Buitenland

Noodmaatregelen corona schuren met burgerrechten

In de strijd tegen het coronavirus nemen Europese landen verregaande noodmaatregelen. In hoeverre verdragen die zich met burgerrechten?

25 March 2020 21:40Gewijzigd op 16 November 2020 18:41
Italiaanse politieagenten controleren in Milaan of burgers een geldige reden hebben om de straat op te gaan. Politie en soldaten worden in het hele land ingezet om ervoor te zorgen dat burgers thuisblijven in een poging verdere verspreiding van het corona
Italiaanse politieagenten controleren in Milaan of burgers een geldige reden hebben om de straat op te gaan. Politie en soldaten worden in het hele land ingezet om ervoor te zorgen dat burgers thuisblijven in een poging verdere verspreiding van het corona

De gezondheidsautoriteiten in Denemarken mogen mensen onder dwang testen, behandelen of in quarantaine plaatsen in de strijd tegen het coronavirus. Ook verplichte vaccinatie behoort tot de mogelijkheden. Het parlement in het Scandinavische land keurde recent een noodwet goed die dat mogelijk maakt.

Volgens Jens Elo Rytter, hoogleraar rechten aan de Universiteit van Kopenhagen, zijn zulke maatregelen in Denemarken de afgelopen 75 jaar niet voorgekomen. „Het is zeker de meest extreme ingreep sinds de Tweede Wereldoorlog.”

Overheden hebben het recht om tijdens een noodtoestand vrijheden in te perken. Veel landen hebben in de grondwet opgenomen dat wanneer de volksgezondheid gevaar loopt, de overheid bepaalde burgerrechten mag opschorten. Deze beperkingen worden opgelegd om een ander recht, dat van op leven en gezondheid, te kunnen waarborgen.

Ingeperkt

Door maatregelen die in de strijd tegen het coronavirus worden genomen, raakt voornamelijk de vrijheid van beweging –artikel 13 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM)– sterk ingeperkt. Inwoners mogen in een toenemend aantal landen alleen nog voor de hoogstnoodzakelijke doeleinden hun huis verlaten. De Italiaanse politie deelde al meer dan 90.000 boetes uit aan mensen die zich zonder geldige reden toch op straat begaven.

Een van de meest verregaande bevoegdheden van de politie in Groot-Brittannië is dat zij mensen die van besmetting met het coronavirus worden verdacht, mag opsluiten en boetes kan opleggen als die een test weigeren.

Ook vrijheid van geloof en vrijheid van vergadering zijn in het geding. Kerkgemeenschappen kunnen niet meer op de gebruikelijke wijze samenkomen. Vrijheid van godsdienst –zoals vastgelegd in artikel 18 van het UVRM– omvat ook de vrijheid om in een eredienst samen te komen.

Willekeur

Burgers zijn echter niet aan een willekeur aan maatregelen overgeleverd. Naast dat overheden in Europa gebonden zijn aan de nationale grondwet, erkennen zij ook het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. Hierin zijn bepalingen opgenomen die de rechten van burgers beschermen.

Mensenrechtenstandaarden schrijven voor dat maatregelen noodzakelijk en proportioneel moeten zijn. Wetenschappelijke inzichten dienen aan de basis van beslissingen te staan en de overheid moet het evenwicht zien te bewaren tussen burgerrechten en veiligheid.

Ook moeten extreme maatregelen tijdelijk zijn. Het opschorten van rechten mag alleen zolang dat nodig is voor de veiligheid. De noodwet in Denemarken kent een zogeheten ”sunset clausule”, een bepaling die aangeeft wanneer een wet ophoudt van kracht te zijn. In Denemarken is dat maart 2021.

Transparantie

Een ander belangrijk aspect van noodmaatregelen is verantwoording en transparantie vanuit de overheid. Wetten mogen niet willekeurig worden toegepast. Zo besliste het bestuur van de Pakistaanse provincie Punjab vorige week dat de moskeeën geopend mochten blijven, maar kerken dicht moesten in de strijd tegen het coronavirus, meldde nieuwsdienst UCA News. Critici zien dit als een schending van burgerrechten.

Burgerrechten komen onder druk komen te staan wanneer een land deze bepalingen overboord gooit. Zo wil de Hongaarse premier Victor Orban de noodtoestand in Hongarije voor onbepaalde tijd uitroepen. Hij kan dan zonder tussenkomst van het parlement maatregelen nemen en zelfs al bestaande wetten voor zolang de noodtoestand geldt aan zijn laars lappen.

Maandag kreeg de premier zijn voorstel nog niet door het parlement: een vereiste meerderheid van 80 procent behaalde hij niet. Bij een volgende stemming heeft hij een twee derde meerderheid nodig, en die heeft zijn partij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer