Geen MKZ bij dieren die pas in land zijn, maatregelen blijven nog
Bij geen van de 888 runderen die recent uit de Duitse regio Brandenburg naar Nederland zijn gevoerd, is mond- en klauwzeer (MKZ) aangetroffen. Dat meldt minister Femke Wiersma (Landbouw) in een brief aan de Tweede Kamer. In de loop van volgende week bepaalt ze of de voorzorgsmaatregelen tegen het virus kunnen worden versoepeld.
Enkele duizenden dieren die langer geleden uit Brandenburg zijn vervoerd, hebben een ander soort test gekregen. Tussen de ruim duizend testuitslagen die tot nu toe binnen zijn, zitten ook twaalf positieve uitslagen. Dat is volgens de minister geen reden tot zorg, omdat dit soort tests soms ten onrechte een positieve uitslag geeft. „Gezien de grote hoeveelheid tests is dit volgens de verwachting.”
„De uitslagen stellen mij voor een belangrijk deel gerust”, aldus Wiersma. „Er is geen MKZ-virus gevonden. Het is evenwel te vroeg om helemaal gerust te zijn.” Er komen nog meer testuitslagen binnen, en mogelijk moet een deel van die testen opnieuw worden gedaan „om absolute zekerheid te krijgen”.
Sinds zaterdag geldt een verbod om vleeskalveren van bedrijven af te voeren, tenzij het naar de slacht is. Bezoek aan vleeskalverbedrijven is ook niet toegestaan, behalve voor noodzakelijke bezoekers zoals veeartsen. Versoepelingen zijn nu niet aan de orde, schrijft Wiersma. Voordat de minister die stap zet, wil ze alle testuitslagen binnen hebben.
In totaal zijn sinds 1 december 3754 dieren uit Brandenburg aangevoerd. Die hebben een zogeheten ELISA-test gekregen om antilichamen tegen MKZ op te sporen. De 888 dieren die op 10 januari korter dan twee weken geleden waren aangevoerd, kregen ook een PCR-test om te kijken of ze daadwerkelijk het virus bij zich dragen. Omdat de ziekteverschijnselen van MKZ twee tot veertien dagen na de besmetting zichtbaar worden, is de kans volgens Wiersma „minimaal” dat de dieren die al wat langer in Nederland zijn het virus bij zich dragen.