Vier pogingen onderneemt Maria Varga (29) om haar zwangerschap af te breken. Maar steeds doet zich iets voor waardoor de abortus wordt uitgesteld. Uiteindelijk kiezen de Roemeense moeder en haar man Vasile ervoor hun kind te houden. Nu zijn ze dolgelukkig met hem.
In een autootje crost de kleine David –zeven maanden oud is hij– door de kamer in het appartement van de familie Varga in Hilversum. Zijn vrolijke, bruine ogen kijken nieuwsgierig de wereld in. Vader Vasile pakt hem op en houdt hem in de lucht. Het jongetje lacht. David heeft er geen flauw vermoeden van dat het geen haar scheelde of hij had het daglicht nooit gezien.
„In 2019 zijn we naar Nederland gekomen”, steekt Vasile van wal. „Roemenië is een mooi land, maar het leven is er zwaar.” Terwijl een gemiddeld maandsalaris in Roemenië rond de 500 euro ligt, zijn de kosten van levensonderhoud in het land volgens hem vergelijkbaar met die in Nederland.
Ook ziet hij in Nederland meer toekomstperspectief voor zijn kinderen. Daarnaast zijn de scholen in Nederland beter, vindt hij. „Roemeense scholen hebben weinig aandacht voor vorming. Er is daardoor veel jeugdproblematiek.”
Maria houdt zich gedurende het gesprek op de achtergrond. Ze laat haar man liever aan het woord, omdat hij meer bedreven is in de Engelse taal. Intussen serveert ze koffie. Even later trakteert ze de bezoekers op een bord hutspot. Bij het gesprek zijn ook twee wakers van Kies Leven aanwezig.
In eerste instantie vertrekt Vasile alleen met zijn zus naar Nederland. Een aantal maanden later haalt hij zijn vrouw en twee kinderen, Stefan-Daniël (nu 13) en Anais-Elisabeta (nu 6), op uit Roemenië. Vasile gaat via een uitzendbureau aan de slag bij PostNL en woonwinkel fonQ.
Dan raakt Maria zwanger van hun derde kind. „We wilden het kind houden”, verklaart Vasile. „Maar we hebben het financieel zwaar. We zijn veel geld kwijt aan de huur van ons huis.” Voor het flatje moet hij maandelijks 1400 euro neerleggen. Dat bedrag is exclusief gas en stroom. De woning is bovendien erg klein voor een gezin met drie kinderen.
Verkeerd bezig
Tijdens haar zwangerschap wordt Maria ontslagen. Het gezin moet daardoor van één inkomen rondkomen. Het echtpaar ziet dan maar één uitweg: een abortus. „We dachten dat dat een oplossing zou zijn voor onze problemen”, zegt Vasile. „Maar als de abortus was doorgegaan, zouden de problemen niet minder zijn geweest.”
Op een dag rijdt Maria naar abortuskliniek het Vrelinghuis in Utrecht. Op de parkeerplaats raakt ze met haar auto die van een ander. Vasile ziet dat achteraf als eerste „teken van God” dat ze verkeerd bezig waren.
Eenmaal in de kliniek wordt Maria niet gelijk geholpen, maar moet ze een afspraak maken voor een volgende keer.
De tweede keer overkomt haar hetzelfde als de eerste keer: op de parkeerplaats botst ze tegen een andere auto. Ook dan kan ze niet gelijk in de abortuskliniek terecht.
De derde keer is er geen abortusarts beschikbaar. Volgens Vasile heeft Maria dan een „speciale” arts nodig, omdat ze intussen in de dertiende week van haar zwangerschap zit. Bij zo’n vergevorderde zwangerschap is een abortus via een pil of zuigcurettage niet meer mogelijk en komt er een chirurgische procedure aan te pas, een zogenaamde dilatatie- en evacuatieabortus.
De vierde keer brengt Vasile zijn vrouw bij het Vrelinghuis. In de wachtkamer van de kliniek wordt Maria omringd door huilende vrouwen, die op het punt staan hun kindje kwijt te raken. Weer is er volgens Vasile geen arts aanwezig en moet er een nieuwe afspraak worden gemaakt. Tot frustratie van Maria, die bij elke poging veel stress ervaart. Dan heeft ze er genoeg van en neemt ze zich voor de deur van de kliniek definitief achter zich dicht te trekken.
Pop
Als Maria richting de auto loopt waarin haar man zit, komt ze twee wakers van stichting Kies Leven tegen: Jantine en Corina. Jantine heeft een fiets bij zich, met op het achterrek een pop. Op de buik van de pop is een papiertje bevestigd met de woorden ”I love you”. Maria maakt een foto van de pop. Ze wordt emotioneel en moet huilen. Volgens Vasile dacht zij op dat moment dat de pop een echt kind is.
De waaksters gaan met Maria in gesprek en leggen haar uit wat een curettage inhoudt. Ook bieden ze haar hulp aan. Tijdens het gesprek moeten ook de waaksters huilen.
Vasile begrijpt er niets van als hij de drie huilende vrouwen ziet staan. Dan legt Maria hem uit wat er zojuist is voorgevallen. Vasile: „Toen realiseerde ik me dat dit een teken van God was. De signalen daarvoor had ik niet opgemerkt. Ik besloot dat ik nooit meer voor een abortus zou gaan. Ik ben in de eerste plaats God dankbaar, daarna deze twee vrouwen.”
Goliath
Een aantal maanden later baart Maria een zoontje. Vasile zegt maandenlang over een geschikte naam voor hem nagedacht te hebben. Pas rond de tijd van de bevalling weet hij het: hij noemt hem David. Vasile legt uit hoe hij daarop kwam. „Ik had grote problemen, net zoals Goliath een groot probleem was voor het volk Israël. Maar God heeft mij geholpen, zoals Hij ook David hielp Goliath te verslaan.”
Vasile voelt zich schuldig bij de gedachte dat hij ooit abortus heeft overwogen. „Ik wilde mijn kind doden. Dat is een misdaad. Ik zette mijn problemen op de eerste plaats, maar besef nu dat abortus geen oplossing hiervoor is.” De Roemeniër, die oosters-orthodox is opgevoed, gelooft ook dat God abortus haat. „Omdat Hij het leven geeft.”
Maria zegt soms nog nare dromen te hebben. „In mijn slaap zie ik soms een schare kinderen, die roepen: Waarom haal je ons weg uit je buik?”
Ze neemt de kleine David op schoot. Haar zoontje steekt zijn handjes uit naar de gasten aan tafel, terwijl zijn ogen stralen.
Jantine en Corina heten in werkelijkheid anders.