„Excuses nodig om weg te openen”
Als nazaten van slaafgemaakten nog altijd pijn voelen vanwege het hen door slavenhandelaars aangedane onrecht, dan zijn schulderkenning en excuses toch op hun plaats? Dat zei Thandi Soko-De Jong dinsdagavond in Utrecht tijdens de Civitaslezing van de CSFR.
De Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato (CSFR), een landelijke studentenvereniging op gereformeerde grondslag, organiseert elk jaar de Civitaslezing. Het is een lezing waarbij de leden van alle disputen, oud-leden en leden van de reünistenvereniging RRQR welkom zijn.
Het thema van de Civitaslezing was dit jaar ”Kerk, maatschappij en slavernij” in verband met het komend herdenkingsjaar 2023, waarin herdacht wordt dat 150 jaar geleden de slavernij in Nederland werd afgeschaft. In de geheel gevulde Domkerk spraken Thandi Soko-De Jong en dr. Wouter Veraart, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
De in Malawi geboren Thandi Soko, getrouwd met de Nederlandse theoloog Folkert de Jong, sloot bij de opening van haar lezing aan bij een regel van de popzanger Elton John: „Sorry seems to be the hardest word” („Sorry schijnt wel het moeilijkste woord te zijn”). Vragen om vergeving is moeilijk, maar het is toch de noodzakelijke stap op weg naar verzoening en heling, zo zei zij. Oprechte schuldbelijdenissen gepaard met publieke verontschuldiging zijn noodzakelijk om de weg naar verzoening te kunnen openen, stelde Soko-De Jong, die aan de Protestantse Theologische Universiteit promotieonderzoek doet naar het helingsproces van het slavernijverleden. De oprechte schulderkenning gaat ook hand in hand met de wil tot repareren en verbetering, aldus Soko-De Jong.
De theologe verwees naar de Zuid-Afrikaanse Waarheids- en verzoeningscommissie waarbij de waarheidsvinding als noodzakelijke stap naar verzoening werd gezien.
Verbondenheid
„Hedendaagse Nederlanders moeten zich het aangedane leed aantrekken en zich verantwoordelijk voelen voor de misdaden van de voorouders. De nazaten van de slaafgemaakten die op Nederlandse schepen zijn vervoerd, voelen deze gebeurtenissen nog altijd als een verwonding. Als Nederlanders nu openlijk schuld bekennen, zou dit voor beide partijen heilzaam en helend werken”, zo betoogde Soko-De Jong. Zij haalde daarbij een Zuid-Afrikaans gezegde aan: „Ma se kind” (moeders kind), waarmee de verbondenheid van mensen door de geslachten heen tot uitdrukking wordt gebracht.
Prof. mr. Wouter J. Veraart, hoogleraar rechtsfilosofie, wees op de dubbele moraal in de slavernijgeschiedenis: „Hier niet, dáár wel” en „slavernij mag nu niet, maar vroeger wel.” Toen in Europa de slavernij al lang verboden was, golden die wetten nog niet voor de overzeese koloniën.
Maatstaf
Soms wordt gezegd dat slavernij een misdaad tegen de menselijkheid is maar dat die maatstaf niet mag worden toegepast op het verleden, zo zei Veraart. Tegenover dit „goedpraten”, stelde hij de zinsnede uit de ”Durban Declaration” uit 2001: „Slavernij is een misdaad tegen de menselijkheid en dat is het altijd geweest.” In 2001 werd in het Zuid-Afrikaanse Durban tijdens een wereldtop een verklaring tegen racisme ondertekend.
De VU-hoogleraar vindt dat excuses over de slavernij gepaard moeten gaan met nederigheid en kwetsbaarheid. Hij laakte in dat licht onderdelen van het rapport dat het adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden in 2021 aan het ministerie van Binnenlandse Zaken aanbood. Anders dan deze commissie, pleitte Veraart woensdagavond voor het opstellen van een publiek excuus, zonder een regeling bij wet, zonder voorwaarden. Dat excuus mag volgens Vervaart zeker geen „disclaimer” bevatten, zoals: „Aan dit excuus kunnen geen rechten worden ontleend.”