Binnenland

Syrische vluchteling wil tijdens coronacrisis graag helpen in de zorg

Hij staat te popelen om aan het werk te gaan. De Syrische vluchteling Hisham Ewir (40) is een van de 37 medisch geschoolde azc-bewoners die klaarstaan om tijdens de coronacrisis de zorgsector te ondersteunen.

20 April 2020 14:29Gewijzigd op 17 November 2020 07:31
beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Een baan in de gezondheidszorg, daar droomt Ewir als kind al van. „Ik houd ervan om mensen te helpen”, vertelt de Syriër, die in het azc in Rotterdam verblijft, in het Engels.

Ewir, getrouwd en vader van vier kinderen, is afkomstig uit Dara, een stad in het zuiden van Syrië. Na zijn studie aan de universiteit van Damascus werkt hij als apotheker in een ziekenhuis met zo’n 400 bedden in Dara. „Ik adviseerde patiënten over het gebruik van medicijnen en gaf algemene instructies op het gebied van gezondheid en leefstijl.”

In 2004 gaat hij aan de slag bij een apothekersgroep in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), waar hij uiteindelijk teamleider wordt. Eind 2019 worden zijn documenten om in de VAE te mogen wonen, niet verlengd. Terugkeer naar Syrië is voor hem geen optie. „Daar is het voor mij niet veilig. Daarom ben ik in december naar Nederland gekomen en heb ik hier asiel aangevraagd.”

Sinds februari heeft Ewir een verblijfsvergunning. Hij wacht op een woning die hij toegewezen zal krijgen in Gouda én op het moment dat zijn vrouw en kinderen –in de leeftijd van anderhalf tot elf jaar– naar Nederland kunnen komen. „Zij zijn nu in Syrië en hebben het daar heel moeilijk.” Door de coronacrisis kan gezinshereniging echter lange tijd op zich laten wachten.

In het azc in Rotterdam deelt Ewir zijn kamer met twee landgenoten. Nu de klassikale taallessen stilliggen, studeert de Syriër zelf met hulp van boeken en internet. „Ik heb ook wat papieren gekregen van mijn taaldocent.”

Ewir wil zich graag nuttig maken. „Toen ik in het azc kwam, heb ik meteen gevraagd of ik vrijwilligerswerk kon doen.” Als hij begin april een advertentie van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) ziet waarin zorgprofessionals worden gevraagd, meldt hij zich direct aan.

In totaal stellen 37 azc-bewoners uit het hele land zich beschikbaar om de zorgsector te ondersteunen tijdens de coronacrisis, liet het COA afgelopen week weten. Het betreft 23 mannen en 14 vrouwen met een medische achtergrond en werkervaring, die Engels of al Nederlands spreken. Ongeveer de helft is opgeleid als arts. De overigen zijn vooral verpleegkundigen. Ze zijn aangemeld bij het landelijke initiatief Extra handen voor de zorg.

Ewir hoort tot de negen aangemelde azc-bewoners met een verblijfsvergunning, van wie het COA verwacht dat zij „op korte termijn” worden gekoppeld aan een zorginstelling. Ewir: „Ik sta op een standby-lijst. Misschien zijn dokters en verpleegkundigen harder nodig dan apothekers, maar ik wil graag aan de slag.”

Even schakelt hij van het Engels over op het Nederlands. „Alleen samen krijgen we corona onder controle”, zegt Ewir met een brede lach. Om daarna in het Engels te vervolgen: „Ik wil niet op mijn kamer in het azc blijven zitten en toekijken wat er gebeurt. Ik wil mijn jarenlange ervaring graag delen en mensen helpen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Nederland
Corona

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer