Jesseka Batteau van de Partij voor de Dieren zei dat het „mooi zou zijn als we af kunnen van het denken van voor of tegen de wolf”, omdat het dier er nu eenmaal is. De indieners van de motie stelden dat er maatregelen nodig zijn om „verdere incidenten te voorkomen”. Afgelopen zomer werd landgoed Den Treek op de Utrechtse Heuvelrug wekenlang deels afgesloten, nadat een wolf eerst een hondje had meegenomen en later een meisje had gebeten. Verder zocht een alleenstaande wolf meerdere keren contact met honden. „We zagen dat er bij het publiek weinig kennis is over de wolf en dat dat kan leiden tot onduidelijkheid en onzekerheid. Door als overheid en terreinbeherende organisaties proactief inwoners, bezoekers, ondernemers en agrariërs goed voor te lichten over de wolf kunnen we dit verhelpen.”

Gedeputeerde Mirjam Sterk (natuur) wees erop dat communicatie over de wolf eenduidig moet zijn. Ze zei dat het daarom eerder een taak is van het ministerie van Landbouw, Voedselzekerheid, Visserij en Natuur (LNNV) en het IPO, de koepelorganisatie van de provincies, om daarin het voortouw te nemen. Sterk zei dat de provincie wel gaat inzetten op educatie op scholen en dat ze daar natuurorganisaties bij wil betrekken.

Een motie van GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP om bij gemeenten en terreinbeheerders aan te dringen op een aanlijnverplichting in hondenlosloopgebieden op de Utrechtse Heuvelrug haalde het niet. „Iedereen moet voor zichzelf weten hoe hij met zijn hond omgaat”, zei D66-Statenlid Marianne de Widt. Ook Sjors Nagtegaal van UtrechtNu! was kritisch: „Een aanlijnplicht voor honden in losloopgebieden is absurd, dat is net zoiets als met je zwembroek in een sauna gaan zitten.”