GezondheidPsychiater

Waarom psychiater Esther van Fenema zo vaak de Bijbel citeert

De mens waant zich als God, maar weet zich geen raad en doolt rond in leegte. Psychiater Esther van Fenema schetst in haar deze week verschenen boek ”Het verlaten individu” een „sombere” diagnose van de Nederlandse samenleving. „Een oplossing heb ik niet.”

27 October 2022 11:10
 beeld Niek Stam
beeld Niek Stam

Haar stiefdochters lieten Esther van Fenema (1970) een vlog over een huidverzorgingsproduct zien en het filmpje „verbijsterde” haar. „De schroefdop van de tube, de zachtheid van de zalf, de vraag of de tube lekker in de hand ligt, alles kwam langs. En dat minutenlang. Zo’n door de reclame-industrie gesponsorde video verbeeldt voor mij sterk de leegte van de samenleving. Dat roven van elkaars tijd, die pogingen om elkaar als verdienmodel te gebruiken, ik vind het allemaal niet mooi”, vertelt Van Fenema aan een tafeltje in een Twentse horecagelegenheid.

De auteur oordeelt niet mals over de maatschappij. Kernzin uit haar boek: „Moederziel alleen dolen we rond, wanhopig op zoek naar geborgenheid en zingeving, maar er is niemand om ons op te vangen, want iedereen heeft de handen vol aan zichzelf. We gaan gebukt onder de chaos en zijn verward en onthecht.”

Veel Nederlanders met een redelijk bestaan zullen zich niet herkennen in zo’n typering.

„Niet iedereen zal mijn diagnose onderschrijven. Zeker mensen uit de kring van het Reformatorisch Dagblad hebben een hoop zaken op orde, vanwege houvast in hun geloof. Toch ontkomen ook zij niet aan de tijdgeest. En die wordt wel degelijk getypeerd door verwarring. We kenden nog nooit zo veel luxe en comfort. We hebben onszelf als individu op een voetstuk geplaatst, we zijn zelf God geworden. En toch gaat dat ons niet goed af en zijn we ontheemd. We zijn geworden tot een verzameling individuen in plaats van een samenleving. Een oplossing voor het probleem heb ik niet. Laten mensen eerst maar eens nadenken over mijn diagnose.”

18734514.JPG
Esther van Fenema. beeld Niek Stam

Van Fenema reflecteert in haar boek op de zeven zogeheten hoofdzonden: hoogmoed, luiheid, hebzucht, onmatigheid, lust, woede en afgunst. Ze voegt ”leegheid” als achtste hoofdzonde toe aan het rijtje. De psychiater haalt voor haar analyse noties uit films, muziekuitvoeringen, toneelstukken en werk van wijsgeren zoals Plato. Maar vooral citeert ze veelvuldig uit de Bijbel. De zondeval, de gelijkenis over de vijf wijze en vijf dwaze maagden, de passage over de liefhebbende vader die zijn zoon kastijdt – het komt allemaal langs.

Waarom grijpt u zo vaak terug op de Bijbel?

Van Fenema, ook columnist bij Trouw en de Volkskrant: „In mijn opvoeding, die zich deels in Driebergen afspeelde, waren de Bijbel en dagelijks gebed ongelooflijk belangrijk. Mijn vader is van oorsprong een Friese protestant, mijn moeder is van origine Joods. Ik ging mij afzetten tegen het geloof. Geloven in God lukt mij niet meer, hoe jammer ik dat ook vind. Als ik schrijf over God, heb ik een symbolisch concept op het oog. Toch blijf ik geworteld in christelijke waarden. Ik zou niet weten waarom ik niet zou mogen putten uit Bijbelse wijsheden.”

Tal van christenen zeggen dat terugkeer tot God en Zijn geboden heilzaam is voor de samenleving. Hoe ziet u dat?

„Voor een deel van de samenleving biedt religie houvast. Maar een massale terugkeer naar de jaren vijftig van de vorige eeuw gebeurt niet. Dat werkt ook niet. Misschien moet de kerk terug naar de samenleving. Religie biedt immers een boel moois. Denk aan omzien naar elkaar, een overkoepelend verhaal, zoals de Bijbel, discipline, een hoger doel.”

U schrijft kritisch over overspelsite Second Love en stelt: „De keerzijde van dit seksueel consumeren wordt nadrukkelijk weggehouden: gebroken gezinnen, gefrustreerde verwachtingen, veel eenzaamheid en verdriet.” Kunt u dat toelichten?

„Ik vind het belangrijk om hierbij stil te staan. Kritiek op Second Love is niet voorbehouden aan mensen in de hoek van de SGP. Zeker toen ik werkzaam was bij het Nederlands Centrum voor Seksverslaving merkte ik hoe veel narigheid vreemdgaan veroorzaakt. Het leidt vaak tot leegte, ontwrichte gezinnen en het kwijtraken van betekenisvolle verbintenissen. Als je je geliefden kapot hebt gemaakt door overspel, kijk je daar volgens mij op je sterfbed niet blij op terug.”

In haar boek toont Van Fenema zich kritisch over het „modieus maken” van genderidentiteit. „Gender is niet te verwarren met je koffie- of festivalkeuze. Als geslacht ook nog een keuze of een statement blijkt te zijn, dan komt je wereld wel ernstig op losse schroeven te staan”, schrijft ze.

Waarom bent u kritisch op dit terrein?

„Er is over dit thema op dit moment een ingewikkelde discussie gaande. Er zijn mensen die in biologische zin transseksueel zijn, dan is sprake van genderdysforie. Ik vind hun emancipatie belangrijk, ze moeten zich veilig weten.

18734515.JPG
Esther van Fenema. beeld Niek Stam

Maar iets heel anders is dat bijvoorbeeld een partij als D66 gender politiek-ideologisch inzet als drukmiddel. Daar maak ik bezwaar tegen. Laten we oppassen om mensen in vertwijfeling te brengen over hun identiteit, in een wereld die al zo verwarrend is. Ik heb er moeite mee als twijfel aan je gender wordt gepropageerd als een grote triomf- en bevrijdingstocht. Ik zie liever dat de overheid voorkomt dat transseksuelen in elkaar worden geslagen dan dat de overheid bevordert dat we met regenboogbanden moeten rondlopen.”

„Digitalisering en globalisering zorgden binnen een paar decennia voor een nieuwe wereld van ongekende omvang en complexiteit”, schrijft Van Fenema. „We voelen ons niet meer verantwoordelijk voor de ander, die te vaak een instrument wordt om onze impulsen te bevredigen. Een CEO die zijn klant aan de andere kant van de wereld belazert, hoeft niet meer te vrezen voor de wekelijkse confrontatie in de kerk of op het dorpsplein.”

Je kunt ook redeneren dat nog veel mensen eerlijk zijn en anderen in nood willen helpen.

„De wereld is zo complex geworden dat we ons opnieuw moeten verhouden tot iets als verantwoordelijkheidsgevoel. Als vroeger een boer zieke koeien verkocht aan zijn dorpsgenoot, kon hij daar later voor op zijn falie krijgen. De boer kwam de gedupeerde immers weer tegen in het dorp. Nu leven we in een bancaire wereld vol transacties die mensen niet meer begrijpen. Een internetfraudeur wordt op het dorpsplein niet in elkaar geslagen. Daar komt bij: bedrijven en instellingen kunnen iets als empathie voor eigen gewin misbruiken. Een farmaceut kan in reclame een zielig jongetje opvoeren puur om er als bedrijf zelf beter van te worden.

Een steeds kleinere groep mensen krijgt de macht in handen. Denk aan grote bedrijven als Google, Facebook en Amazon. Dat heeft overigens niets te maken met complottheorieën over een wereldmacht die in het geheim de touwtjes in handen heeft. Ik heb absoluut niks met dat soort randpsychotische complotverhalen.”

U schrijft dat „de baas zijn mooie en waardevolle kanten heeft.” Kunt u dat toelichten?

„In tijden van crisis hebben mensen behoefte aan een leider die veiligheid en structuur biedt en grenzen kan aangeven. Iemand die moeilijke beslissingen durft te nemen. Het leiderschap uit de Tweede Wereldoorlog, van Hitler, willen we nooit meer. Maar van de weeromstuit gooiden we het kind met het badwater weg. Daardoor ontstond een vacuüm. Daar sprongen mensen als Donald Trump en Thierry Baudet in, mensen met niet-koosjere bedoelingen. Dat is riskant. Ik hoop dat er betere leiders opstaan.”
Van Fenema, die in 2021 als lijsttrekker van de nieuwe partij NLBeter vergeefs in de Tweede Kamer probeerde te komen, schrijft weinig vleiend over premier Rutte. Hij doet haar denken aan de „afwezige vaderfiguur die een drukke baan heeft, veel op reis moet en zijn kinderen niet echt ziet staan. Hij belooft ruimschoots cadeautjes om het kroost te paaien, maar na verloop van tijd wordt hij niet meer geloofd omdat hij ze nooit daadwerkelijk uitdeelt.”

VVD’ers zullen u wellicht tegenwerpen dat Rutte zich een slag in de rondte werkt en het beste met Nederland voorheeft.

„Dat zou kunnen, maar ik ben er niet van overtuigd. Rutte kan wel zeggen dat burgers volwassen mensen zijn, maar daar valt meer over te zeggen. In crisistijd worden sommigen angstig, onzeker en ook kinderlijker. Daar moet je als premier rekening mee houden. Dat doet Rutte nauwelijks. Zijn optreden tijdens de boerenprotesten afgelopen zomer vond ik vrij rampzalig. Hij slingerde slechts een paar tweets de wereld in. Als leider van dit land had hij in gesprek moeten gaan met boeren. Zij voelen zich niet gehoord. Tegelijk had Rutte grenzen moeten stellen. Door bijvoorbeeld te zorgen dat snelwegen niet werden geblokkeerd als gevolg van in brand gestoken balen hooi.”

Doelend op de omstreden koninklijke Griekenlandtrip in 2020 in coronatijd schrijft Van Fenema: „Ook de koning verkoos zijn eigen pretjes boven solidariteit met een zuchtende bevolking.”

Is dat niet wat populistisch gesteld?

„Ik zou niet weten wat daar populistisch aan is. Met hun trip naar Griekenland deden de koning en zijn gezin formeel niets verkeerd. Toch vond ik het een suffe actie. Het was niet mooi, niet edel. Het raakte me erg. Het is funest als leiders het tegenovergestelde doen van wat ze hun onderdanen bevelen. Denk aan de bruiloft van toenmalig justitieminister Grapperhaus, waar hij zich niet hield aan coronaregels. Ik ben daar zo kwaad over omdat ik in de ggz-crisisdienst merkte dat mensen zuchtten onder coronamaatregelen. Huwelijksjubilea konden niet worden gevierd, begrafenissen moesten in afgeslankte vorm worden georganiseerd. Coronamaatregelen leidden tot angsten en depressies.”

U schrijft dat de zoektocht naar geluk het leven vermoeiend maakt. Hoe zit dat?

Van Fenema, die ook violist is en onder meer musici met mentale problemen coacht: „We vliegen uit de bocht als we zeggen dat geluk binnen handbereik moet zijn. Je mag al blij wezen als je grotendeels tevreden bent en af toe een geluksmoment hebt. Het is opvallend dat in een tijd met zo veel luxe en comfort zo veel mensen ongelukkig zijn. Ik sprak een patiënt die zo welvarend was dat ze bij wijze van spreken al voor een lekkere kop koffie met haar vriendinnen naar Wenen vloog. Toch was ze ongelukkig.

18734513.JPG
beeld RD

Als verwachtingen zo hooggespannen zijn, valt er veel tegen. Als je bent opgevoed met de gedachte dat jij in het middelpunt staat en alles ten dienste staat van jou, kun je in de grotemensenwereld onderuitgaan. Zeker als je al aanleg hebt voor stemmings- en angstklachten. Een vrouw in mijn spreekkamer was suïcidaal omdat ze haar tentamen niet haalde. Ik deel de analyse van de Belgische psychiater Dirk De Wachter. Hij roept ertoe op tegenslag te aanvaarden. Ik denk bijna dagelijks aan mijn eigen nietigheid. Ik ben maar een stofje in het universum. Als ik over de Amsterdamse grachten loop, weet ik dat daar in voorgaande eeuwen al tallozen liepen met hun eigen ideeën en hun problemen.”

Het verlaten individu, Esther van Fenema; uitg. Prometheus; 160 blz.; 
€ 21,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer