BinnenlandRotterdam

Hoe Carola Schouten zich eerste honderd dagen in Rotterdam laat zien als luisterende burgermoeder

17 January 2025 13:25Gewijzigd op 17 January 2025 14:29
beeld RD

Carola Schouten kan haar mond houden en luisteren. Maar weet niet altijd te verbergen wat ze ergens van vindt. Het Reformatorisch Dagblad volgde haar de eerste honderd dagen als burgemeester van Rotterdam en maakt de balans op. Hoe doet Schouten het?

Dit verhaal is ook te beluisteren via onderstaande link.

„Burgemeester, bent u over iets bezorgd?” Verwachtingsvol kijkt de basisschoolleerling Carola Schouten aan. Best spannend om zo’n vraag te stellen aan de burgemeester – voor een microfoon, op een podium, in een zaal vol mensen.

Het is exact twee maanden nadat Schouten de ambtsketen kreeg omgehangen, op 10-10 in 010. Inwoners van de Rotterdamse wijk Schiebroek hebben zich deze middag massaal verzameld in de splinternieuwe Stephanusschool. Het gebouw is net open. Het vorige pand werd tijdens de jaarwisseling in 2021 en in 2022 in brand gestoken. Veiligheid lijkt in deze wijk voor niemand vanzelfsprekend.

De hardheid van de straat nestelt zich al jong in de kinderen, vertelden welzijnswerkers eerder deze middag aan de burgemeester. Ze lieten hen een toneelstuk opvoeren over een moord op straat, die bij velen nog op het netvlies staat. Alleen nu moesten de kinderen als superhelden een andere afloop bedenken. Schouten luisterde ook naar vrijwilligers die betrokken zijn bij de voedselbank. Volgens hen is het in Schiebroek „armoe troef”. Van bezorgde bewoners hoorde ze over de „abominabele staat” van huurwoningen, die zijn vergeven van vocht en schimmel.

„Ja, ik ben wel over iets bezorgd”, antwoordt Schouten nu ze tegenover de Schiebroekers staat. „Over kinderen die in armoede leven. Die niet zo veel geld hebben, waardoor het moeilijk is om aan eten te komen of aan nieuwe kleren. En ook over dat kinderen soms erge dingen zien gebeuren in de wijk. Dingen die je ook onthoudt en waar je misschien wel over na gaat denken.”

„Welke dingen vind jij erg?” wil ze dan van de vragensteller weten.

Een kind vertelt dat er veel dronken mensen zijn die in zichzelf praten en naar je toe lopen. „Heel eng.” Schouten knikt. „Daar schrik ik erg van, want dan voel je je onveilig als je op straat loopt. We proberen ervoor te zorgen dat die mensen een plek krijgen waardoor ze jullie niet meer lastigvallen. Maar ik wil ook proberen dat te verbeteren”, belooft ze.

Alleen maar vragen

De problemen hopen zich op in het kwetsbaarste deel van Schiebroek. Omdat er over Schiebroek-Zuid geen aparte cijfers worden bijgehouden, springt de buurt er in de statistieken niet uit. En dus hebben inwoners het idee dat de gemeente hun nood niet ziet. Tegelijk klagen sommige bewoners tijdens het bezoek dat ze het onderscheid tussen noord en zuid stigmatiserend vinden.

In de Stephanusschool waagt Schouten het op een korte peiling. „Wilt u liever als één Schiebroek aangeduid worden? Of is het goed dat het Schiebroek-Zuid apart is?” De meeste handen gaan omhoog bij de eerste optie. „Veel mensen zeggen dus toch: Wij zijn Schiebroek”, stelt Schouten vast. Om meteen een vrouw naar voren te roepen die daar anders over denkt. „Vertel eventjes. Ik ben benieuwd.”

Cadeautje voor de burgemeester. beeld Rhalda Janssen Fotografie

In Rotterdam valt het op. Schouten is een burgemeester die vragen stelt. Die oprechte interesse toont en mensen ziet die zich niet gehoord voelen. Die eerst luistert en dan pas conclusies trekt. „We weten hier niet wat we meemaken: ze stelt alléén maar vragen!” zegt een verbaasde Peter Groenendijk al na een paar weken na haar installatie. Hij is verslaggever voor het AD en volgt de Rotterdamse politiek al jaren op de voet.

Zo iemand wilde de gemeenteraad ook. Niet iemand die voortdurend vertelt hoe het zit. „Anders hadden ze oud-minister Hugo de Jonge wel gekozen”, weet Groenendijk. Zo gaat het vaak: nieuwe leiders vormen een correctie op de vorige.

Over straat

Een dag na haar installatie had ds. M. (Marco) Visser de kersverse burgemeester een mail gestuurd. Daarin nodigde de predikant van de protestantse Goede Herderkerk in Schiebroek haar uit om eens in de wijk te komen kijken. Schouten wilde haar eerste maanden gebruiken om de stad te leren kennen en reageerde positief.

Het was haar nadrukkelijke wens om zelf door de wijk te lopen, zegt ds. Visser, die betrokken was bij het programma. „Het gaat steeds over slecht verlichte straten, akelige flats en onveiligheid. Zij wilde proeven en voelen hoe dat is.” En zo gaat Schouten te voet van jongerenhub naar grauwe flatgebouwen die op de rol voor renovatie staan. Niet dat ze zich normaal gesproken altijd in een glimmende auto met chauffeur laat vervoeren. Vanaf haar huis in Delfshaven fietst ze naar het stadhuis; als het regent pakt ze de tram. Als een gewone Rotterdammer. Want dat is ze – al sinds haar studententijd.

Schouten, die al bijna dertig jaar in Delfshaven woont, wijst op een plattegrond bijzondere plekken in het stadsdeel aan. beeld Rhalda Janssen Fotografie

Bankjesmoment

Schouten groeide op in een boerengezin in het Brabantse Giessen, maar ging op kamers toen ze bedrijfskunde ging studeren aan de Erasmus Universiteit. Ze volgde ook een aantal vakken aan de universiteit van Tel Aviv. In Israël raakte ze onverwacht zwanger van haar zoon – een relatie met de vader had ze niet.

Bij haar installatie vertelt ze erover. Hoe ze terug in Rotterdam een ommetje maakte met een vriendin. Op een bankje aan de Schie vlak bij de Mathenesserbrug brak ze in tranen uit. „Ik had geen geld, geen werk en spullen en geen idee waar deze onverwachte situatie naartoe zou leiden, en ik wist het echt even niet meer”, blikt ze terug. „Vermoedelijk hebben meer Rotterdammers zo’n bankjesmoment gehad in hun leven, een moment van radeloosheid.”

Het bankje staat er nog. Het herinnert Schouten eraan hoe wanhoop kan omslaan in hoop. Het staat symbool voor Rotterdamse kracht, zegt ze in haar maidenspeech. Stadsgenoten stonden destijds om haar heen en boden steun. Ze belooft zich er „elke dag voor in te zetten” dat iedere Rotterdammer dit mag ervaren.

Keer op keer benadrukt Schouten hoe geweldig ze de stad vindt. Waar ze ook komt, telkens wijst ze erop dat de kracht zit in het omzien naar elkaar. Problemen laat ze niet ongenoemd, maar de focus ligt op roem voor vrijwillige initiatieven, de inzet van bewoners voor hun buurt en iedereen die de stad een beetje mooier maakt. Stadsverwarmers, noemt ze die mensen.

Tovertunnel

Dat Rotterdam twee gezichten heeft, weet Schouten als geen ander. Als mensen haar vragen wat het bijzonderste plekje van Delfshaven is, laat ze hun de tovertunnel zien, vertelt ze bij een werkbezoek aan Bospolder-Tussendijken – door bewoners afgekort tot BoTu. Het is bijna een thuiswedstrijd voor haar. De wijk ligt in het stadsdeel Delfshaven, tegen de wijk Spangen aan, waar Schouten al bijna dertig jaar woont. „Daar is mijn zoon geboren”, wijst ze op een enorme plattegrond die op een tafel in de wijkhub ligt uitgespreid.

De wijkbewoners zelf lijken aanvankelijk vooral de mooie kant van de volksbuurt aan de burgemeester te willen showen. „Het idee is dat we ons richten op dat wat goed gaat”, instrueert de wijkmanager bij de ontvangst. „Want we zijn snel geneigd, ook in deze wijk, om te kijken naar de lijstjes waar we bovenaan staan.”

Schouten sluit daarbij aan en vraagt waar de bewoners trots op zijn, waarin voor hen de schoonheid van de wijk zit. Maar daarna begint ze over de tovertunnel.

Als burgemeester en bijna-buurtgenoot in gesprek met bewoners van Bospolder-Tussendijken. beeld Rhalda Janssen Fotografie

De tovertunnel was tot in de jaren negentig een donkere doorgang, waar zwervers een dak boven hun hoofd vonden. Kinderen stonden doodsangsten uit als ze erdoorheen moesten. Toen een kunstenares dat niet langer kon aanzien, gaf ze de enge gang vrolijke kleuren op de wanden.

Aan de ene kant van de tovertunnel ligt het historische deel van Delfshaven, een „bijna idyllisch, bijna surrealistisch stukje Rotterdam”, typeert Schouten. „Maar als je erdoorheen gaat, sta je ineens midden in het leven.” Die twee kanten zijn veelzeggend, vindt ze. „Ik heb gezien dat mensen in deze wijk enorme veerkracht hebben. Maar het leven is niet altijd makkelijk.”

Ze staat op, het is tijd om de straat op te gaan. Als bij toverslag verhult niemand die middag meer de donkere kanten van Delfshaven.

Kapsalon

Kinderen worden op de basisschool al geronseld om drugs te bezorgen, vertellen bewoners hun burgemeester. BoTu wordt „een walhalla voor drugsdealers” genoemd. Moeders zitten in angst omdat kinderen uit de wijk weleens naar Syrië vertrekken, om daar te strijden voor Islamitische Staat. Niemand kijkt er meer van op als er op straat geschoten wordt of er een explosie is, zeggen jongerenwerkers. Bij de Valentijnschool was het rond oud en nieuw vorig jaar „erger dan in de Gazastrook”, beweert een volgende. Op het schoolplein werd alles wat brandbaar is verzameld, om er vervolgens met behulp van benzine de fik in te steken.

Te midden van dat rauwe Rotterdam profileert een buurthuis zich als plek van ontmoeting en ontwikkeling voor kinderen en jongeren. De initiatiefnemer zag hoe jongeren elkaar in het Kralingse Bos aan het knippen waren terwijl het regende. Die gasten moeten een plek hebben, dacht hij, en hij haalde ze van de straat. Op de bank hangen met een PlayStation of telefoon is er niet bij – het internetwachtwoord geeft hij hun niet. Geen wifi, wel verbinding, luidt het motto.

In een hoek van het buurthuis is nu een kapsalon ingericht. De wijkagent van BoTu, die ook bij het bezoek is, neemt plaats op de draaistoel. Over zijn uniform hangt een zwarte schort. Een van de jongeren zet de tondeuse in zijn nek. Of de burgemeester een handje wil helpen? „Gewoon eroverheen gaan, van beneden naar boven. En dan zo de lijn volgen”, instrueren de jongens haar. Lichte stress overvalt Schouten als ze de tondeuse aanpakt. „Hoe weet je tot hoever je moet?!” Vlak voordat ze het apparaat op het hoofd van de agent zet, vraagt ze voor de zekerheid nog: „Je vergeeft me, hè?”

Burgemeester knipt wijkagent, onder aanmoediging van jongeren uit Delfshaven. beeld Rhalda Janssen Fotografie

Kleine haartjes vallen op de grond. „Probeer ’m iets rechter te houden”, gebaart een ervaren kracht. „Jullie zijn veel te aardig voor me”, lacht Schouten. Na afloop krijgt ze een daverend applaus.

Lift

Ook in Delfshaven gaat Schouten te voet van locatie naar locatie. Als een gewone Rotterdammer loopt ze over straat, zonder zichtbare beveiliging. Onderweg wijst ze: „Daar aan het eind staat mijn kerk. En als je die straat doorgaat, daar woon ik.” Nee, de burgemeester heeft geen ambtswoning. „De buren vroegen al of ik ging verhuizen. Gelukkig kan ik daar blijven wonen.”

„Toen ik mijn zoon naar de opvang bracht, deed de roltrap het al niet. Dat is twintig jaar geleden” - Carola Schouten, burgemeester

Wat wil BoTu nu van zijn bijna-buurtgenoot? Daarover praat Schouten met de wijkraad, buurtvaders en straatcoaches. De miljoenen moeten niet alleen naar Zuid, zeggen zij. Ook maken mensen zich zorgen over twee nieuwe teamchefs van de politie. De vertrekkers hebben, in tegenstelling tot hun voorgangers, „gewerkt aan verbinding”. Staan hun opvolgers straks niet tegenover de wijk? Kunnen burgers niet, net als bij de vacature voor een burgemeester, inspraak krijgen in wat ze belangrijk vinden voor de persoon die deze functie gaat bekleden?

Schouten belooft het signaal door te geven. Maar ze vraagt de bewoners ook om vertrouwen, want volgens haar wordt echt gekeken wat bewoners nodig hebben. De mensen aan tafel zijn er niet gerust op. Ze hebben ervaring met agenten die racistische appjes stuurden. En er zit nu een „extreemrechts kabinet dat vreselijke uitspraken gedaan heeft, die ons als burgers erg geraakt hebben”. Beïnvloedt dat straks niet de benoeming van hun politiechef? Schouten stelt hen gerust: daarop heeft het kabinet geen invloed.

Voordat de burgemeester vertrekt, komt er nog één wens op tafel: of er niet wat gedaan kan worden aan de defecte liften en roltrappen bij de metro. Schouten knikt. „Ik weet het. Toen ik mijn zoon naar de opvang bracht, deden die dingen het al niet. Dat is twintig jaar geleden.”

Vuurdoop

Tussen haar stadsgenoten zie je Schouten stralen. Haar optreden in de stad wordt ook alom geprezen. Ze stelt mensen op hun gemak, toont begrip voor hun zorgen, luistert naar hun wensen, vraagt wat zij vinden. Als een vis in de Maas, zou je kunnen zeggen.

Speechen voor een Rotterdamse skyline tijdens de razziaherdenking in november. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Vrolijk en voortvarend start Schouten ook haar eerste gemeenteraadsvergadering als voorzitter. Als ze zelf op een raadslid reageert met „voorzitter”, corrigeert ze zichzelf lachend. „Excuses, ik ben zelf de voorzitter. Aan de andere kant zitten is nog even wennen.”

De harde toon in de raadszaal is nog meer wennen. Vanaf het eerste moment stelt Schouten duidelijke grenzen. Spreektijd houdt ze streng in de gaten. Aanvallen op de persoon kapt ze resoluut af. En wie toch kritiek op collega’s blijft uiten, legt ze het zwijgen op.

Toch verloopt Schoutens vuurdoop tumultueus. Er vallen boze woorden, persoonlijke aantijgingen vliegen door de raadszaal, een raadslid barst in huilen uit en een bijna voltallige oppositie stemt in met een motie van afkeuring tegen een wethouder.

De onrust heeft alles te maken met het dreigende einde van de bed-bad-broodopvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Eigenlijk is dat een besluit van de landelijke politiek, maar andere steden met een zogeheten Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) gaan door op eigen kosten. Rotterdam niet. De coalitie sprak twee jaar geleden al af dat de LVV gesloten zou worden zodra het Rijk de geldkraan dichtdraait.

Circus

De coalitie in Rotterdam bestaat uit een bont gezelschap. Leefbaar Rotterdam, de erfenis van Pim Fortuyn en nog altijd de grootste partij, fungeert als een soort Rotterdamse PVV. Samen met de VVD en aartsrivalen DENK en D66 vormt Leefbaar het stadsbestuur. DENK en D66 hadden de tijd wel terug willen draaien toen minister Faber liet weten de financiering voor de LVV te stoppen. Nooit hadden ze gedacht dat het zover kwam. Maar nu moeten ze zich aan de afspraak houden dat Rotterdam niet doorgaat met het bieden van bed, bad en brood. Met het risico dat illegalen straks op straat sterven, zoals ook de wethouder erkent.

In Schoutens eerste vergadering lopen de gemoederen al bij het vaststellen van de agenda hoog op. De coalitie blokkeert voor de tweede keer een debat over de heikele kwestie. Als het er dan ook op lijkt dat D66-voorvrouw Agnes Maassen informatie van de wethouder heeft waar de rest van de raad niet van afweet, laat de oppositie het er niet bij zitten. Dan maar een interpellatiedebat – een zwaarwegend middel dat de raad eigenlijk niet kan weigeren. „Als u dit circus wilt, gaan we dat gewoon lekker doen. Zet maar op de agenda”, bitst een boze Simon Ceulemans, voorman van Leefbaar Rotterdam. De toon is gezet.

Schoutens eerste raadsvergadering verloopt tumultueus. beeld ANP, Robin Utrecht

Het gaat pas echt mis als SP’er Theo Coşkun een woordgrap in het debat gooit. De L van LVV verdwijnt, constateert hij, maar dan geven we de opvang toch gewoon een andere naam? Huize Agnes Maassen bijvoorbeeld. Schouten grijpt subiet in: „Nee, nee, nee. We zouden dat niet meer doen. U gaat het terugnemen.” Haar ogen rollen als Coşkun vrolijk verdergaat. Schouten herhaalt haar eis, maar D66-leider Maassen is dan al in snikken uitgebarsten. Onmiddellijk schorst Schouten de vergadering.

„Ik heb het gevoel dat je als raadslid bij haar echt even je hart kunt luchten” - René Segers-Hoogendoorn, CDA-raadslid

Minuutje

In de minuten die volgen eist ze excuses van Coşkun. Met Maassen spreekt ze af even later samen te gaan lunchen. „Ik heb dat als heel prettig en steunend ervaren”, blikt het D66-raadslid daarop terug. „Schouten informeerde hoe het voor mij was en toonde begrip. Ook legde ze uit waarom zij bepaalde keuzes had gemaakt om het debat ordelijk te laten verlopen. Zij wilde dat alle raadsleden dezelfde informatie hadden, juist omdat er veel spanning op het onderwerp lag.”

Schouten grijpt sneller in bij debatten dan Aboutaleb, constateert Maassen een kleine drie maanden later. „Ze probeert persoonlijke aanvallen te verminderen, maar de cultuur is hardnekkig hier.” Ook René Segers-Hoogendoorn (CDA) vindt Schouten strenger. „Als je spreektijd op was, betrachtte Aboutaleb vaak coulance. Dan kreeg je nog een minuutje. Nu weet ik gewoon dat ik niks meer kan met zestien seconden.”

Tjalling Vonk (ChristenUnie) ziet dat Schouten het debat zuiver probeert te houden. De manier waarop ze de aanvaring tussen Maassen en Coşkun aanpakte, toont volgens hem haar zachte leiderschapsstijl. „Ze zoekt de verbinding en probeert verzoening tot stand te brengen.” Op het stadhuis zijn ze sowieso lovend over Schoutens interesse in de medemens. „Ik heb het gevoel dat je als raadslid bij haar echt even je hart kunt luchten”, zegt Segers-Hoogendoorn, die haar al wat uitgebreider sprak. Veelzeggend is wat haar secretaresse Janneke Benschop in december in een interview met Rijnmond over Schouten zegt: „Ze is er pas sinds oktober, maar eigenlijk weet ze nu al meer van me dan haar voorgangers samen.”

Verbale klappen

Wat in de raadszaal ook opvalt, is Schoutens non-verbale communicatie. Aan Aboutaleb kon je weinig aflezen; hij hield zijn gezicht altijd in dezelfde plooi. Maar de blik van déze voorzitter verraadt soms wat ze vindt. Als de sfeer venijnig wordt, is het alsof ze wil zeggen: Moet dat nou zo? Kan dat niet anders, jongens?

Neem het debatje over een motie die GroenLinks in december indient. De partij wil dat Rotterdam niet meewerkt aan eventuele verzoeken van het Rijk om informatie te verzamelen of te delen over de normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond. De Tweede Kamer wil daar namelijk onderzoek naar doen – iets wat ook leidde tot commotie. Een zucht ontglipt Schouten als D66-fractievoorzitter Maassen schreeuwend haar punt maakt richting Leefbaar-collega Ceulemans. En ze draait haar hoofd weg als hij vervolgens verbale klappen uitdeelt.

Hoewel Schouten linkshandig is, hamert ze altijd met rechts. beeld ANP, Jeffrey Groeneweg

Het is zeker geen uitzondering dat Schouten laat blijken dat ze baalt. „Ik zie geregeld irritatie. Alsof ze denkt: daar gáán we weer”, zegt Segers-Hoogendoorn. Hij denkt dat ze moet wennen aan haar rol. „Ze straalt niet altijd uit dat ze het leuk vindt”, leest ook Vonk van haar gezicht. „Eerder: poeh, wat een gedoe allemaal. Ik zou zeggen: Pas daarmee op, je moet nog jaren mee.” Segers-Hoogendoorn: „Als ik haar feedback mag geven, zou ik zeggen: Je geeft aanleiding te denken dat je er klaar mee bent. Toon die ergernis niet, dat is niet slim.”

Ceulemans krijgt geregeld vragen, omdat Schouten geïrriteerd lijkt als zijn partij zich stevig roert in het debat. „Misschien is ze gewaarschuwd om ons kort te houden, omdat het anders ontspoort. Dat vind ik niet terecht. Rotterdam is de hardste raad van het land. Dat vind ik alleen maar mooi: het maakt naar de stad toe duidelijk waar de verschillen liggen.” Hoewel hij ook merkt dat de burgemeester moeite met Leefbaar lijkt te hebben, wil hij er geen groot punt van maken. „Ze is geen robot. Dus ze mag opvattingen hebben, zolang dat maar niet leidt tot een andere behandeling. En ik vind niet dat ze ons benadeelt.”

Post

Of mensen merken dat Schouten van de ChristenUnie is? Nee, klinkt het eenstemmig. Een burgemeester moet boven de partijen staan en haar staf probeert ook te voorkomen dat het beeld ontstaat van een ChristenUnieburgemeester. Partijgenoot en raadslid Tjalling Vonk is daar wel een beetje teleurgesteld over. Vanuit de achterban kreeg zijn fractie stapels brieven en kaarten met felicitaties en goede wensen. De CU wilde de post graag aanbieden, maar daarvan mocht de partij geen foto delen op sociale media. „Dat vond ik ver gaan.” De VVD postte wel een plaatje waarop de fractie Schouten welkom heette.

„Schouten laat merken: ook al kán ik niet alles oplossen, ik sluit mijn ogen niet voor mensen aan de onderkant van de samenleving” - Martijn van Leerdam, predikant Pauluskerk

Vanuit haar politieke achtergrond moet de dreigende sluiting van de bed-bad-broodopvang –waar de rechter uiteindelijk een stokje voor steekt– voor Schouten pijnlijk zijn geweest. Twee weken na haar installatie brengt ze een bezoek aan de Pauluskerk, waar wekelijks zo’n 200 daklozen komen. Als de LVV sluit, verwacht predikant-directeur Martijn van Leerdam dat er tientallen mensen extra op de stoep zullen staan. Veelzeggend vindt hij het dat Schouten al zo snel langskomt. „Ze kiest bewust waar ze heengaat. En door de toon die ze aanslaat, laat ze zien dat ze dicht bij stadsbewoners staat die niet goed meekomen.”

Van Leerdam beseft dat een burgemeester niets kan veranderen aan plannen van de gemeenteraad. Hij verwacht dan ook geen beloftes of beleidswijzigingen. „Tegelijk laat Schouten met zo’n bezoek merken: ook al kán ik niet alles oplossen, ik sluit mijn ogen niet voor de harde werkelijkheid van mensen aan de onderkant van de samenleving.” Schouten wil de lijnen met de Pauluskerk kort houden, gaf ze aan. Van Leerdam kreeg haar 06-nummer. Dat had hij van Aboutaleb niet.

In gesprek met wijkbewoners en agenten na de schietpartijen in IJsselmonde. beeld ANP, Josh Walet

Inktzwart

Het nieuwe jaar begint in Rotterdam inktzwart. Op oudejaarsdag komt een 14-jarige jongen om het leven door vuurwerk. Een seriemoordenaar doodt in korte tijd drie mannen in IJsselmonde. Op een persconferentie benoemt Schouten het verdriet van de nabestaanden en de impact op de wijk. Als haar gevraagd wordt of bewoners zich nu veilig mogen weten, antwoordt ze niet met ja of nee. Ze herhaalt de gebeurtenissen van de afgelopen dagen en benadrukt vervolgens de opluchting over de arrestatie van de vermeende dader. Daarna gaat ze de wijk in en vraagt ze bewoners zelf hoe zij het hebben beleefd.

Persconferentie na de arrestatie van de vermeende seriemoordenaar die drie mensen doodde in IJsselmonde. beeld ANP, Josh Walet

„Kun je elkaar in deze omstandigheden een goed en gezond nieuwjaar wensen?” vraagt ze zich een paar dagen later hardop af op een nieuwjaarsreceptie voor zo’n 400 burgers die zich belangeloos inzetten voor de stad. Schouten voelt een knoop in haar maag, want zulke woorden kunnen „snel een holle frase worden zonder recht te doen aan het verdriet van de nabestaanden”. Ook nu prijst ze de „stadsverwarmers” om de lichtpuntjes die ze laten zien. „Ik zie zo veel liefde voor Rotterdam, dat ik niet anders kan dan met het hoofd omhoog en de borst vooruit 2025 ingaan.”

Verslaggever en kenner van de Rotterdamse politiek Peter Groenendijk vindt het wennen dat Schouten terughoudend is met haar mening. „Ze predikt vooral verbinding en legt voortdurend de nadruk op wat wél goed gaat. Maar ze kiest geen woorden die massaal weerklinken in de stad.” De vraag is óf ze zich echt steviger zal gaan uitspreken in de toekomst. „Voor mijn gevoel is zij geen bestuurder die vaak hard op de trom zal slaan.”

Geen woorden, maar daden, zeggen ze in Rotterdam. In Schiebroek lopen de verwachtingen daarover uiteen, zegt ds. Marco Visser. „Blijft het bij aandacht of gaat zij daadwerkelijk iets veranderen voor onze wijk?” De bewoners hopen vurig dat Schouten van zich laat horen. Of liever: van zich laat zien.

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer