Ook Carola Schouten (CU) zegt de politiek vaarwel
Ook CU-minister Carola Schouten stapt uit de politiek. Ze begon haar loopbaan bij de CU als beleidsmedewerker en dacht intensief mee over de koers van de partij.
Een enkele keer werd het Schouten tijdens de formatiebesprekingen in 2017 te veel. Ze tobde dan ’s nachts over de vraag of de ChristenUnie in de onderhandelingen met VVD, D66 en CDA wel voldoende binnenhaalde. Een appje naar CU-partijleider Gert-Jan Segers was dan een beproefd recept om haar gemoed te luchten.
Dat pakte goed uit, zo vertelde ze later in meerdere interviews. Want ook Segers lag wakker, ervoer dezelfde worsteling en appte meteen terug.
Schouten maakte in 2006 haar opwachting bij de CU als beleidsmedewerker, als opvolger van de latere CU-staatssecretaris Paul Blokhuis. Snel daarna werd duidelijk dat haar capaciteiten verder reikten. Van beleidsmedewerker werd ze senior beleidsmedewerker en coördinator beleid. In 2011 werd ze Kamerlid onder fractievoorzitter Arie Slob. Het plekje dat ze mocht bezetten, kwam overigens pas vrij door het vertrek van André Rouvoet, die na een zwaar ministerschap in het kabinet-Balkenende IV eerst terugkeerde in de Kamer, maar na korte tijd opstapte.
Voor Slob ontpopte Schouten zich gaandeweg als steun en toeverlaat. „Voor haar komst deden we de financiële kant van dossiers er bij de ChristenUnie altijd maar zo’n beetje bij”, zei hij in 2020 in een interview met het Reformatorisch Dagblad. „Na Schoutens komst, konden we op dat terrein gaan excelleren.”
Het VVD/PvdA-kabinet Rutte II moest om de kabinetsplannen veilig te stellen geregeld met de pet in de hand bij de oppositie langs en sloot tussen 2012 en 2016 menig onderhandelingsakkoord met D66, CU en SGP. Bij de SGP was toenmalig Kamerlid Elbert Dijkgraaf gedurende die onderhandelingen de rekenmeester; Schouten die van de CU.
Marge
Net als later, gedurende de formatie die leidde tot Rutte III, maakte Schouten er ook in die tijd al geen geheim van dat de vraag naar de inhoudelijke positionering van de CU haar na aan het hart lag. Met Arie Slob voerde ze indringende gesprekken over de vraag hoe te voorkomen dat de partij bij een langdurig verblijf in de oppositie veroordeeld zou raken tot een rol in de marge. „Doorgaan en volhouden. Vroeg of laat komen er weer nieuwe wegen”, hield Slob haar voor.
De veteraan had het bij het juiste eind, want na de slepende formatie van 2017 belandde de CU opnieuw op het pluche. Schouten werd minister, zij het dat Segers’ pogingen haar geposteerd te krijgen op Financiën of Sociale Zaken mislukten. Ook Schouten zelf zag dat als de hoofdprijs: niet voor niets had ze zich tijdens de onderhandelingen stevig bemoeid met de vormgeving van het (fiscale) inkomensbeleid.
Toen het Landbouw werd, zei ze in kleine kring: „Ik doe het voor mijn vader.” Hij overleed op zijn 47e door een ongeluk op het boerenerf, toen zij negen was. Gaandeweg bleek die post echter minstens zo veeleisend en dat had alles te maken met de naderende stikstofcrisis.
Nadat D66 als eis het halveren van de veestapel op tafel had gelegd, stond de coalitie van Rutte III in vuur en vlam. De partij moest echter inbinden en namens het kabinet kon Schouten de boeren beloven dat van gedwongen uitkoop onder haar bewind geen sprake zou zijn. In de nadagen van haar ministerschap loodste ze nog een nieuwe stikstofwet door beide Kamers, mede dankzij de steun van SP, SGP en 50PLUS.
Pensioenwet
In Rutte IV kwam ze in 2022 alsnog op Sociale Zaken terecht, het ministerie waar ze ook het armoedebeleid onder zich kreeg. In de persconferentie na de laatste ministerraad voor het zomerreces legde demissionair premier Rutte de vinger vrijdag echter in de eerste plaats bij de klus die haar zonder twijfel de meeste hoofdbrekens kostte: het door beide Kamers loodsen van de pensioenwet. Die wet, zei Rutte, staat in de top drie van de belangrijkste en ingrijpendste wetten van de afgelopen decennia.
Naar aanleiding van haar aankondigde vertrek roemde Rutte Schouten om haar bestuurlijke vaardigheden en haar moreel kompas. CU-leider Bikker omschreef haar als bevlogen voor de mensen die dat het hardste nodig hebben, als een voorbeeld voor heel veel jonge vrouwen en als een „krachtige politica”.
De koopkracht en daarmee ook de armoedebestrijding wordt hét grote thema waarmee het demissionaire kabinet in de zomer aan de slag moet. Scheidend minister Carola Schouten verwacht er zeker discussie over in het kabinet, zei ze vrijdag na de laatste ministerraad voor het zomerreces. Na het verschijnen van een adviesrapport ontstond al onenigheid in de coalitie. CU en D66 willen dat het sociaal minimum (voor mensen met bijvoorbeeld een uitkering) omhoog gaat, de VVD wil vooral dat meer mensen aan een baan worden geholpen.
Ook de zoektocht naar de financiële dekking ligt altijd politiek gevoelig. Maar „hoewel het demissionaire kabinet enige bescheidenheid past, is dat nu precies de discussie die we gaan hebben”, zegt Schouten.