„De introductie van de digitale euro wordt steeds reëler”, schreef minister Kaag (Financiën) deze zomer al. Halverwege volgend jaar komt de Europese Commissie met de benodigde wetgeving. In de Tweede Kamer leven veel vragen en zorgen.
De Kamer debatteerde woensdag met minister Kaag over de digitale euro. Het onderwerp trok veel bekijks; voor een deel van de naar Den Haag afgereisde bezoekers was geen plaats meer op de tribune van de commissiezaal.
De Brusselse plannen om een digitale euro in te voeren bevinden zich op dit moment nog in de onderzoeksfase. De Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) buigen zich over vragen als: hoe komt de digitale munt eruit te zien? Bij welke tussenpartij kunnen consumenten digitale euro’s krijgen? Wie gaat het betaalmiddel ontwikkelen?
Geen van de Kamerleden is er gerust op dat Brussel de digitale euro op zo’n manier vormgeeft zoals zij zelf zouden willen. SP-Kamerlid Alkaya geldt in de Kamer als expert op dit dossier. Hij is al sinds de vorige kabinetsperiode rapporteur namens de Kamercommissie Financiën en schreef een boek over de digitale euro. Tijdens het debat gaf de SP’er aan dat hij in de beginfase positief tegenover de digitale euro stond. Alkaya hoopte vanuit het Nederlandse parlement de vormgeving van de munt bij te kunnen sturen. „Ik ben van een koude kermis thuisgekomen”, zei de SP’er. Hij constateert dat er in Brussel onvoldoende met de inbreng van de Kamer wordt gedaan. Alkaya vreest dat de Europese Commissie in het wetsvoorstel te veel open formuleringen zal opnemen, waardoor de ECB veel speelruimte heeft om eigen beleidskeuzes te maken. „Ik ben geneigd me tegen de digitale euro te keren”, aldus Alkaya die aangaf dat hij overweegt om zijn rapporteurschap neer te leggen.
Ook VVD-Kamerlid Heinen volgt namens de Kamercommissie Financiën de digitale euro met extra aandacht. De VVD’er is zijn vertrouwen in de digitale munt niet verloren, zolang er maar aan de juiste voorwaarden wordt voldaan. „In de ene vorm juich ik de digitale euro toe, in de andere vorm gruw ik ervan”, vatte Heinen samen.
De SGP en ChristenUnie staan „kritisch” tegenover de digitale munt. Beide partijen vinden dat de waaromvraag op dit moment onvoldoende is beantwoord. „We hebben gezien dat Facebook met een eigen munt probeerde te komen en China flink aan de weg timmert. Moeten wij daarom volgen?”, vroeg SGP-Kamerlid Stoffer. „Digitale euro’s bestaan allang. Iedereen heeft een bankrekening bij een commerciële bank met digitaal geld”, merkte CU-Kamerlid Grinwis op.
Nederland is in Europa een van de meest betrokken landen op dit dossier. „Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de eurogroep gekomen”, maakte Kaag al eerder kenbaar. Samen met Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje heeft de minister van Financiën een stuk opgesteld waarin de landen zich gezamenlijk uitspreken over de digitale munt.
Anonimiteit
Inhoudelijk concentreren de zorgen van Kamerleden zich op drie punten. In de eerste plaats anonimiteit. Geen enkele partij wil dat iemand zich eerst moet identificeren om een kopje koffie af te kunnen rekenen met de digitale euro. Volgens SP-Kamerlid Alkaya gaat het daar wel naartoe. Ook een limiet van 50 euro waaronder anonimiteit gewaarborgd is, vindt de Kamer te laag.
Kaag benadrukte dat privacy een kernprincipe is, ook voor de landen waar ze in Europa mee optrekt. Volgens de minister is er in de eurogroep steun voor dat kleinere en minder risicovolle betalingen anoniem blijven. „We moeten in de gaten houden wat de Commissie met onze inbreng doet”.
Een ander punt van zorg is dat de digitale euro programmeerbaar is. Dat betekent onder meer dat ingeregeld kan worden waar burgers het digitale geld wel en niet aan kunnen uitgeven. Of dat de digitale euro een houdbaarheidsdatum krijgt: een bepaalde datum waarna de waarde vervalt. „Hier speelt wat de SGP betreft een ethisch bezwaar”, zei Stoffer. „Een munt is niet bedoeld om te programmeren.”
„Dit willen we absoluut niet”, zei minister Kaag. Ze wilde echter wel ruimte laten voor het automatisch af laten schrijven van de huur; een voorbeeld van een geprogrammeerde betaling. Daarvoor zijn duidelijke wettelijke kaders nodig.
Tot slot wil de Kamer dat uitgesloten is dat de digitale euro contant geld verdrijft. „Dat mag niet, maar het gebeurt wel”, zei PvdA-Kamerlid Nijboer. De Kamer wil dat mensen met contant geld kunnen blijven betalen.
Wat Kaag betreft blijft contant geld in gebruik. „De intentie van het kabinet is dat contant geld op de markt blijft.” Tegelijkertijd wees de minister erop dat het gebruik ervan in tien jaar tijd „schrikbarend” is afgenomen.