Je kunt in Nederland al veilig, snel en efficiënt betalen en dus is een digitale euro niet nodig, zegt de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Die kritiek houdt de plannen niet tegen. Wat speelt er allemaal?
De een noemt het een digitale dictatuur, de ander een manier om ook arme wereldburgers toegang te geven tot de digitale economie: de digitale munt houdt de gemoederen flink bezig. Binnen twee weken tijd pleitte koningin Maxima bij de Europese Commissie en op een zakelijke bijeenkomst in Bali voor een centrale digitale munt. Woensdag zou bovendien in een commissiedebat in de Tweede Kamer worden gesproken over de digitale euro. Waarom zou de munt er moeten komen –of juist niet? Vier vragen en antwoorden.
Een digitale munt, wat is dat precies?
Kort samengevat is een digitale munt het digitale alternatief voor het geld zoals we dat in de huidige vorm kennen. We hebben een bankrekening waarmee we giraal betalen en fysiek geld waarmee we contant betalen.
Digitaal geld moet een einde maken aan het contante geld. In Europa onderzoeken banken en politici de mogelijkheden voor een digitale euro, in andere landen en werelddelen heet de munt anders. Als overkoepelende term wordt daarom vaak CBDC gebruikt Dat is de afkorting van Central Bank Digital Coin, ofwel: digitale munt van de centrale bank.
Wat zijn de voordelen van zo’n munt?
Voorstanders noemen vaak als voordeel dat digitaal geld beter bij deze tijd past omdat veel zaken al digitaal plaatsvinden. De Nederlandsche Bank (DNB) vindt dat de digitale euro een „betrouwbare en stabiele” aanvulling is op contant geld. Koningin Maxima noemt als voordeel dat kwetsbare groepen, zoals armen, ook toegang krijgen tot het financiële systeem.
Voor banken en overheden is zo’n munt ook een middel om de regie over geld te houden. Immers, ook technologiebedrijven zoals Facebook hebben laten zien een digitale munt te willen ontwikkelen. Met een digitale munt zouden zij meer controle hebben over het monetair beleid.
Welke nadelen kleven er aan zo’n digitale munt?
De grootste zorg rondom de CBDC is dat die digitaal is. Voorstanders noemen de munt vaak in één adem met digitale identiteit. Dat wekt de indruk dat het geld gekoppeld kan worden aan je identiteit, zodat altijd duidelijk is wat je met je geld hebt gedaan. Dat heeft gevolgen voor de privacy van gebruikers.
Een andere grote zorg is dat een digitale euro (of andere munt) programmeerbaar is. Banken zouden bijvoorbeeld een uitgavelimiet of uiterste bestedingsdatum aan je geld kunnen koppelen, of het geld kunnen gebruiken om je te belonen of te bestraffen. Daardoor zouden zij een enorme invloed kunnen hebben op je geld en bestedingen. Tegenstanders wijzen er in dit verband graag op dat de digitale munt een belangrijk thema is op de agenda van het World Economic Forum (WEF).
Zijn we inderdaad op weg naar een digitale dictatuur?
Die vraag laat zich moeilijk beantwoorden. Dat praktisch alle landen en financieel toezichthouders zich bezinnen op een digitale munt en dat ook grote technologiebedrijven zich er mee bezig houden, zegt in elk geval veel over de commerciële en politieke belangen die op het spel staan.
Overigens is de traceerbaarheid van geld niet het grootste probleem, want banken hebben ook nu al veel inzicht in je uitgaven. De programmeerbaarheid van geld vraagt wel om waakzaamheid. Want als banken en overheden zelf de spelregels kunnen bepalen, zullen burgers zeker vrijheden inleveren.