Binnenland
Karel Smouter: Hier op aarde is het wel

Veel christenen denken dat het echte leven in het hiernamaals begint, merkt de journalist Karel Smouter. „Maar God is juist diep betrokken bij de aarde, bij alles wat leeft, groeit en bloeit.”

Jan-Kees Karels
10 January 2014 22:28Gewijzigd op 15 November 2020 08:08
Karel Smouter. beeld Anton Dommerholt
Karel Smouter. beeld Anton Dommerholt

Op de vreemdste momenten wordt hij ’s nachts wakker: Nelis! Het doorslapen gaat steeds beter, zegt Karel Smouter, die vorig jaar voor het eerst vader werd. „Het is een onbeschrijflijke ervaring. Ineens gaat een nieuw leven van start. Je voelt een nieuw soort liefde die ergens in je binnenste blijkt te huizen.”

Een gesprek in een eetgelegenheid aan de Amsterdamse Sloterkade over christelijke media en De Nieuwe Koers, waarvan hij vorige maand afscheid nam als hoofdredacteur, over zijn nauwe betrokkenheid bij vluchtelingen en over „de lens” waardoor hij de Bijbel leest.

Hoe staat het met uw goede voornemen voor 2014?

„Ik schrijf veel artikelen over grote problemen. Bijvoorbeeld over de vraag: mag de Europese Unie wel of niet over vluchtelingen­quota onderhandelen? Je kunt er uitgebreid over filosoferen, maar je eigen invloed als persoon is klein. Mijn goede voornemen is om dit jaar een project te vinden hier in Amsterdam, waarbij ik heel concreet bij één persoon betrokken ben. Het is makkelijk om je te verliezen in problemen ver weg, terwijl in de stad waar je woont de problemen op de stoep liggen.”

Wat wilde u als kind worden?

„Dat wisselde. Er waren momenten dat ik dominee wilde worden, andere keren was het politicus, of kok, of journalist. Het vak van journalist kwam telkens terug. Een oom van me vloog als journalist de wereld over. Hij nam voor allerlei leden van de familie een stukje van de Berlijnse Muur mee. Dat maakte op mij als kind een onuitwis­bare indruk. Hij deed bijvoorbeeld ook verslag van de vrijlating van Mandela.”

Uw vader is predikant en journalist: een inspirerend voorbeeld?

„Als domineeszoon voel je altijd een natuurlijke loyaliteit ten opzichte van het werk van je vader. We zijn vaak verhuisd, je reisde met elkaar het hele land door. Dan ben je trots op je vader. Wat mij vooral inspireert, is dat hij in de loop van zijn leven altijd nieuwsgierig is gebleven. Niet dat hij rond z’n 25e op een aantal conclusies uitkwam, en die vervolgens de rest van z’n leven van de kansel heeft geroepen. Hij heeft nieuwe dingen ontdekt, ook in z’n eigen bediening.”

Toch ging u filosofie studeren. Waarom?

„De belangrijkste reden was dat ik in gesprek wilde gaan over de grote vragen van het leven. Als je opgroeit in de kerk krijg je een bepaalde taal mee. Ik wilde echter met mijn tijdgenoten praten in gewoon Nederlands. Ik heb een blauwe maandag theologie gestudeerd. De aanslagen op de Twin Towers hadden plaats in de eerste week van m’n studie. Ik vond het ontluisterend dat zo’n groot wereldgebeuren mijn studie­genoten en docenten nauwelijks iets leek te doen. Toen dacht ik: Ik zit hier niet op de goede plek.”

In 2012 werd u hoofdredacteur van cv.koers, later omgedoopt tot De Nieuwe Koers. U noemde dit in een interview „de grootste uitdaging die ik ooit ben aan­gegaan.” Wat was de uitdaging?

„Cv.koers was het tijdschrift dat altijd op de koffietafel van mijn ouders lag. De uit­daging was het tot een blad te maken dat we zélf zouden kopen, de twintigers, dertigers en veertigers.”

Hoe zag het plan voor het blad eruit?

„Het eerste jaar stond in het teken van het omvormen van cv.koers tot De Nieuwe Koers, om het blad aansprekend te maken voor een nieuwe generatie. Afgelopen jaar stond in het teken van het bouwen van een gemeenschap lezers rond het blad. In een manifest hebben we het type christen waar we voor staan, omschreven als „de hoop­volle realist.” De christen die toekomstgericht is, zich niet in een sub­cultuur beweegt, maar in de wereld om hen heen.”

U bent vertrokken als hoofdredacteur. 
Wat hebt u bereikt in die twee jaar?

„De eerste stap is goed gelukt, het blad is sterk verbeterd na de restyling. Althans, dat hoorde ik veel terug. Voor de tweede stap, het bouwen van een gemeenschap rond het blad, wilde ik evenementen opzetten. Dat hebben we ook gedaan, maar zoiets moet stevig gesteund worden door de uitgeverij. En het is me niet voldoende gelukt de uitgeverij daarin mee te krijgen. Daardoor is ook de derde stap, het bouwen van een onlinecomponent naast het blad, niet van de grond gekomen. Helaas. Aan de andere kant heb ik er vertrouwen in dat de titel gecontinueerd kan worden. Het is een sterk blad, dat voor een groot deel door dezelfde freelancers gemaakt blijft worden.”

Wisselt u snel van uitdagingen?

„Ik hoopte hier langer mee door te gaan. Tegelijk ben ik iemand die iets zoekt om m’n tanden in te zetten, om dan in korte tijd veel effect te hebben.”

Waarin ligt uw kracht?

„Ik kan goed omdenken: dingen op een nieuwe manier bekijken. Ik kan goed met mensen meedenken. En als het moet ook tegendenken: vragen stellen, dingen beter maken. Afgelopen jaar heb ik veel mee­gedacht met kerken en organisaties om te kijken wat ze in de buurt kunnen doen.”

Hoe zien de christelijke media er over vijftien jaar uit, denkt u?

„Ik denk dat er de komende jaren een christelijke zuil zal blijven bestaan, al zullen de zuiltjes daarbinnen verbrokkelen. Je ziet christenen steeds meer samen­werken.

Een vraag is wel of mijn generatie überhaupt nog behoefte heeft aan christelijke media. Je ziet dat christenen in seculiere media steeds meer zichzelf zijn. Nrc.next nodigt voor z’n Jezusspecial met Kerst een dominee uit om het nieuws van commentaar te voorzien.”

Vanwaar uw nauwe betrokkenheid bij vluchtelingen?

„Het was voor mij een ontdekking dat Jezus de eerste jaren van Zijn leven Zelf op de vlucht was voor een tiran. Groepen mensen onderweg: de hele Bijbel door is dat een thema. Hier in Amsterdam leven veel vluchtelingen op straat. In mijn studenten­tijd kwam ik twee Somalische mannen tegen met wie ik vriendschap sloot. Ik ben zes keer in Iran geweest voor journalistiek werk. Dan kun je je een levendige voorstelling maken van mensen onderweg. Niet omdat ze dat willen, maar omdat ze moeten vanwege bittere armoede of ver­volging.”

Voor het onlineplatform De Correspondent maakt u reportages over het Europese migratiebeleid. Wat heeft u gezien in kamp Harmanli in Bulgarije?

„Je ziet 1100 mensen, onder wie 300 baby’s, naar wie níémand omkijkt. Ze zitten in een soort openluchtgevangenis, overleven al improviserend. Om het beetje eten wordt ’s nachts gevochten. Wat me bijblijft, is het beeld van een Syrische baby die even oud is als mijn zoontje. De vader zei tegen mij, trotse vader: Eigenlijk hoop ik dat mijn kind maar sterft, dan kan ik tenminste voor mijn oudste kind gaan zorgen.”

U spreekt over fort Europa, bewaakt door 400.000 grenswachters, waar een inhumaan kwartetspel met vluchtelingen wordt gespeeld.

„De grens tussen Turkije en Griekenland is hermetisch afgesloten. Maar de vluchtelingenstroom verlegt zich gewoon naar verderop, naar Bulgarije. Voor honderden miljoenen euro’s wordt geïnvesteerd in satel­lieten die de grens bewaken, camera’s, hekken. Dat kan natuurlijk helemaal niet! Het is utopisch te denken dat je de hele Europese Unie kunt omheinen.”

Hoe kan het anders?

„De EU zal moeten erkennen dat je stromen mensen op weg nooit helemaal kunt indammen. Wél kun je mensen, vóórdat ze riskante tochten gaan ondernemen, via ambassades er goed over informeren wat hun te wachten staat in Europa en wat de kansen zijn op asiel. Je kunt je ook voorstellen dat de asielprocedure alvast begint in het land van herkomst. Meer dan nu zou het horen van mensen daar kunnen plaatsvinden.” Hoe speelt uw geloofsovertuiging hierin mee?

„Je moet altijd strijden tegen de neiging om mensen als iets overbodigs te zien, als „verwijderbaar” – zoals in bepaalde procedures wel of niet staat aangevinkt. Wratten of graffiti zijn verwijderbaar – maar mensen? Het simpele feit dat iemand op een andere plek geboren is, maakt niet dat iemand minder rechten heeft dan ik. God houdt van ieder mens evenveel.”

Wie is God voor u?

„Ik richt mijn gebeden tot God de Vader. Wat me opvalt in het hedendaagse christendom is dat God wordt voorgesteld als een soort medicijn voor je eigen persoonlijke schuldgevoel. In de traditie waarin ik ben opgevoed, speelt dat een grote rol. Je bent schuldig als mens, God is Degene Die de schuld wegneemt. De afgelopen jaren ben ik gaan zien dat dat een reductie is van God. God is voor mij in de eerste plaats leven, de verzekering dat het leven het wint van de dood. Ook al wijst alles op het tegendeel. God is de bron van mijn hoop, de reden dat ik leef.”

En Jezus?

„In de eerste plaats een moreel ijkpunt. Wat is goed, wat is slecht? Dingen die Jezus belangrijk vindt, moeten ook mijn prioriteiten zijn. Jezus is voor mij de lens waardoor ik die grote Bijbel lees. God is de Bron van leven, en Jezus wijst ons hoe we dat leven moeten leiden. Heb uw naasten lief als uzelf. Heb God lief boven alles. In Jezus hebben we een voorbeeld gezien waar het in de kern om draait. Dan blijven er veel dingen over waar je anders over kunt denken.”

Zoals?

„Ik zag pas op Facebook een mooie poster, afkomstig van een Amerikaanse blog: Hier alles wat Jezus gezegd heeft over homo­seksualiteit. En dan: een lege pagina. We zijn als christenen weleens te veel bezig met dingen die voor Jezus geen rol spelen.”

Bent u een zeker type, of meer een twijfelaar?

„Het is in mijn kringen populair om jezelf als twijfelaar neer te zetten. Maar eerlijk gezegd zie ik toch wel heel veel constanten in de manier waarop ik geloof. De manier waarop ik als kind, tiener, vol­wassene naar de wereld keek, is niet substantieel ver­anderd. Ik ben nog altijd iemand die zich laat raken door onrecht, en door bepaalde passages in de Bijbel.”

Gods doel ligt op aarde, en dat van ons ook, las ik in een bespreking van een boek van de theoloog Tom Wright. Mee eens?

„Ja. Een groot probleem met veel christendom is de uitspraak: „Hier beneden is het niet.” Nou, hier op aarde is het wel! Veel christenen denken dat het echte leven elders is – terwijl God juist diep betrokken is bij de aarde. Je kunt wel speculeren over een hel en hemel na dit leven, maar voor heel veel mensen is het leven op aarde al een hel. Ook voor de mensen die ik bezocht in de vluchtelingenkampen in Bulgarije. Het zou onze kerntaak moeten zijn op aarde de hemel het te laten winnen van de hel.”


Levensloop Karel Smouter

Karel Smouter (1983) studeerde filosofie aan de VU. Hij was enige tijd missionair werker voor de IZB in de Amsterdamse Noorderkerk. Begin 2012 werd hij hoofdredacteur van het christelijke opinieblad cv.koers, later omgedoopt tot De Nieuwe Koers. Per 1 januari is 
Arie Kok hem opgevolgd als hoofdredacteur.

Eind 2012 was Smouter een van de initiatiefnemers van de Vluchtkerk in Amsterdam, waar asielzoekers onderdak vonden. Sinds september vorig jaar schrijft hij voor 
De Correspondent over asiel en migratie.

Smouter is zoon van predikant en oud-EO-presentator ds. Willem Smouter. Hij is getrouwd en heeft een zoon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer