gebeurtenissen in Nederland.

Toen het jaar 2024 begon, was het niet de bedoeling dat het echtpaar de volgende jaarwisseling in Dordrecht zou doorbrengen. Maar op 19 januari van dat jaar pleegden misdadigers bij hem thuis een aanslag op zijn leven. Tevergeefs. Uit een kast pakt Marieke Ude een laptop: een kogelgat van bijna een centimeter doorsnee gaapt in het scherm. De aanvallers schoten vanaf buiten en zagen blijkbaar niet dat ds. Ude op dat moment niet achter zijn bureau zat.

Negen maanden eerder was hij al ontvoerd. Hij kwam vrij en bleef op zijn post, hoewel de politie dat afraadde. Dat deden de agenten opnieuw, dringend, na de moordaanslag. Terugkeer naar huis was geen optie meer. De reeds geplande promotie van ds. Ude aan de Ebonyi State University in Nigeria ging nog wel door. Acht jaar onderzoek naar de belofte van het nieuwe verbond uit Jeremia 31:31-34 werd in maart bekroond met de graad van doctor in de theologie.

Zijn vrouw vertrok na de aanslag naar Nederland en geeft inmiddels godsdienstlessen op het Hoornbeeck College. Ds. Ude zelf kwam later vorig jaar hierheen met een tijdelijk bezoekersvisum, na op verschillende andere plaatsen te hebben verbleven. De ontvoering en de aanslag, evenals dat hij zich vanwege blijvende dreiging steeds moest verschuilen, schokten ds. Ude zo dat hij zelfs een tijdlang niet in staat was te preken. Dat kan hij nu wel weer.

U bent getraumatiseerd door wat er gebeurde. Kunt u inmiddels praten over de ontvoering en de aanslag?

„Jawel, maar niet te veel in de diepte, want het is emotioneel en niet gemakkelijk.

De kidnap vond plaats toen ik, eerder dan mijn gezin, naar de kerk wilde gaan voor de zondagsschool, die voorafging aan de kerkdienst. De ontvoerders wachtten me op bij de ingang van mijn compound. Bij een wegsplitsing blokkeerden ze mijn auto. Ze kwamen hun auto uit en zeiden: „Je staat onder arrest.” Ik zei: „Nee, jullie zijn de politie niet.” Ze begonnen me te slaan, duwden me terug mijn auto in en namen het stuur over. Ik zat achterin tussen twee ontvoerders met geladen AK-47-geweren.

„Ik zat achter in mijn auto tussen twee ontvoerders met geladen AK-47-geweren”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

Ik riep luid. De mensen in de omgeving werden gealarmeerd en begonnen te bellen. De leden van mijn gemeente gingen niet naar de kerk, maar kwamen naar mijn compound om te bidden.”

Marieke Ude: „Ik was binnen, maar hoorde allemaal mensen buiten continu bidden: „Heere, verwar hen, verwar hen in hun gedachten.” Het eerste wat mijn man zei toen ik hem weer sprak via de telefoon, was: „De ontvoerders raakten in de war.””

Ds. Ude: „Ze wilden mij niet via de stad, maar via het platteland naar een bepaalde plek brengen. Maar toen ze een dorp binnenkwamen, wisten ze daar de weg niet meer. Het was het dorp van de man die ze hadden meegenomen om de weg te wijzen. God verhoorde het gebed dus meteen. De ontvoerders begonnen onderling te ruziën en zeiden tegen elkaar: „Dit gebeurt, omdat deze man onschuldig is.”

Ze reden wel een uur rond. In dat dorp hebben wij ook een gemeente. De leden daarvan waren inmiddels geïnformeerd en begonnen wegen te blokkeren. Toen de aanvallers dat zagen, reden ze een weg in waar je met de auto niet verder kunt. Toen lieten ze mij in mijn auto achter en gingen met hun eigen auto terug. Toen ze ontdekten dat veel mensen op de been waren en mij zochten, lieten ze ook hun eigen auto achter en vluchtten de struiken in.”

Ds. Ude trouwde in 1995 met de Zeeuwse Marieke den Hollander. beeld Cees van der Wal

Het echtpaar raakt niet uitgepraat over opmerkelijke voorvallen tijdens de kidnap. Dat ds. Ude zijn telefoon vergeten was, zodat de ontvoerders die niet konden gebruiken om misleidende informatie te verspreiden; dat een kerkganger een lekke band kreeg en tijdens zijn vertraging gebeld werd over de ontvoering, zodat hij anderen kon waarschuwen; dat de ontvoerders hun geladen wapens niet gebruikten.

Dat geldt ook voor het verhaal van de moordaanslag, negen maanden later. De familie Ude zat op de bewuste vrijdagavond in de woonkamer voor de dagelijkse ”family worship” toen ze geweerschoten hoorden. De laptop van ds. Ude stond nog opengeklapt op zijn bureau in de studeerkamer, wachtend op zijn terugkeer na de dagsluiting. Die was juist deze avond, vanwege bezoek, wat later afgelopen. De kogels doorzeefden de laptop en zijn boeken in plaats van ds. Ude zelf.

Weet u iets over het motief van de daders van beide gebeurtenissen?

„Nee. Ik ken de mensen niet die het hebben gedaan. Eerst dachten we dat het om geld te doen was, maar na de tweede keer was het duidelijk dat het om mijn leven ging.”

„Toen ik echt christen werd, wierpen ze me uit de familie”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

U groeide op in een heidense omgeving. Uit wat voor gezin komt u?

„Mijn vader was een polygamist. Hij had zeven vrouwen. Mijn moeder had zeven kinderen. Ik ben de jongste. Mijn vader stierf zes maanden na mijn geboorte, mijn moeder toen ik een jaar of zeventien was.

Ik ging naar de Bijbelschool van de zendingskerk in Izi met de bedoeling werk te kunnen krijgen. Mijn gezin steunde dat, maar toen ik echt christen werd, wierpen ze me uit de familie. Dat was pijnlijk. Vanaf toen sliep ik in de Bijbelschool. Later verbleef ik bij evangelist Emmanuel Ede.

Mijn vier zussen werden later een voor een christen. Mijn oudste broer is nooit christen geworden, de broer bij wie ik opgroeide wel. Doordat ik bij hem opgroeide, is mijn achternaam Ude ook naar hem genoemd. Dat is in onze cultuur gebruikelijk. Van de zeven kinderen uit ons gezin leven alleen deze broer en ikzelf nog.”

Waar komt uw Bijbelse voornaam Nicodemus vandaan?

„Die koos ik toen ik op de basisschool zat. Die had een rooms-katholieke achtergrond, al begreep ik niet veel van de Bijbellessen daar. Het was daar gebruikelijk om een extra naam te kiezen naast je Izi-naam en dat was vaak een Bijbelse naam.”

„Ik was benieuwd geworden naar de waarheden van de Bijbel; die raakten me”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

Hoe kwam u in contact met de werkers van ZGG?

„Ik schreef een brief aan Johan Commelin of ik in de zendingskliniek mocht werken. Maar kort daarna bleek hij vertrokken te zijn. Sommigen zeiden toen dat ik er misschien zou mogen werken als ik eerst de Bijbelschool bezocht. Hielke Visser, die later door een auto-ongeluk stierf, en Tom Moerdyk uit Amerika gaven daar les.

Lezen en schrijven had ik op de basisschool al geleerd, dus de lessen waren vaak saai voor mij. Daarom kreeg ik vaak andere opdrachten. Ik moest bijvoorbeeld de ”Kerkgeschiedenis” van Joh. Vreugdenhil lezen.

Na een halfjaar zeiden mensen tegen me: „Nu kun je wel solliciteren in de kliniek.” „Nee”, zei ik, „ik vind het hier fijn.” Ik was benieuwd geworden naar de waarheden van de Bijbel; die raakten me.”

beeld Cees van der Wal

En hoe kwam u tot persoonlijk geloof?

„Dat is een lang verhaal. In 1981 werd ik door ds. A. Elshout gedoopt. Daarop kreeg ik strijd in mijn hart. Ik schreef een brief aan ds. Elshout: „Vóór de doop ervoer ik geen problemen, maar nu denk ik dat ik nooit gedoopt had moeten worden.” Hij zei: „Ik heb je er niet toe gedwongen. Praat met de lokale voorgangers.” Toen heb ik veel avonden gepraat met evangelist Nico van Steensel, vaak tot middernacht. Hij gaf me bijvoorbeeld de boeken ”Wedergeboorte” en ”Heiligmaking” van J.C. Ryle.

Ik wist dat ik een zondaar was en vergeving nodig had. Ik wist ook in mijn hart dat ik de Heere liefhad. Maar ik voelde altijd dat mijn geestelijke gevoelens niet diep genoeg waren. Ik was bang mezelf te bedriegen. De zendingswerkers wezen me op Christus, maar dan bleef ik zeggen: „Ja maar, ik moet dit toch voelen, en dat.”

Toen ik voor mijn oogprobleem naar een ziekenhuis moest, vroeg een vrouw naar mijn naam: Nicodemus. „O, ben je wedergeboren?” vroeg ze. „Dat weet ik niet”, zei ik. Ze was geschokt: „Je gaat toch naar de kerk?” Ik werd verwezen naar een ziekenhuis in Kano en overnachtte in Jos. Daar bezocht ik een pinksterkerk, waar je na de dienst kon blijven als je geestelijke problemen had. De voorganger bad met mij het zondaarsgebed en zei: „Schrijf maar in je dagboek dat je vandaag wedergeboren bent.” Maar ik wist dat dit de oplossing niet was.

„Vanaf dat moment begreep ik dat het niet om mijn gevoelens gaat, maar om Christus en Christus alleen”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

Rond die tijd bezocht ik ds. Elshout in Den Haag. Hij deed de lamp in zijn appartement uit en vroeg: „Kun je iets zien?” „Nee”, zei ik. Toen deed hij de lamp steeds iets verder aan; het was voor het eerst in mijn leven dat ik zo’n dimmer zag. Uiteindelijk was het licht heel helder en kon ik alles zien. „Zo gaat het in het hart van een kind van God”, zei hij. „Als het donker is, zie je niets. Ook niet dat je een probleem hebt. Maar als het licht van de Heilige Geest komt, ga je je zorgen maken. Als je geestelijke moeilijkheden hebt, is dat eerder een teken dat je wel een kind van God bent dan dat je dat niet bent.” Dat hielp me.

Later bezocht ik in Nigeria een conferentie van christelijke studenten. Na de lezing kon je geestelijke problemen bespreken. Ik ging naar een persoon die aan mij was toegewezen. „Wat is er?” vroeg hij. „Heb je de Heere lief?” „Ja, maar ik denk ik dat ik mezelf bedrieg, dat mijn gevoelens niet diep genoeg zijn.” Wat hij zei, raakte me: „Hier is de Bijbel. Laat me de tekst zien die zegt hoe diep je zondebesef moet zijn voordat het echt is.” Ik realiseerde me: dat is waar, de Bijbel zegt niet hoe diep je gevoelens moeten zijn. Vanaf dat moment begreep ik opeens dat het niet om mijn gevoel gaat, maar om Christus en Christus alleen.”

Curatorium

Na het afronden van de Bijbelschool in 1983 werd Nicodemus Ude gevraagd om vertaler Reinier de Blois te gaan helpen bij de vertaling van het Oude Testament in het Izi. Dat deed hij tot 1994, de laatste jaren parttime vanwege zijn opleiding tot leraar. Daarna werd hij de eerste directeur van de zojuist gestarte John Calvin Christian School voor voortgezet onderwijs in Oswanka, voortgekomen uit de NRC. Inmiddels telt deze school 640 leerlingen van 12 tot 18 jaar, inclusief een afdeling voor beroepsonderwijs.

Drie keer meldde Ude zich bij het curatorium van de NRC om predikant te worden. Twee keer werd hij afgewezen. „De eerste keer wezen ze me af omdat ik niet bereid was de doop en het avondmaal te bedienen. Dat was te heilig voor mij.” Toen hij in 1996, een jaar na zijn huwelijk met Marieke, wel werd aangenomen, stopte hij als schooldirecteur. Na de predikantsopleiding diende hij verschillende gemeenten, grotendeels naast het directeurschap van de school, dat hij in 2003 op verzoek van de NRC opnieuw oppakte.

„Ik houd erg van de geschriften van Wilhelmus à Brakel”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

Van 2010 tot 2015 studeerde u theologie aan het Puritan Theological Reformed Seminary in Grand Rapids. Daar maakte u intensief kennis met de gereformeerde theologie. Wie is uw favoriete auteur?

„In Grand Rapids woonde ik colleges bij van dr. Joel Beeke. Dat was zo leerzaam. Hij schreef een gereformeerde systematische theologie in vier delen, die heel goed is.

Ik houd ook erg van de geschriften van Wilhelmus à Brakel. Zijn boek ”De Redelijke Godsdienst” is heel pastoraal en helpt me als predikant.”

In 2007 discussieerde de synode van de Gereformeerde Gemeenten (GG) over de vraag of predikanten uit de zendingskerken in Papoea en Nigeria op Nederlandse kansels mochten voorgaan. Hoe ervoer u die bespreking?

„Ik was toen aanwezig namens de NRC. Ik heb het niet als negatief ervaren. Als de kerk in Nederland zeker wil weten dat we geen ander Evangelie brengen, dan is dat precies wat een kerk behoort te doen. Sommige kerken in Nigeria heten een voorganger met een onbekende achtergrond gemakkelijk welkom op hun preekstoel. Maar zo’n persoon kan met één preek vernietigen wat je in jaren hebt opgebouwd.

Ook is het een legitieme vraag hoe de Nederlandse kerkmensen het zullen ervaren als een preek op de preekstoel wordt vertaald.”

Ervoer u het niet als pijnlijk dat de GG aarzelde u toe te laten op de preekstoel, terwijl u juist door hun zendingswerkers was opgeleid?

„Niet alle mensen uit Nederland zijn op het zendingsveld geweest, slechts een paar. Ze konden niet weten of de Nigerianen wel goed hadden begrepen wat hun geleerd was.

Bovendien moet het geen show worden. Zo van: dit is iemand van het zendingsveld. De preekstoel is de plaats waar het Woord verkondigd wordt. Daarom is het goed als de kerk er eerst zeker van is dat de gemeenten het goed vinden. Zo kijk ik ernaar, ook al heb ik er op die synode wel voor gepleit dat wij, als de kinderen van de Nederlandse kerk, mochten voorgaan.

De voorzitter van de synode, ds. J.J. van Eckeveld, deed een zeer wijze uitspraak. Hij zei: „Broeders, laten we er nog over denken.” Zo kon hij meer werk doen op de achtergrond in plaats van een besluit doordrukken. Enkele maanden later ging de synode hartelijk akkoord.”

Lachend: „Een jaar later was ik de eerste predikant uit Nigeria die op de preekstoel stond, in Woerden bij ds. W. Harinck.”

Wat is uw grootste zorgpunt als u kijkt naar de Nederlandse kerken?

„De predikanten hier hebben een grondiger kennis van de Schrift dan bij ons. Maar zoals er zorgen zijn in Nigeria, zijn die er hier ook. Jongelui verlaten bijvoorbeeld de leer van de kerk, door secularisatie. Misschien moeten we meer voor hen bidden.

„De kerken in Nederland hebben veel activiteiten, maar ze zouden zich meer moeten richten op de buitenwereld”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

De kerken in Nederland hebben veel activiteiten, maar ze zouden zich meer moeten richten op de buitenwereld. In Nederland werkt het niet als je op straat tegen iemand zegt: „Laat mij je het Evangelie verkondigen.” In Nigeria is dat heel anders. Als ik ’s ochtends mijn Bijbel meeneem en de straat op ga, bereik ik veel mensen. Dan zeg ik: „Wacht, ik heb je iets te zeggen.” En dan geeft die persoon je tien, vijftien minuten. Maar als je in Nederland iemand tegenhoudt, zegt hij: „Ga aan de kant.”

Daarom moeten we andere manieren zoeken, zoals een inloophuis openen, waar mensen koffie kunnen drinken en boekjes lezen. Als iemand dan binnenkomt, staat die persoon open voor gesprek.

Dat zou ik willen zeggen tegen de Nederlandse kerken. Niet dat ik het beter weet, hoor.”

Ds. Ude: „Het is een legitieme vraag hoe de Nederlandse kerkmensen het zullen ervaren als een preek op de preekstoel wordt vertaald.” beeld Cees van der Wal

Nederlandse zendelingen brachten het Evangelie in Nigeria. Ze namen ook culturele gewoonten mee. Konden die altijd worden ingepast in het Izi-gebied?

„Ik zou niet willen zeggen dat ze culturele gewoonten hebben opgelegd. Alleen, veel zaken uit de gereformeerde traditie zijn in Nederland al zo geworteld, dat ze er goed passen. In Nigeria komen die soms in conflict met wat de maatschappij gewend is.

Hier is het op zondag zo dat je naar de kerk gaat, daarna thuiskomt en verder niets doet. Maar in Nigeria is het heel gebruikelijk om bijvoorbeeld een geboorteceremonie te hebben na de kerkdienst. De hele familie wil de geboorte nog thuis vieren, nadat het kind in de kerk gedoopt is. Zelfs als je als voorganger zegt: „Dat doen we niet”, gaan de gemeenteleden toch.

„Ik wacht op de Heere, maar het liefste zou ik doorgaan met het werk in de kerk”Ds. Nicodemus Ude, predikant uit Nigeria

Het is ook moeilijk om de catechismuspreek in de avonddienst in Nigeria te laten wortelen. Daarom heb ik in mijn laatste twee gemeenten een zondagsschool opgezet, voorafgaand aan de ochtenddienst, om acht uur ’s ochtends. Daarin legden we in 20 à 25 minuten de Heidelbergse Catechismus uit. Dat deden we in kleine groepen, waarbij elke ouderling een groep voor zijn rekening nam. Mensen konden daarna ook vragen stellen. Op de donderdag ervoor kwamen de ouderlingen bij mij, waarbij ik ze de catechismus uitlegde. Daardoor verbeterde ook hun eigen prediking.

Toen we de Heidelbergse Catechismus uit hadden, hebben we de ”Christenreis” van John Bunyan behandeld. Dat boek sprak de mensen erg aan, omdat ze in Afrika leren door verhalen.”

Nu bent u tegen wil en dank in Nederland. Hoe ziet uw toekomst eruit?

„De Nigeriaanse overheid en politie adviseren me om mijn werk in de kerk niet weer op te pakken. Ik heb de NRC gevraagd om iemand anders aan te stellen als hoofd van de school. Ook heb ik in november aan de generale synode emeritaat aangevraagd.

Of ik nooit terug kan naar Nigeria, weet ik niet, maar ondertussen is het wel zo dat ik er nú niet heen kan. Ik moet wachten op de Heere, of Hij me roept om op een andere plaats werk te doen. Als het Zijn wil is dat ik na veertig jaar werk in de NRC stop, dan is het goed. Ik wacht, maar het liefste zou ik doorgaan met het werk in de kerk, want het is te vroeg voor mij om elke dag thuis te blijven, ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds te eten en verder niets te doen. Ik bid ervoor.”

beeld Cees van der Wal

Wat drijft iemand in zijn of haar leven? Hoe is hij of zij gevormd? In deze rubriek een persoonlijk interview met een meer of minder bekend persoon uit de breedte van de samenleving. Deze aflevering: ds. Nicodemus Ude. Volgende week: Ad de Waard.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer