BinnenlandRazziaherdenking Putten
Psalm 84 klinkt weer in Putten, in navolging van weggevoerde mannen 

Stampvol zit de Oude Kerk in Putten woensdagavond. Hier werden tachtig jaar geleden 659 mannen en jongens vastgehouden. Hier huilden ze, hier zongen ze Psalm 84 vers 3 en 4 voordat ze werden weggevoerd. Putten herdenkt de razzia, deze keer in het bijzijn van koning Willem-Alexander.

Kranslegging bij het monument ter nagedachtenis aan slachtoffers van de razzia. beeld ANP, Jeroen Jumelet
Kranslegging bij het monument ter nagedachtenis aan slachtoffers van de razzia. beeld ANP, Jeroen Jumelet

Drie jaar was Evert Kous nog maar. Toch staan flarden van die eerste twee oktoberdagen in 1944 hem nog helder voor de geest. Zijn vader en oom probeerden zich in een bossage verstoppen, maar daarvoor moesten ze over een sloot springen. Toen zagen de Duitsers hen. Het kleine jongetje zag zijn vader nooit meer terug.

Kous is een van de vier nabestaanden die woensdagmiddag –achter gesloten deuren– met de koning sprak over zijn ervaringen en de impact van de razzia. „Een mooie, fijne, ontspannen ontmoeting”, blikt hij na afloop terug. „De koning vroeg direct hoe wij de gebeurtenissen ervaren hadden en hoe we er nu tegenover stonden. Het kwartiertje was kort, maar wel inhoudelijk.”

Ook Riet Ceelen-Hendriksen (86) deelde haar verhaal met de koning. Haar vader had zich verstopt in een kast, maar kreeg het op den duur zo benauwd dat hij even naar boven liep. „Toen hij uit het raam keek, zagen ze hem.” Ook hij kwam nooit terug. Voor Ceelen is 2 oktober nog altijd „een zware dag”.

Indrukwekkend vindt de tachtiger de 659 kinderen die deze avond met een witte roos in de hand op het Kerkplein staan. Als symbool voor de 659 mannen die werden weggevoerd.

Levenslang

Met zijn aanwezigheid plaatst koning Willem-Alexander zich in een traditie, zegt burgemeester Lambooij later bij de herdenkingsbijeenkomst in de Oude Kerk. Zijn moeder Beatrix was aanwezig bij de 50e en 75e herdenking. Zijn grootmoeder Juliana onthulde in 1949 het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers. En overgrootmoeder Wilhelmina bezocht Putten kort na de bevrijding.

Nu zit koning Willem-Alexander schuin tegenover de preekstoel. Vanaf die kansel hoorden vrouwen en kinderen de namen van de mannen die waren omgekomen. Ds. C.B. Holland had ook die van Jacobus Donker genoemd, maar die bleek ten onrechte op de dodenlijst te staan. Donker keerde wél terug, vertelt Jan van den Hoorn, voorzitter van Stichting Oktober 44. „Hoewel bevrijd, kregen de teruggekeerden levenslang.”

De overgrootoma van de 19-jarige Emma Kleijer praatte, zoals velen, nooit over de razzia. Zelf hoorde ze erover bij een project voor scholieren uit groep 8 en bij een bezoek aan Ladelund, een kamp waar 111 Puttense mannen omkwamen. Al sinds 1950 zijn er contacten met Ladelund. Bijzonder, vindt Emma, dat dit zo kort na de oorlog al kon. „Stelt u zich voor dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne nu stopt. En dat in 2029 Oekraïners en Russen samen de gevallen slachtoffers herdenken in Boetsja…”

Kracht en troost

In de vijftien jaar dat de hervormde ds. A. Jonker predikant is in Putten, hoorde hij veel over de razzia. „In onze klas had de helft van de kinderen geen vader meer”, zei iemand. De predikant vroeg dan hoe mensen het verdriet hadden gedragen. „We zijn door God geholpen”, hoorde hij vaak. Soms voelde hij zich als pastor machteloos. „Daarom openen we maar de Bijbel. God is de levende God. Hij geeft aan krachteloze mensen kracht en troost.”

De predikant wees op Jezus Christus, Die het zwaarste lijden droeg. „In dat geloof zijn mannen en jongens ver van huis gestorven. En hebben weduwen en kinderen thuis kracht gezocht bij God. Ook nu mogen we die God in verdriet en nood aanroepen. Hij is dezelfde, in 1944, in 2024 en tot in eeuwigheid.”

„In het geloof in Jezus Christus, de Verlosser, zijn mannen en jongens ver van huis gestorven” - Ds. A. Jonker, hervormd emeritus predikant

Nadat de hersteld hervormde ds. P.C. Hoek het Onze Vader heeft gebeden, klinken Psalm 84 vers 3 en 4 weer in diezelfde kerk. ”Welzalig hij, die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht.” Hier en daar vloeit een traan.

Daarna loopt de stoet in stilte naar het monument. Aan de voet van ”Het Vrouwtje van Putten” worden kransen gelegd. Onder aan het beeld staat gebeiteld: ”En God zal alle tranen van hunne ogen afwissen”. Om het beeld staat een koor. De mannen zingen: ”Nader, mijn God, bij U, zij steeds mijn beê / zij al het pad soms ruw, gaat maar Gij meê”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer