Lege kerken op roomse platteland zijn baken in zee
Veel media besteden aandacht aan het nieuwe decennium, alsof de jaarwisseling deze week het einde markeerde van de ”jaren tien” en dat nu de ”jaren twintig” beginnen. Strikt genomen valt die scheiding pas aan het eind van 2020, omdat er nu eenmaal geen jaar 0 heeft bestaan. Toch is er voldoende aanleiding om terug te blikken en vooruit te kijken, en dat niet alleen over de periode van een jaar maar van een decennium.
Katholiek Nieuwsblad deed dat en berichtte vrijdag over een studie naar „de kerk van de jaren twintig.” De redactie verrichtte onderzoek naar kerkverlating op het platteland. Dat leidde volgens hoofdredacteur Anton de Wit tot een conclusie die niet alleen onverwacht was maar ook ongemakkelijk: Als de kerk verdwijnt uit een dorp, wordt die nauwelijks gemist.
De cijfers over kerkverlating in de Rooms-Katholieke Kerk zijn pijnlijk. In vijftien jaar tijd daalde het aantal mensen dat zich katholiek noemt met 20 procent en halveerde het aantal kerkgangers en parochies. Er zijn nog circa 150.000 kerkgangers overgebleven. De Wit verwacht dat de „afbraak van kerkelijke gebouwen en structuren” zich het komende decennium onverminderd of mogelijk versneld zal voortzetten.
Dat zijn veelzeggende cijfers. Nog maar enkele decennia geleden schilderden behoudende christenen ‘Rome’ af als het grote gevaar. Intussen is die kerk –in elk geval in Nederland– vrijwel verkruimeld.
De dorpen waar die gebouwen nu gesloten zijn, hebben er echter nauwelijks onder geleden. De sociale functie van de kerk werd overgenomen door een bingoavond, sportclub of bejaardensoos. Ook dat is veelzeggend. Kennelijk laat de kern van het geloof dat in deze kerken beleefd werd, zich eenvoudig terugbrengen tot het aansteken van een kaarsje of het zingen van een carnavalslied.
Een schip op het strand is een baken in zee. Reformatorische kerken moeten niet de illusie koesteren dat deze ontwikkeling hen voorbij zal gaan. Ook in deze kring brokkelt het kerkelijk besef bij jongeren af. Sommigen juichen dat toe, maar zonder te beseffen wat de gevolgen kunnen zijn. Als tegelijkertijd het moderne levensgevoel binnendruppelt en gemeenten allerlei aanpassingen bedenken om jongeren vast te houden, is het gevaar groot dat er vorm overblijft zonder inhoud. Dan volgt al snel dezelfde weg als die van de roomse parochies.
Laten reformatorische kerken ook van dit onderzoek leren dat ze niet hoeven te strijden voor behoud van hun kerkgebouw. Hopelijk blijven de godshuizen nog lang in gebruik, maar het Woord van God is niet gebonden aan hout of steen. De Heere Jezus preekte vanaf een schip en op een berg en Hij is nog steeds aanwezig bij de twee of drie die in Zijn naam vergaderen – of dat nu in een gevangenis in China is, in een bloedhete container in Eritrea of op een zolderkamertje in de Biblebelt. De poorten van de hel zullen Zijn kerk niet overweldigen.