Vanuit een rubberbootje legen twee mariniers hun magazijn op drie, vier piraten in het riet. „Pomp zo veel mogelijk lood naar de overkant.” Opereren op de grens van zee en land is dé specialiteit van Marsof, de elite-eenheid van het Korps Mariniers. Op het water, in het water, onder water.
De wind is koud. Op een recreatieplas bij het Belgische Wuustwezel, tussen Antwerpen en Breda, ligt hier en daar ijs. Marsof-cursisten slaan hun kamp op aan de waterkant. Bij een aanlegsteiger dobbert Drieka, een half gezonken zeiljachtje.
Drie mariniers verkennen met hun rubberbootje het meer. Pistool op de heup, geweer in de aanslag. Gevaar loert van alle kanten. Plots duiken er terroristen op in de rietkraag. „Vuren”, commandeert instructeur Johan. De HK 416-geweren knallen. De mariniers schieten met scherp. Hete hulzen vallen op de bodem van het bootje. De geweren roken.
De bestuurder geeft gas en gooit z’n rubberboot in een bocht naar rechts. Kogels fluiten de mariniers rakelings over het hoofd! De schietsessie maakt weer eens haarscherp duidelijk dat militairen tijdens acties regelmatig opereren op de grens van leven en dood.
Varend vuren valt nog niet mee. „Corrigeer de golfslag met je lichaam”, adviseert Johan. „En schiet op de top van een golf.” Kogels slaan in op het water, soms in het zand. Maar uiteindelijk storten de houten piraten een voor een ter aarde. Instructeur Johan knikt tevreden. „Goeie actie.”
De debriefing laat niets aan duidelijkheid te wensen over. „Pomp altijd zo veel mogelijk lood naar de overkant”, adviseert instructeur Dennis. „Creëer maximaal vuuroverwicht om de vijand af te schrikken of om je terug te trekken. Zolang jullie schieten, moeten zij wegduiken.”
Enteren
De Maritime Special Operations Forces (Marsof), getraind voor operaties ver achter vijandelijke linies of grootschalige terreurbestrijding op Nederlands grondgebied, richt zich tijdens de laatste vijf weken van de opleiding op het maritieme domein. „Wij opereren net zo gemakkelijk op het water als op land”, verklaart kapitein Rik, hoofd Opleidingseenheid Speciale Operaties van de Defensie Duikschool, verantwoordelijk voor het maritieme deel van de Marsof-opleiding. „Daarin onderscheidt Marsof zich van andere special forces.”
De antiterreureenheid voert maritieme bevrijdingsacties uit vanaf het water en/of vanuit de lucht. Manschappen dalen vanuit een helikopter af, klauteren vanuit snelle onderscheppingsvaartuigen aan boord of laten zich vanaf een afstand in stilte met de stroming meevoeren en enteren onverwacht een schip. Of zetten opvouwbare rubberboten uit via een heli of onderzeeër. Het opblazen van de vaartuigen gebeurt op het water met persluchtcilinders.
Veel legereenheden kijken met jaloerse blikken naar de uitrusting van de maritieme keurtroepen. Marsof kan gebruikmaken van onderzeeërs, helikopters, patrouille- en onderscheppingsvaartuigen, waterscooters, kajaks en rubberboten, om maar eens wat te noemen. „Deze uitrusting vergroot onze actieradius en ons inzetgebied”, legt Rik aan de waterkant in Wuustwezel uit.
Training op maritieme terreurbestrijding is bittere noodzaak. De dreiging is hoogst actueel. Islamitische Staat blijkt op dit moment strijders op te leiden om bijvoorbeeld cruiseschepen te kapen. Net zoals Palestijnen in 1985 voor de kust van Egypte de passagiers en bemanning van het cruiseschip Achille Lauro hebben gegijzeld.
Schuimkoppen
Op het woelige water van het Marsdiep, tussen Texel en Den Helder, trainen de mariniers hun bevrijdingsacties. „Manschappen leren een gekaapt schip op verschillende manieren en met verschillende middelen te bevrijden”, legt kapitein Rik uit.
Een stevige westzuidwesten wind waait over het Marsdiep. Schuimkoppen sieren de 5 tot 6 meter hoge golven. Windkracht 6, meldt de meteospecialist van het 860 Squadron tijdens een briefing op Vliegkamp De Kooy. „De verwachting is 30 knopen, oplopend naar 38 tot 40 knopen.”
Terroristen hebben tussen Den Helder en Texel de 108 meter lange Zr. Ms. Zeeland gekaapt, aldus het oefenscenario. Zwaarbewapende mariniers moeten de gegijzelde bemanning ontzetten. Via een directe afdaling uit een heli. ”Fastrope”, in vakjargon. „Met deze wind slinger je als een aap aan het touw”, waarschuwt Marsof-instructeur Dennis. Mariniers laten zich echter niet zomaar uit het veld slaan.
Met een zware roffel zet de NH90 koers richting het gekaapte schip. De marineheli schudt onder de aanwakkerende wind. Dat mediamensen meevliegen is hoogst uitzonderlijk. Noordzee en Waddenzee schuiven onder de heli door. De lichtgrijze marinehelikopter –topsnelheid dik 300 km/uur– scheert over het water, nadert de Zr. Ms. Zeeland en blijft op 10 meter boven het achterdek hangen. Zeewater stuift omhoog.
Een operationele nadering van een schip mét terroristische dreiging aan boord geldt als een uitdaging. „Eigenlijk maken we bij zo’n interventie een noodstop met de heli”, legt NH90-vlieger Johan uit. Marsof voorziet de heli bij echte kapingen van een MAG-mitrailleur. „Daarmee kunnen wij mariniers dekkingsvuur geven, zodat zij hun werk kunnen doen.”
Afdaling
Het schip deint, de heli schommelt, het touw slingert. Mariniers gooien een dikke kabel vanuit de heli naar beneden. De opdracht is duidelijk: touw tussen de schoenen klemmen en afdalen. De manschappen moeten met hun handen –voorzien van een paar verdikte handschoenen– vaart minderen.
Met hoge snelheid dalen de zwaarbewapende, gemaskerde manschappen één voor één af langs de kabel. Tijd om zich te zekeren ontbreekt. Met een plof belanden ze op het dek en nemen hun positie in. Volgens een vaste, geheime procedure. Geweer in de aanslag.
De tijd dringt. Piraten kunnen de gegijzelde bemanning elk moment iets ernstigs aandoen. Behoedzaam rukken de mariniers op. Trap naar beneden, rechtsaf de gang op. Plotseling klinken schoten. De mariniers stuiten op een ”tango”. De gewapende terrorist wordt met gerichte schoten uitgeschakeld. Een ”sierra”, een slachtoffer, in dezelfde kamer blijft ongedeerd.
Bij bevrijdingsacties maakt het een wereld van verschil of terroristen de bemanning in handen hebben of dat deze een goed heenkomen heeft gevonden in een citadel, een speciale beveiligde ruimte op het schip, legt instructeur Rik uit. „Als de bemanning in veiligheid is, verloopt een zuiveringsactie razendsnel.”
Uithijgen
Marinier der eerste klas Casper hijgt in de hangaar van de Zr. Ms. Zeeland nog na van het ”fastropen”. „Het blijft leuk. We maken vaker afdalingen, soms ook van 30 meter hoogte. Maar op zee is het toch anders. Zo’n heli hangt niet stil en het touw niet kaarsrecht.”
Met de maritieme training komt het eind van de zware opleiding voor de Marsof-cursisten in zicht. „Als ik de komende twee weken mijn enkel niet breek, maak ik goede kans om de eindstreep te halen”, zegt marinier Jeroen aan boord van de Zeeland.
Een loodzwaar eindexamen wacht.
Vliegende vaart
Een waterscooter speert met hoge snelheid over het water van een recreatieplas in Wuustwezel (België). De Seadoo –160 pk, dik 100 km/u– stelt Marsof in staat om snel en ongezien operaties op het water uit te voeren. Met een reddingsplank achter de scooter kan de eenheid snel mariniers oppikken. Of afzetten.
De Seadoo’s opereren „onzichtbaar” onder de vijandelijk radar, legt instructeur Danny op de aanlegsteiger uit. De marine breidt het aantal Seadoo’s nog dit jaar uit van vier naar twintig. Een militaire waterscooter –met speciale voorzieningen zoals gps, infraroodverlichting, extra brandstoftank, speciale coating– kost een slordige 50.000 euro per stuk.
Instructeur Jonne leidt mariniers op voor de snelheidmonsters. „Het apparaat is levensgevaarlijk voor beginners.” De Marsof-operators laten zich met de reddingsplank op het water afzetten en even later weer oppikken.
Tijd voor een test. Een RD-verslaggever hijst zich –met z’n kleren aan– in een waterdicht pak. Korporaal Jonne geeft vol gas. De Seadoo scheert op topsnelheid over het meer. De passagier klemt zich –een tikje wanhopig– vast aan twee minieme beugeltjes achter zich. De overlevingskansen bij een klap lijken beperkt. Jonne slingert woest over het water, maar slaagt er niet in z’n passagier eraf te kieperen. Verslaggevers zijn taai.
De korporaal mindert vaart. „Rondje reddingsplank?” Even later raast de Seadoo met plank en passagier rond. Het water spat hoog op. Dan remt de marinier af voor het gebruikelijke scenario: afzetten, rondje varen, oppikken. Strakke actie.
De verslaggever laat zich nietsvermoedend vanaf de plank in het ijskoude water zakken. De bestuurder geeft gas, vaart regelrecht naar de aanlegsteiger en... stapt af. Verbijsterd blijft de verslaggever achter. Midden op het meer. Breed grijnzend staat een koppeltje mariniers op de steiger te wuiven. „Zwémmen!”
Lek als een mandje
De reporter rest weinig anders dan zich zwemmend in veiligheid te brengen. Het waterdichte pak blijkt ‘opeens’ aan alle kanten lek, terwijl een waterdichte rits ineens ‘per ongeluk’ 5 centimeter open blijkt te staan. Langzaam stroomt het pak vol, de kleren drijfnat. Eén ding is zeker. De mariniers móéten hier meer van weten.
Een typische Marsof-actie, verklaart sergeant-majoor Gerwin met een brede grijns. „Marsof opereert altijd bloedserieus, maar kan ook op z’n tijd een geintje uithalen. En wij kunnen om onszelf lachen.”
Terreur houdt Europa in z’n greep. Deze krant biedt een unieke blik achter de schermen van Marsof, dat onder andere de zwaarste antiterreureenheid van Nederland kent. Woensdag deel 12.
Hoogwater en laagwater
De elite-eenheid van het Korps Mariniers is getraind om bevrijdingsacties op gekaapte schepen of olieplatforms op volle zee uit te voeren. Tijdens de opleiding leren de manschappen vaartuigen te enteren, bijvoorbeeld vanaf het water.
De mariniers slaan een 15 meter lange, uitschuifbare paal met haak –voorzien van een stalen touwladder– om de reling. Of ze schieten –met een ”airlauncher”, een soort harpoen– vanuit een onderscheppingsvaartuig de haak over de reling en klimmen via de touwladder omhoog. Op die manier stapt de antiterreureenheid in geval van nood bij grote en kleine schepen aan boord.
Instructeur Dennis legt de mariniers tijdens de debriefing nog even een brandende vraag voor. „Kun je een schip vanaf het water beter enteren bij hoogwater of bij laagwater?” Even is het stil in de groep vechtjassen. Negen mariniers denken diep na.
„Bij laagwater heb je misschien minder golfslag”, probeert marinier Casper voorzichtig. Collega Stefan doorziet echter de strikvraag. „Het maakt geen bal uit. De afstand blijft hetzelfde, want een schip beweegt altijd mee met de waterstand.”