De hervormde én liberale Mark Rutte is de afgelopen jaren gegroeid in zijn rol als VVD-fractievoorzitter. Een portret van een beoogd premier die nog niet is uitgeleerd.
Het was maar een kort moment tijdens de presentatie van het regeer- en gedoogakkoord, vorige week, toen VVD-onderhandelaar Rutte zichzelf moest indelen bij een bepaalde groep. Aan de orde was de vraag of het kabinet de samenleving niet teveel in groepen verdeelt. Dat was uiteraard niet zo, stelde Rutte. Hij greep daarbij op enige moment zijn CDA-collega Verhagen bij de mouw en betitelde hem als behorende bij de „rooms-katholieken.” Waarop Verhagen Rutte bij zijn mouw pakte en hem vroeg hoe bij welke groep Rutte dan hoorde. „Bij de christenen, bij de hervormden”, zo antwoordde Rutte spontaan, om er direct weer aan toe te voegen dat het juist niet de bedoeling is dat de overheid mensen in groepen verdeelt. Maar Rutte schaamt zich dus niet voor zijn levensovertuiging.
Beter dan menig orthodox catechisant weet hij aan te geven wat het belangrijkste verschil is in de avondmaalsleer tussen protestanten enerzijds en rooms-katholieken en anglicanen anderzijds. In het gratis dagblad De Pers verklaart hij daarover: „Ik ben gelovig en zou er (in de kerk, GV) vaker willen komen. Ik ga bijna alleen in het buitenland. In Zwitserland naar de English Church, met mensen uit de hele wereld, hartstikke leuk. Tot ze het lichaam van Christus gaan opeten, dan hè. Dan ben ik weg, want ik ben keurig hervormd.”
Ook de uniciteit van het offer van Christus ten opzichte van andere godsdiensten weet hij scherp onder woorden te brengen. In het bovengenoemde interview zegt hij daarover: „De christelijke waarden wortelen allemaal in de joodse traditie. Die twee geloven onderscheiden zich fundamenteel van bijvoorbeeld het islamitische geloof. Uit het joods-christelijke gedachtegoed komt de scheiding tussen kerk en staat voort en het concept van de vergeving. Vergeving tref je in de islam niet aan.”
Rutte groeit op in een gezin waar moeder afwisselend PvdA en VVD stemt. Vader komt uit een hervormd nest met een AR-achtergrond. Mark is de jongste van zeven kinderen.
Het liberalisme krijgt Rutte thuis niet voorgeschoteld, toch is hij erbij terechtgekomen. Dat was vooral door toedoen van Wiegel, die in de jaren zeventig politiek leider was van de VVD.
De banden met thuis zijn door de overstap naar het liberalisme niet doorgesneden, integendeel. De vrijgezelle Rutte nuttigt wekelijks een warme prak bij zijn moeder.
Rutte, die tijdens zijn beëdiging als Kamerlid de eed aflegt, is dankbaar dat hij van huisuit een christelijke opvoeding kreeg. „Ik ga weliswaar niet elke zondag naar de kerk, maar ik vind het wel belangrijk om met die dingen bezig te zijn. Ik heb dat meegekregen vanuit mijn opvoeding. Daar ben ik dankbaar voor, zij het dat ik wel eens twijfel of God bestaat. Het geloof blijft een worsteling voor mij”, zo verklaart hij in 2005 tegenover deze krant.
Rutte maakt ook binnen de VVD geen geheim van zijn overtuiging. Hij is niet allergisch voor religie, zoals vele partijgenoten dat wel zijn. Hij is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat in de beginselverklaring van de VVD staat dat Nederland mede is gevormd door de joods-christelijke traditie.
In de politieke praktijk laat Rutte weinig of niets merken van zijn levensovertuiging. Hij is een liberaal van het zuiverste water, die de waarde van het individu ver stelt boven de waarde van sociale en maatschappelijke verbanden waarin mensen leven. Scheiding van kerk en staat én scheiding van geloof en politiek staan bij de beoogd premier hoog aangeschreven.
Op de gedachte dat beperking van wetgeving op medisch-ethische gebied nodig is, heeft niemand Rutte ooit kunnen betrappen. Dat kwam vroeger binnen de VVD nog wel voor. Het meest bekende voorbeeld is de liberale senator Van Someren. Deze remonstrante stemde in de Eerste Kamer vanwege haar geloofsovertuiging tegen legalisering van abortus.
Ook bij actuele discussies rond de vrijheid van onderwijs is Rutte niet degene die op de rem trapt. De liberaal zegt pal te staan voor de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Maar zijn fractie gaat wel twee initiatiefwetsontwerpen steunen die het orthodox-christelijk onderwijs in het hart raken, namelijk invoering van acceptatieplicht voor het bijzonder onderwijs en afschaffing van de uitzonderingsbepalingen in de Algemene wet gelijke behandeling. In deze discussies laat de VVD het gelijkheidsbeginsel prevaleren boven klassieke grondrechten. Hier is Rutte weggegroeid van zijn opvoeding.
In positieve zin groeit Rutte in zijn rol als fractievoorzitter. Nog voor hij in 2006 als fractievoorzitter aantreedt, begroet de toenmalige VVD-leider Zalm hem regelmatig met: „Ha, talent!” Om hem een brede vorming te geven, mag Rutte in 2004 –tot dat moment staatssecretaris van Sociale Zaken– tussentijds als staatssecretaris naar Onderwijs. In 2006 volgt hij politiek leider Van Aartsen op, die vanwege slechte gemeenteraadsverkiezingen tussentijds terugtreedt.
Vervolgens raakt Rutte verwikkeld in een zinderende strijd om het lijsttrekkerschap met minister Verdonk. Laatstgenoemde verliest de strijd nipt, maar krijgt bij de verkiezingen van november 2006 wel meer voorkeurstemmen dan de lijsttrekker.
Daarna raakt het leiderschap van Rutte in de versukkeling. Verdonk wil op een of andere manier worden beloond voor haar enorme populariteit onder de kiezers, maar Rutte honoreert dat niet. Verdonk blijft zeuren en uiteindelijk zet Rutte haar in september 2007 uit de fractie. Hij krijgt het gehele rechterdeel van de partij over zich heen. Er komt een actie om Verdonk weer in de fractie te krijgen. Tijdens een partijcongres in december 2007 krijgt de leider diverse moties van wantrouwen aan zijn broek. Hij overleeft ze ternauwernood. Ondertussen staat de VVD er in de peilingen beroerd voor; nog geen twintig zetels.
Na het congres vecht Rutte verder. Hij weet het vertrouwen in zijn achterban te herwinnen. Coaches helpen hem zo zelfverzekerd mogelijk uit de verf te komen. Het resultaat mag er zijn. Langzaam klimt de VVD in de peilingen.
Bij de verkiezingen van juni 2010 lift Rutte enigszins mee op het succes van de PVV, zoals het CDA in 2002 van de LPF profiteerde. Mensen die Wilders (PVV) te radicaal vonden en uitgekeken waren op de CDA’er Balkenende kwamen bij de VVD en Rutte uit. Voor het eerst in de parlementaire geschiedenis sinds de Eerste Wereldoorlog is de VVD de grootste partij. Ze is aan zet bij de kabinetsformatie en mag na de opstelling van een regeerakkoord de premier leveren.
Zoals Rutte moest groeien in zijn rol als partijleider, zo moet hij ook groeien in zijn rol als premier. Een premier is niet hetzelfde als een partijleider. Een minister is dienaar van de Kroon, behoort het landsbelang te dienen en niet het partijbelang.
Rutte was tot nu toe vooral een partijganger. Tijdens de formatie liet hij zich wel eens dingen ontvallen die niet passend zijn voor een kandidaat-premier. Toen de PVV enkele weken geleden tijdelijk het overleg met VVD en CDA opblies omdat de CDA’er Klink als medeonderhandelaar terugtrad, stak Rutte zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken. Dat is begrijpelijk, maar hij voegde eraan toe dat „rechts Nederland zijn vingers zou aflikken” als het de onderhandelingsresultaten die tot dat moment waren bereikt, onder ogen zou krijgen. Dat was tegen het zere been van velen.
Eigenlijk wilde de beoogd premier graag concertpianist worden. Dat lukte niet. „Daarvoor heb ik helaas onvoldoende talent”, zo zei hij ooit met enige spijt in zijn stem tegenover deze krant.
Pianospel is wel zijn grote hobby. Elke dag kruipt hij achter het klavier. Daarvoor zal de liberaal straks minder tijd hebben. Mogelijk dat zijn buren dat niet erg vinden. Die zitten namelijk niet alleen links en rechts, maar ook onder en boven. Zou de Nederlandse premier dan niet ergens een leuk optrekje kunnen kopen waar hij naar hartenlust kan spelen? Dat is vooralsnog niet aan Rutte besteed. Hij wil zich niet binden, zo stelde hij in bovengenoemd interview „Ik wil vrij zijn. Ik heb maar een heel klein hypotheekje en dat wil ik zo houden. Ik zag vroeger tijdens mijn werk bij Unilever dat sommige mensen hun creativiteit kwijtraakten als ze eenmaal een bepaalde positie hadden bereikt. Ze namen een hoge hypotheek, verloren hun kritische houding en gingen deel uitmaken van het establishment. Dat zal mij niet gebeuren. Ik doe mijn werk voor de inhoud.”
In het voetspoor van
Als Rutte donderdag wordt beëdigd als premier, is hij de eerste liberale premier sinds 1917. Cort van der Linden, die in 1918 de onderwijsvrijheid regelde én het vrouwenkiesrecht, ging Rutte voor. Overigens was Van der Linden wel liberaal, maar niet aangesloten bij een politieke partij. Een overeenkomst tussen Van der Linden en Rutte is dat ze beiden in de boeken staan als leider van een minderheidskabinet.
In de negentiende eeuw telde Nederland meer liberale minister-presidenten, van wie Thorbecke de meest bekende is.
Levensloop
- geboren op 14 februari 1967
- studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden tot 1992.
- voorzitter van JOVD (jongerenorganisatie VVD) van 1988 tot 1991.
- diverse humanresourcesfuncties bij Unilever van 1992 tot 2002.
- staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2002 tot 2004.
- staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2004 tot 2006.
- politiek leider en voorzitter VVD-fractie Tweede Kamer vanaf mei 2006.