De oppositie heeft NSC hard aangevallen op het kabinetsbesluit om een groep Afghaanse bewakers en beveiligers toch niet over te laten komen naar Nederland. De coalitiepartijen lijken de gelederen gesloten te houden. Derk Boswijk (CDA) zag vooral „rook en mist” in de antwoorden van NSC.
Vorige week maakte het kabinet in een kort briefje bekend een besluit van het vorige kabinet terug te draaien om een „afgebakende groep” Afghanen toe te laten. Het gaat om maximaal 48 ambassadebewakers en naar verwachting zo’n 150 beveiligers van de Nederlandse missie in Uruzgan (2006-2010).
De hele oppositie keerde zich in het debat tegen het besluit van het kabinet. De vorige Kamer had juist aangedrongen om deze beperkte groep toch nog over te brengen. Zij zouden gevaar lopen in Afghanistan. Enkele dagen voor het nieuwe kabinet aantrad, besloot het kabinet de wens van de Kamer na te komen.
„Een kil briefje inclusief kostenplaatje”, zag Kati Piri (GroenLinks-PvdA) in het briefje van het kabinet. Daarin stond onder meer dat de opvang 26 miljoen euro ging kosten. Stephan van Baarle (DENK) bespeurde „kille boekhouders met rammelende cijfers.” De partijen vinden dat er een ereschuld is richting de Afghanen omdat zij Nederland hebben geholpen.
Isa Karahman (NSC) vindt dat het vorig kabinet geen besluit meer had mogen nemen zo kort voor zijn aftreden. Zo’n besluit had met de Kamer moeten worden besproken. Kahraman vindt wel dat het kabinet oog moet houden voor schrijnende gevallen. Hij vindt ook onduidelijk hoeveel Afghanen door de regeling uiteindelijk naar Nederland zouden komen.
De argumenten van Karahman vielen slecht bij de oppositie. Ze wezen er onder meer op dat NSC-leider Pieter Omtzigt eerder wel de motie steunde om te kijken of Afghaanse beveiligers alsnog konden worden overgebracht. Piri wierp haar NSC-collega voor de voeten dat de Kamer altijd heel duidelijk is geweest in haar poging om de Afghanen naar Nederland over te laten komen.
Wel is de NSC-politicus het met de oppositie eens dat de brief van het kabinet slecht onderbouwd is. Ook het feit dat de kosten van de opvang in Nederland in de bijgaande beslisnota wordt genoemd vindt Kahraman „belachelijk”.
Toen de Kamer aan het woord was geweest, was er nog minder dan een uur over voor het antwoord van het kabinet. De Kamer wil meer informatie van het kabinet en besloot daarom het debat volgende week voort te zetten. Het onderwerp is te belangrijk om dit debat „af te raffelen”, aldus Piri.