Hij is Jood, blijft Jood en zal als Jood sterven. Toch heeft hij Jezus als zijn Verlosser aangenomen. In gesprek met Leon Mazin van Shavei Tsion uit het Haifa.
Jaarlijks komt de Messiaanse Jood in het voorjaar een week naar Nederland om her en der in het land uitleg te geven over zijn standpunten. En om geld in te zamelen voor het vele vrijwilligerswerk dat gedaan wordt in Israël. Dat gebeurt in overleg met Stichting Steun Messiasbelijdende Joden, waarvan ds. A. Jonker uit Putten directeur is.
Het interview vindt plaats in de Hof van Putten. De zondag daarvoor preekte Mazin ’s morgens in de gereformeerde Bethelkerk te Urk en ’s avonds in de hervormde kerk in Zegveld. Later die week sprak hij tijdens diverse bijeenkomsten, waar bezoekers ook hun zegje konden doen.
Mazin begint dadelijk met een compliment voor de Nederlandse christenen die hij ontmoette. „Nederlanders, Chinezen en Japanners hebben de meeste Bijbelkennis”, zegt de voorganger, die ook Rusland, Oekraïne, Kazachstan, Finland, Noorwegen, Duitsland, Japan en Taiwan met enige regelmaat bezoekt.
Mazin werd geboren in 1968 in Bobruisk, Wit-Rusland. Hij groeide op in een seculiere omgeving.
Hoe kwam u tot bekering?
„Tijdens mijn studie voor computerprogrammeur aan de Technische Universiteit Riga, in de jaren tachtig, was Letland een communistisch land. Door het verplichte vak ”wetenschappelijk atheïsme” kwamen er vragen over God bij mij naar boven. Ik was nieuwsgierig toen iemand mij privé over de Bijbel vertelde, maar bij het horen van de naam Yeshua voelde ik agressie. Dat had te maken met de lange geschiedenis van vervolging door christenen, die ons Joden als het ware in de genen zit.
Het zoeken naar God bleef en ik begon te bidden: „God, ik geloof in U. Wilt U me laten weten of Jezus de waarheid is?” Drie nachten later zag ik in een droom een groot licht en voelde ik iets dat groter was dan mezelf. Ik kreeg van iemand een Nieuwe Testament. De eerste woorden die ik daarin las, waren uit Johannes 1:9: „Dit was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld.” Dat was het antwoord op al mijn vragen.”
Hoe kwam u in Israël terecht?
„Ik emigreerde in 1990 naar Israël, gelijk met veel andere Oost-Europese Joden. In die tijd kwam een grote uittocht vanuit de Sovjet-Unie op gang. Die is voorspeld in Jeremia 16:15: „Zo waarachtig als de Heere leeft, Die de kinderen Israëls heeft opgevoerd uit het land van het noorden, en uit al de landen waarheen Hij hen gedreven had! Want Ik zal hen wederbrengen in hun land, dat Ik hun vaderen gegeven heb.”
In Israël had ik nog veel twijfels maar langzamerhand kwam ik tot het besef dat het geloof in Jezus voor de Joden niet alleen geoorloofd maar ook nodig is. Hij is Degene over wie in Deuteronomium gesproken is: „Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de Heere, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen.” Het is duidelijk dat met die profeet Yeshua bedoeld wordt.”
Wat veranderde er nog meer?
„In 1993, toen ik overtuigd was dat Yeshua de beloofde Messias was, besloot ik het goede nieuws aan mijn volk te gaan vertellen, maar niet op een manier die hen boos zou maken. Dat was al genoeg gebeurd. Ik wilde het doen op de manier waarop Yeshua dat deed en de manier waarop dat in Handelingen gebeurde, waar staat dat ze genade bij God en het volk hadden.
In 2001 werd ik de stichter en voorganger van de Messiaanse gemeente Shavei Tsion te Haifa en in 2004 van de gemeente te Nazareth. Het zijn kleine gemeenten met 150 en 50 leden die een bescheiden groei doormaken.”
Wat betekent Shavei Tsion?
„De naam wordt ook geschreven als ”Zivat Zion” en betekent zoveel als ”Terugkeer naar Sion”. Hierbij is de eed die God deed aan Abraham in Genesis 22:16-18 van grote betekenis. God zwoer aan de vader aller gelovigen dat Hij hem zou zegenen en dat in zijn zaad alle geslachten van de aarde gezegend zouden worden. De kinderen van Abraham zouden de vijanden overwinnen in de poort en het licht brengen. Het betekent dat de volkeren zullen delen in het licht van Yeshua dat zou komen. Dat heeft mijn volk ook nodig.”
Hoe brengt u dat licht?
„Vooral door ons volk te helpen. In de naam van Jezus hebben christenen hen te veel kwaad aangedaan, zozeer zelfs dat die Naam op een negatieve manier in ons collectief geheugen zit. We helpen ons volk door eten te verstrekken aan mensen in Nazareth en Haifa en door dingen te organiseren voor overlevenden van de Holocaust.
We delen voedsel uit aan armen en zieken en aan mensen die in de problemen zitten. Het geld daarvoor komt uit Nederland, maar ook uit de Verenigde Staten en Zuid-Korea. Het helpen van deze mensen heeft geen evangelisatorisch doel, nog afgezien van het feit dat in Israël evangeliseren op deze wijze verboden is. Wij willen deze mensen helpen vanuit onze liefde voor hen. Natuurlijk vertellen we wat ons drijft, als men erom vraagt.
In 2007 zijn we gestart met hulp aan overlevenden van de Holocaust. Toen ging het om 200 mensen in Haifa en 160 in Nazareth. Nu zijn dat er 70 en 50, omdat velen zijn overleden. Het zijn mensen met een tragisch verleden. Ze hebben in concentratiekampen of getto’s gewoond of hebben daarover vanuit hun directe omgeving gehoord. We zijn voorzichtig om met hen over God te praten. Een vrouw kwam bij me en zei: „Praat niet over God. Onze God stierf in Auschwitz.” Toch zijn er gesprekken over Hem ontstaan. De mensen vragen nu of we voor hen willen bidden.
We zijn ook gestart met een muziekschool voor kinderen uit de buurt. Inmiddels zijn er 120 kinderen die op hoog niveau spelen. Deze getalenteerde kinderen spelen ook tijdens concerten en dat wordt gewaardeerd.”
Hoe zien de zondagse diensten eruit?
„We hebben geen zondagse diensten, maar komen samen op zaterdag. Ons gebouw lijkt niet op een kerk. Joden houden niet van kerken en we willen hen niet voor het hoofd stoten. De inhoud van de diensten is anders dan die in Nederland. We combineren dingen uit kerk en synagoge. Zo wordt er bijvoorbeeld gelezen uit de Thorarol, uit andere gedeelten van het Oude Testament, maar ook uit het Nieuwe Testament. We zingen lofliederen en er zijn twee preeksessies. Tijdens de eerste wordt uit de Thora gelezen. Dat gebeurt volgens de Joodse kalender, met daarbij een uitleg van het christelijk geloof. Net zoals Jezus dat deed, ook in Nazareth. De andere preeksessie bestaat uit een vrije toespraak door een van de ouderlingen.”
Hoe karakteriseert u uw gemeente?
„In Israël bestaat een groot aantal Messiaanse gemeenten, die allemaal hun eigen kleur hebben – variërend van kerk tot synagoge. Bij de eerste groep is het gebouw van samenkomst een kerk en past men zich zoveel mogelijk aan bij de kerkelijke gewoonten. Aan de andere kant van het spectrum blijft men zoveel mogelijk Joods. Wij zitten er ergens tussenin, maar wel met een accent op de Joodse kant.
Dat blijkt niet alleen uit het gebouw –dat er niet uitziet als een kerk– maar ook uit onze gewoonten. De jongetjes van onze gemeenteleden worden op de achtste dag besneden. Jongeren doen hun bar mitswa. Het huwelijk wordt op de Joodse manier voltrokken onder de choepa, het huwelijksbaldakijn. We vieren de Joodse feesten: Poerimfeest, Pesach (Paasfeest), Sjavoeot (Wekenfeest), Soekkot (Loofhuttenfeest). Ik houd me ook aan de spijswetten die door Mozes gegeven zijn.”
Vindt u dat christenen zich daaraan moeten houden?
„Ik ben geen christen, maar een Jood die Yeshua volgt. Ik ben een Jood, ik blijf een Jood en ik sterf als een Jood.
Het gebeurde eens dat een orthodoxe Jood, die fel gekant was tegen Joden die Yeshua volgen, naar me toekwam. Hij zei me dat ik geen Jood meer was. Ik heb hem gevraagd wat het verschil was. Hij zei dat hij koosjer at. Toen vertelde ik hem dat ik ook koosjer eet, dat mijn kinderen besneden zijn, dat ik de Joodse feesten houd en dat mijn kinderen dienen in het Joodse leger. Hij was een volgeling van rabbi Schneerson, ik van rabbi Yeshua. Vertel me niet dat ik niet-Joods ben, concludeerde ik. Hij was verbaasd over het antwoord en nodigde me uit voor een kop koffie.”
Waarom leeft u zo?
„Omdat ik een Jood ben. Ik geloof dat God de Messiaanse beweging wil gebruiken, net zoals God koning David gebruikte. Hij mocht de tempel niet bouwen maar hij maakte wel alles klaar, zodat zijn zoon Salomo het heiligdom van God tot stand kon brengen. Zo mogen wij het fundament leggen van de toekomstige bekering van ons volk.
We willen aan ons volk laten zien dat Yeshua een van ons was. Zoals Jozef zich aan zijn broers bekendmaakte, zo mogen wij Yeshua bekendmaken aan ons volk. Wij willen laten zien dat Jezus bij ons hoort. De Heilige Geest zal gebruik maken van het fundament dat wij mogen helpen leggen. Yeshua zal terugkomen naar Zijn volk. Het is beloofd: „Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene.”