Pakistaanse vluchteling schrijft boek over depressie en lichtpuntjes in azc Katwijk
In Pakistan deed hij kerkelijk werk, richtte een school op voor armen en bood hulp aan ontheemden. Na bedreigingen vluchtte Javed Masih vijf jaar geleden naar Nederland. In het azc in Katwijk raakte hij zwaar depressief, maar hij klom uit het dal omhoog. „Mijn gebed was: Hoe kan ik U in dit land dienen?”
Als auteur van een boek over een christenpoliticus die in Pakistan werd gedood, ontving Javed (45) ernstige bedreigingen. In 2014 zag hij zich genoodzaakt met zijn vrouw, Nasreen (49), dochter Nimra (21) en zoon Aroon (19) zijn land te ontvluchten. Het gezin vroeg in Nederland asiel aan.
Inmiddels heeft Javed een verblijfsvergunning. Hij woont in een rijtjeshuis in Leiden en spreekt behoorlijk goed Nederlands. Toch stelt hij na tien minuten voor over te stappen op het Engels, omdat hij in die taal zijn verhaal beter kan vertellen.
In januari verscheen zijn Engelstalige boek ”No longer strangers?” Daarin blikt de vluchteling terug op de jaren dat hij in asielzoekerscentra (azc’s) verbleef. Via Ter Apel en Budel kwam hij in Katwijk terecht, waar hij bijna twee jaar woonde (zie ook ”Aan tafel bij Willem-Alexander”).
Zondag
Javed groeit met twee zussen op in een christelijk gezin in het Zuid-Aziatische Pakistan, waar 95 procent van de bevolking islamitisch is. In zijn dorp wonen 120 christelijke gezinnen te midden van zo’n 5000 moslims. De meeste christenen zijn evenals Javed rooms-katholiek.
Samen met evangelischen en anglicanen komen ze op zondag bijeen in een kapel. „Er waren geen grote verschillen. We voldeden aan het woord van Jezus: „Opdat zij allen één zijn.”” Met Kerst en Pasen leidt een priester de mis. De andere zondagen is er een samenkomst met een catecheet of doen de kerkgangers met elkaar Bijbelstudie.
Javed volgt een opleiding religieuze educatie en pastorale studies aan een rooms-katholiek trainingscentrum in de stad Khushpur. Op zijn 21e gaat hij als catecheet aan de slag. Daarnaast richt hij in 1999 in Rawalpindi de St. Peter’s School op voor kinderen uit arme, veelal christelijke gezinnen. Het werk breidt zich uit met buitenschoolse activiteiten.
Als vrijwilligers zetten Javed en zijn vrouw zich in voor vluchtelingen, bijvoorbeeld na een aardbeving in het noorden van Pakistan in 2005. „Velen raakten dakloos en sliepen in tenten.” Onder meer vanuit Mattheüs 25 voelt Javed zich geroepen hen hulp te bieden. „Van de binnenlandse vluchtelingen was 99 procent moslim. De Heere Jezus leert mij, bijvoorbeeld in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan, dat ik iedereen moet helpen.”
Cultuur
In 2014 verandert het leven van Javed drastisch, als hij na bedreigingen door extremistische groepen zijn land ontvlucht. Hij belandt in een azc in Nederland, spreekt de taal niet, heeft geen werk. „Nu weet ik wat het is om vreemdeling, vluchteling te zijn.”
In Pakistan zag hij met liefde en bewogenheid naar ontheemden om. Op de vraag of hij als asielzoeker in Nederland dezelfde liefde ervoer, valt hij voor het eerst tijdens het gesprek stil. Na enige aarzeling vertelt hij dat veel kerken in Katwijk zich voor asielzoekers inzetten. „Er worden bijvoorbeeld een paasviering en een interculturele muziekavond georganiseerd. Dat is mooi.” Zijn eerste ervaring was echter niet positief, geeft hij aan. „Ik wil niet klagen, maar wel eerlijk zijn.”
Hij vertelt dat hij vanuit het azc met zijn gezin de mis in een rooms-katholieke kerk in de buurt bezocht. „De eerste twee, drie maanden sprak niemand ons aan. Dat is misschien de Nederlandse cultuur, maar is het ook de Bijbelse cultuur? In Handelingen lees ik over de eerste christelijke gemeente. De mensen leefden samen, deelden hun bezittingen, niemand had gebrek. Dat is kerk-zijn. Dan kan het toch niet zo zijn dat iemand een paar maanden in een kerk komt zonder te worden aangesproken?”
Eten en slapen
De jaren in een azc noemt Javed deprimerend. „We dankten God omdat we veilig waren en een dak boven ons hoofd hadden. Maar het leven in een azc is zwaar. Het bestaat uit eten en slapen. Verder kun je niets doen. Dat geeft een groot risico op depressies. Als asielzoeker heb je geen identiteit. In je eigen land was je iemand: journalist, leraar, sociaal werker. Hier ben je niets.”
In het azc in Katwijk belandt Javed in een zware depressie. Op een winteravond loopt hij naar de kerk omdat hij daar wil bidden. „De deur was op slot. Ik knielde voor de ingang neer en bad: „God, wat wilt U van mij, wat is Uw plan met mijn leven? Ik ben in een vreemd land, heb geen identiteit, voel me verlaten.” Zo stortte ik mijn hart voor God uit.”
Op de weg terug naar het azc ervaart Javed rust. „Het was alsof God tegen me zei: „Dit is jouw nieuwe land. Ik heb hier een taak voor jou.”” Enkele dagen later doet hij samen met zijn dochter boodschappen. Als ze rond zes uur ’s avonds weer in het azc komen, knopen twee onbekende vrouwen een praatje met hen aan. „Ze groetten ons, vroegen hoe we heetten en in welke kamer we woonden. Ik nodigde hen uit: Kom en zie.”
In zijn kamer met vier bedden, een tafel, vier plastic stoelen en een koelkast serveert Javed koffie en thee. De vrouwen blijken vrijwilligers van de Interkerkelijke Werkgroep Asielzoekerscentrum Katwijk (IWAK). Deze organiseert onder meer in een voormalige marinekapel in de buurt van het azc activiteiten. Aan het eind van het gesprek vragen de vrouwen Javed of hij mee wil helpen.
Vanaf dat moment ervaart de Pakistaan dat hij zich weer nuttig kan maken. Gedurende een jaar is hij tweede beheerder van de IWAK-kapel, terwijl zijn vrouw bij het uitdeelpunt van tweedehandskleding actief wordt. „Ik kreeg de sleutel van de kapel en dat werd de sleutel voor de verandering in mijn leven.” Via contacten bij de IWAK begint Javed een theologische master aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij rondt deze af met een scriptie over de situatie van christenen in Pakistan.
Vreugde en liefde
In 2016 krijgt het gezin een verblijfsvergunning, waarna het zich in Leiden vestigt. Javed en zijn vrouw doorlopen er met succes een inburgeringstraject. Op zondag bezoekt Javed doorgaans een internationale parochie in Den Haag, waar hij na de mis catechese geeft. Tot juni werkt hij bij stichting Gave, een interkerkelijke organisatie die christenen toerust voor het werk onder vluchtelingen in Nederland. Hoe het daarna gaat, weet hij niet. „Om dit werk voort te zetten, heb ik een financiële achterban nodig en dat blijkt moeilijk voor mij als nieuwkomer.”
Voor Gave doet Javed een studie naar vreemdelingschap in Bijbels perspectief. Verder stimuleert hij kerken in de regio Katwijk, Den Haag en Leiden om contacten met vluchtelingen te ontwikkelen. „Ook bezoek ik zelf vluchtelingen in Katwijk en Wassenaar.”
Soms bemerkt hij bij christenen angst vanwege het aantal moslims dat hier asiel aanvraagt. Hij deelt dat gevoel niet. „Ze zijn hier nu eenmaal. Laten we beschikbaar zijn om hen te dienen en liefde te tonen. Wij kunnen hen niet met woorden overtuigen, maar wel door onze daden het Evangelie zichtbaar maken.”
Het zoeken van contact met vluchtelingen is niet ingewikkeld, zegt Javed. „Als je leeft overeenkomstig het Evangelie kun je met kleine dingen licht brengen in de wereld van asielzoekers, vol stress en teleurstelling. De kerk kan mensen geen verblijfsvergunning geven, maar aandacht, vreugde, liefde. Glimlach naar vluchtelingen en spreek hen aan. Hoe heet je? Hoe gaat het met je? Verwelkom hen, ga relaties aan. Als de kerk vluchtelingen niet negeert maar gastvrijheid toont, zullen ze zich hier niet langer vreemdelingen voelen.”
Aan tafel bij Willem-Alexander
Hij zat als asielzoeker aan tafel bij koning Willem-Alexander en ontmoette kort daarna premier Mark Rutte. Deze bijzondere ervaringen beschrijft Javed Masih in zijn boek ”No longer strangers? My family’s experience of seeking asylum in the West” (Niet langer vreemdelingen? De ervaring van mijn gezin als asielzoekers in het Westen).
Met het in het Engels verschenen boek –de auteur hoopt een uitgever te vinden voor de Nederlandse vertaling– geeft hij een beeld van het verblijf van zijn gezin in een azc, dat werd gekenmerkt door eenzaamheid, onzekerheid en depressiviteit. „Het was een van de donkerste periodes in onze levens.”
Javed Masih beschrijft hoe het gezin met twee tienerkinderen in augustus 2014 in Ter Apel terechtkomt, waar het met dertien vluchtelingen in één zaal slaapt. Later verblijven ze drie maanden in een azc in Budel. Bij andere bewoners wekken ze daar verbazing door uit zichzelf de gezamenlijke, veelal onfrisse badkamers en keukens te gaan schoonmaken, omdat één keer per week een beurt door een schoonmaakbedrijf niet genoeg is. De kinderen geven informeel Engels les aan andere tieners.
In het azc in Katwijk, waar het gezin in december 2014 terechtkomt, maakt zowel vader als moeder een depressie door. Voldoening vinden beiden in hun vrijwilligerswerk voor het COA en de Interkerkelijke Werkgroep Asielzoekers Katwijk (IWAK). In juli 2016 brengt koning Willem-Alexander een werkbezoek aan deze organisatie. „De koning ging in gesprek met verschillende groepjes. Hij zat als eerste bij ons aan tafel en informeerde onder meer naar de situatie van christenen in Pakistan.” Een week later wordt Javed tijdens een taalles verrast door een bezoek van premier Rutte. „Hij zei dat hij blij was dat we Nederlands leerden.”