En het is geschied, toen Farao het volk had laten trekken, zo leidde hen God niet op den weg van het land der Filistijnen, hoewel die nader was; want God zeide: Dat het den volke niet rouwe, als zij den strijd zien zouden, en wederkeren naar Egypte.
Uitleg
Uit Fararo’s handen zijn de Israëlieten ontkomen. Juichend hebben ze Egypte achter zich gelaten. Gods almachtige hand heeft hen verlost. Met goud en zilver beladen, met grote kudden vee, dus niet bepaald als verliezers, gaan de Israëlieten op weg naar Kanaän. Aan de honderden jaren van slavernij is nu een einde gekomen. De Israëlieten zijn bevrijd. Wat een blijdschap!
Als de Heeren een mens verlost uit het diensthuis van de zonde, is er ook in het begin vol vreugde. Warm klopt het vernieuwde hart voor de Heere en Zijn dienst. Hoe teer zijn we dan in gebed, hoe aangenaam is het luisteren naar de preek. Net als de discipelen laten we dan alles achter en volgende we de Heere op Zijn Woord. Als Gods liefde gaat trekken, houdt niet dat tegen. Heb je ook weleens zoveel dienenswaardigheid in God gezien en zoveel walging gekregen over je zonde? De pas bekeerden kunnen in het begin denken, net als de Israëlieten bij de uittocht ook gedacht hebben: nu zullen we zo Kanaän zijn. Nu zullen we van kracht tot kracht steeds voortgaan. Maar wat lezen we in het Bijbelgedeelte? De Heere brengt Zijn volk niet op de koste weg, maar gaat met hen de omweg door de Schelfzee en de woestijn. De Heere brengt de meesten van Zijn kinderen, na hun bekering, niet rechtstreeks in de hemel. De bijbelse weg naar het hemelse Kanaän is de weg door de woestijn met veel verdrukking. Het uitgeleide volk wordt op die omweg ingeleid in verdiepende zelfkennis, Godskennis en Christuskennis.
Uit Fararo’s handen zijn de Israëlieten ontkomen. Juichend hebben ze Egypte achter zich gelaten. Gods almachtige hand heeft hen verlost. Met goud en zilver beladen, met grote kudden vee, dus niet bepaald als verliezers, gaan de Israëlieten op weg naar Kanaän. Aan de honderden jaren van slavernij is nu een einde ...
Aan de morgen van de derde dag, nadat de Israëlieten uit Egypte gegaan waren, verscheen plotseling het wonderteken van de wolk- en vuurkolom. Ze waren inmiddels gekomen aan de rand van de woestijn. Voor hen strekte de wildernis zich uit. Daar moesten ze door. De moeilijkste weg naar Kanaän moesten ze gaan. Maar de Heere ...
We zien de stammen Israëls vandaag in een moeilijk parket. Pal voor hen strekt zich het water uit van de Rode Zee, rondom hen zijn de bergen en achter hen is de enige opening tot het dal, afgesloten door Farao en zijn ruiters. Ze zitten vast als vissen in de fuik. Ze kunnen ...
De Heere Jezus heeft een woord gesproken dat allen die op de leerschool van genade gekomen zijn, met hun hart beleven. Ik bedoel dit: “Die dingen, die onmogelijk zijn bij mensen, zijn mogelijk bij God.” De geschiedenis van de doortocht door de Rode Zee is een praktische invulling van deze woorden. Wat een ...
Bij de uittocht uit Egypte en na de doortocht door de Rode Zee hebben de Israëlieten gezonden. Murmureren konden ze echter ook. Dat zingen na het wonder van doortocht was al snel over. Op de derde dag na dat grote wonder lopen ze alweer te murmureren. Het water is op, en hoe ze ...
Een bijzonder liefelijke plaats is Elim voor de Israëlieten geweest. Grote bomen gaven hun heerlijke schaduw, twaalf waterfonteinen gaven elke staf een heerlijke verkwikking. Daar mag het volk uitrusten, nieuwe kracht opdoen. Zulke tijden geeft de Heere ook aan de Zijnen. Midden in de strijd en beproevingen, wil de Heere de druk weleens verlichten, een voorproefje geven ...
Door de eenzame hete woestijn Sin trekken daar de nakomelingen van Jakob. Een miljoenenvolk, dat mogen we gerust aannemen. Zwaar valt de tocht door dat barre oord, en het wordt nog zwaarder, want het eten raakt op. Het hongerspook doemt op. Wat nu? Biddag houden, zeg jij. Ja, dat zou het beste zijn. Maar wat doen wij als de ...
Dinsdag: Uit het diensthuis uitgeleid
Exodus 13:17
Uitleg
Uit Fararo’s handen zijn de Israëlieten ontkomen. Juichend hebben ze Egypte achter zich gelaten. Gods almachtige hand heeft hen verlost. Met goud en zilver beladen, met grote kudden vee, dus niet bepaald als verliezers, gaan de Israëlieten op weg naar Kanaän. Aan de honderden jaren van slavernij is nu een einde gekomen. De Israëlieten zijn bevrijd. Wat een blijdschap!
Als de Heeren een mens verlost uit het diensthuis van de zonde, is er ook in het begin vol vreugde. Warm klopt het vernieuwde hart voor de Heere en Zijn dienst. Hoe teer zijn we dan in gebed, hoe aangenaam is het luisteren naar de preek. Net als de discipelen laten we dan alles achter en volgende we de Heere op Zijn Woord. Als Gods liefde gaat trekken, houdt niet dat tegen. Heb je ook weleens zoveel dienenswaardigheid in God gezien en zoveel walging gekregen over je zonde? De pas bekeerden kunnen in het begin denken, net als de Israëlieten bij de uittocht ook gedacht hebben: nu zullen we zo Kanaän zijn. Nu zullen we van kracht tot kracht steeds voortgaan. Maar wat lezen we in het Bijbelgedeelte? De Heere brengt Zijn volk niet op de koste weg, maar gaat met hen de omweg door de Schelfzee en de woestijn. De Heere brengt de meesten van Zijn kinderen, na hun bekering, niet rechtstreeks in de hemel. De bijbelse weg naar het hemelse Kanaän is de weg door de woestijn met veel verdrukking. Het uitgeleide volk wordt op die omweg ingeleid in verdiepende zelfkennis, Godskennis en Christuskennis.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Uit het diensthuis uitgeleid
Uit Fararo’s handen zijn de Israëlieten ontkomen. Juichend hebben ze Egypte achter zich gelaten. Gods almachtige hand heeft hen verlost. Met goud en zilver beladen, met grote kudden vee, dus niet bepaald als verliezers, gaan de Israëlieten op weg naar Kanaän. Aan de honderden jaren van slavernij is nu een einde ...
-Woensdag: Woensdag: De wolk- en voorkolom
Aan de morgen van de derde dag, nadat de Israëlieten uit Egypte gegaan waren, verscheen plotseling het wonderteken van de wolk- en vuurkolom. Ze waren inmiddels gekomen aan de rand van de woestijn. Voor hen strekte de wildernis zich uit. Daar moesten ze door. De moeilijkste weg naar Kanaän moesten ze gaan. Maar de Heere ...
-Donderdag: Donderdag: Strijd en overwinning
We zien de stammen Israëls vandaag in een moeilijk parket. Pal voor hen strekt zich het water uit van de Rode Zee, rondom hen zijn de bergen en achter hen is de enige opening tot het dal, afgesloten door Farao en zijn ruiters. Ze zitten vast als vissen in de fuik. Ze kunnen ...
-Vrijdag: Vrijdag: Door de Rode Zee
De Heere Jezus heeft een woord gesproken dat allen die op de leerschool van genade gekomen zijn, met hun hart beleven. Ik bedoel dit: “Die dingen, die onmogelijk zijn bij mensen, zijn mogelijk bij God.” De geschiedenis van de doortocht door de Rode Zee is een praktische invulling van deze woorden. Wat een ...
-Zaterdag: Zaterdag: Mara
Bij de uittocht uit Egypte en na de doortocht door de Rode Zee hebben de Israëlieten gezonden. Murmureren konden ze echter ook. Dat zingen na het wonder van doortocht was al snel over. Op de derde dag na dat grote wonder lopen ze alweer te murmureren. Het water is op, en hoe ze ...
-Zondag: Zondag: Elim
Een bijzonder liefelijke plaats is Elim voor de Israëlieten geweest. Grote bomen gaven hun heerlijke schaduw, twaalf waterfonteinen gaven elke staf een heerlijke verkwikking. Daar mag het volk uitrusten, nieuwe kracht opdoen. Zulke tijden geeft de Heere ook aan de Zijnen. Midden in de strijd en beproevingen, wil de Heere de druk weleens verlichten, een voorproefje geven ...
-Maandag: Maandag: Met Manna, hemels brood, verzadigd
Door de eenzame hete woestijn Sin trekken daar de nakomelingen van Jakob. Een miljoenenvolk, dat mogen we gerust aannemen. Zwaar valt de tocht door dat barre oord, en het wordt nog zwaarder, want het eten raakt op. Het hongerspook doemt op. Wat nu? Biddag houden, zeg jij. Ja, dat zou het beste zijn. Maar wat doen wij als de ...