Zaterdag: Mara

Exodus 15:23

Toen kwamen zij te Mara; doch zij konden het water van Mara niet drinken, want het was bitter; daarom werd derzelver naam genoemd Mara.

Uitleg

Bij de uittocht uit Egypte en na de doortocht door de Rode Zee hebben de Israëlieten gezonden. Murmureren konden ze echter ook. Dat zingen na het wonder van doortocht was al snel over. Op de derde dag na dat grote wonder lopen ze alweer te murmureren. Het water is op, en hoe ze ook zoeken, het is nergens te vinden. De zon staat boven hen te branden, de kinderen lopen te huilen, krachten nemen af.. er is geen water. Wat een moeilijk begin! 

Maar dan, daar klinkt gejuich, daar aan de horizon ligt een oase, daar moet water zijn, en ze haasten zich voort. Maar een teleurstelling wacht, want het water is bitter, het is ondrinkbaar. Dit is te erg! Drie dagen door de woestijn, geen water hebben en dan, als je het gevonden hebt, het niet kunnen drinken. Wat een marteling.

Ja, zo kijkt het opstandig murmurerende volk ertegen aan. De Heere ziet en bedoelt het echter ander. Er staat: “En aldaar verzocht Hij hetzelve.” Israël wordt door de Heere beproefd. Hij onderzoekt altijd Zijn eigen werk. Het karaatsgehalte van het geloof moet worden vastgelegd. Alle verontreiniging moet worden uitgezuiverd. Surrogaat moet worden ontmaskerd. Ga de levensboeken van de bijbelheiligen maar eens na, en je leest van beproeving, strijd en kruis. Beschamend is de les van Mara. Bitterder dan het water zijn de harten van de Israëlieten. Wat een diepe les tot zelfkennis in deze halteplaats. De Heere maakt echter bitter water zoet. Door middel van een hout. Door het hout waar Jezus aan gehangen heeft, wordt, alle bitterheid verzoet. Ken jij dat wonder ook?

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Uit het diensthuis uitgeleid

Uit Fararo’s handen zijn de Israëlieten ontkomen. Juichend hebben ze Egypte achter zich gelaten. Gods almachtige hand heeft hen verlost. Met goud en zilver beladen, met grote kudden vee, dus niet bepaald als verliezers, gaan de Israëlieten op weg naar Kanaän. Aan de honderden jaren van slavernij is nu een einde ...

-Woensdag: Woensdag: De wolk- en voorkolom

Aan de morgen van de derde dag, nadat de Israëlieten uit Egypte gegaan waren, verscheen plotseling het wonderteken van de wolk- en vuurkolom. Ze waren inmiddels gekomen aan de rand van de woestijn. Voor hen strekte de wildernis zich uit. Daar moesten ze door. De moeilijkste weg naar Kanaän moesten ze gaan. Maar de Heere ...

-Donderdag: Donderdag: Strijd en overwinning

We zien de stammen Israëls vandaag in een moeilijk parket. Pal voor hen strekt zich het water uit van de Rode Zee, rondom hen zijn de bergen en achter hen is de enige opening tot het dal, afgesloten door Farao en zijn ruiters. Ze zitten vast als vissen in de fuik. Ze kunnen ...

-Vrijdag: Vrijdag: Door de Rode Zee

De Heere Jezus heeft een woord gesproken dat allen die op de leerschool van genade gekomen zijn, met hun hart beleven. Ik bedoel dit: “Die dingen, die onmogelijk zijn bij mensen, zijn mogelijk bij God.” De geschiedenis van de doortocht door de Rode Zee is een praktische invulling van deze woorden. Wat een ...

-Zaterdag: Zaterdag: Mara

Bij de uittocht uit Egypte en na de doortocht door de Rode Zee hebben de Israëlieten gezonden. Murmureren konden ze echter ook. Dat zingen na het wonder van doortocht was al snel over. Op de derde dag na dat grote wonder lopen ze alweer te murmureren. Het water is op, en hoe ze ...

-Zondag: Zondag: Elim

Een bijzonder liefelijke plaats is Elim voor de Israëlieten geweest. Grote bomen gaven hun heerlijke schaduw, twaalf waterfonteinen gaven elke staf een heerlijke verkwikking. Daar mag het volk uitrusten, nieuwe kracht opdoen. Zulke tijden geeft de Heere ook aan de Zijnen. Midden in de strijd en beproevingen, wil de Heere de druk weleens verlichten, een voorproefje geven ...

-Maandag: Maandag: Met Manna, hemels brood, verzadigd

Door de eenzame hete woestijn Sin trekken daar de nakomelingen van Jakob. Een miljoenenvolk, dat mogen we gerust aannemen. Zwaar valt de tocht door dat barre oord, en het wordt nog zwaarder, want het eten raakt op. Het hongerspook doemt op. Wat nu? Biddag houden, zeg jij. Ja, dat zou het beste zijn. Maar wat doen wij als de ...