Buitenlandgezin en seksualiteit

Zorgrichtlijn: Transgender is geen stoornis, maar een identiteit

Terwijl een aantal landen medisch ingrijpen bij transgenderjongeren recent beperkte, komt de toonaangevende internationale organisatie voor gezondheidszorg WPATH juist met verruiming. De organisatie had haar 27e jaarlijkse symposium afgelopen week in Canada en publiceerde een nieuwe standaard voor transgenderzorg.

Tineke van der Waal
23 September 2022 09:00
Leden van de lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LGBTQ+) gemeenschap nemen deel aan het jaarlijkse Manchester Pride Festival in Manchester, Noord-Engeland op 29 augustus 2022. beeld AFP, Oli Scarff
Leden van de lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LGBTQ+) gemeenschap nemen deel aan het jaarlijkse Manchester Pride Festival in Manchester, Noord-Engeland op 29 augustus 2022. beeld AFP, Oli Scarff

De World Professional Association of Trans­gender Health (WPATH) is een internationale vereniging van beroepsbeoefenaren in de transgenderzorg. Een belangrijke activiteit van de vereniging is de uitgave van de zogeheten Standards of Care and Ethical Guidelines (SOC). Sinds de eerste uitgave in 1979 geldt deze als de gouden standaard voor beleidmakers en artsen voor goede zorg voor transgenderpatiënten. Internationaal baseren zorgverleners hun behandelingsprotocollen hierop. Bij de nieuwe uitgave (SOC8) –dit is de eerste update sinds tien jaar– klinkt voor het eerst de vraag wat op het gebied van transgenderzorg wetenschap en wat ideologie is.

Met een oproep tot actie opende de Amerikaanse staatssecretaris van Volksgezondheid Rachel Levine de vijfdaagse conferentie in Montreal vorige week zaterdag op activistische toon. Levine, die zich als transvrouw identificeert, vraagt het publiek om zichzelf te zien als „ambassadeurs van de wetenschap” en dringt aan op een „proactieve in plaats van passieve” houding als het gaat om het „opvoeden van de massa.” Levine: „Dit is een oproep tot actie voor jullie allemaal. Onze taak is simpelweg om het publiek in de Verenigde Staten en de rest van de wereld op zo veel mogelijke manieren voor te lichten. We hebben de macht om de grenzen van de wetenschap en van het publieke gedachtegoed te verleggen.”

Even daarvoor al onderbrak een groep activisten de openingswoorden van WPATH-­voorzitter dr. Walter Bouman en zijn opvolger dr. Marci Bowers. Op het podium nemen ze het woord, ondersteund met spandoeken. De zaal krijgt de eis voorgelegd om „volledige autonomie” en „vrije toegang tot alle transzorg.” Het publiek applaudisseert en ook Bouman en Bowers knikken instemmend.

Boegbeelden

Intussen presenteert WPATH zich als een interdisciplinaire professionele organisatie en biedt de zorgstandaard de professionele consensus over de behandeling van genderdysforie. De jongste versie, SOC8, verscheen online in het International Journal of Transgender Health. Volgens Bouman en Bowers gaat het om de „uitgebreidste richtlijnen die ooit zijn opgesteld om gezondheidswerkers over de hele wereld te helpen bij de ondersteuning van volwassenen, tieners en kinderen met een transgender- of genderdiversiteit die stappen ondernemen om hun leven authentiek te leven.” Bij de ongeveer 120 auteurs staan ook 3 boegbeelden van de Amsterdam UMC-genderpoli: dr. Annelou de Vries, prof. dr. Martin den Heijer en dr. Thomas Steensma.

Voor het eerst wijdt WPATH in het document een apart hoofdstuk aan transgender- en genderdiverse tieners – los van een hoofdstuk over kinderen. De Amsterdamse kinderpsychiater De Vries maakte deel uit van de groep die het hoofdstuk opstelde. Ook nieuw is een hoofdstuk over de eunuchen. Zij worden omschreven als mensen die „bij de geboorte het mannelijk geslacht kregen toegewezen en (hun) mannelijke lichaamskenmerken (…) of genitaliën willen elimineren.” WPATH ziet de eunuch als een genderidentiteit en „castratie” als de aangewezen medische behandeling, aangezien deze mensen onder de „genderdiverse paraplu” vallen.

SOC8 verschilt op een aantal punten ingrijpend van de vorige uitgave, uit 2012. Zo is er geen minimumleeftijd voor het voorschrijven van puberteitsblokkers, geslachtshormonen en operaties aan minderjarigen. Bij de eerste tekenen van puberteit kunnen kinderen nu zowel puberteitsblokkers als geslachtsveranderende hormonen krijgen. Voor meisjes begint de puberteit tussen de 9 en 11 jaar en voor jongens rond de 11 jaar. Ook dubbele mastectomie (het verwijderen van de borsten) bij minderjarige meisjes is mogelijk. En vaginoplastie, waarbij uit een penis een vagina wordt geconstrueerd, kan volgens de WPATH-richtlijn worden overwogen bij jongens jonger dan 18 jaar. Dr. Amy Tishelman onthult op de derde conferentiedag dat het schrappen van een minimumleeftijd moet voorkomen dat artsen met rechtszaken worden geconfronteerd. Tegelijk moet de noodzaak van medische ingrepen wel duidelijk zijn, omdat ziektekostenverzekeringen deze anders niet zullen vergoeden, aldus Tishelman.

Kinderbescherming

SOC8 komt verder met de suggestie dat de overheid kan ingrijpen als ouders de nieuw gekozen identiteit van hun kind niet bevestigen, om de transitie van het kind mogelijk te maken. De Amerikaanse kinderpsycholoog dr. Ren Massey, zelf transgender, geeft in een vraag-en-antwoordsessie tijdens de conferentie aan dat een telefoontje naar de kinderbescherming voor artsen een „hulpmiddel” is om „de behoefte aan bevestiging door ouders af te dwingen.”

Uitgangspunt van de zorgrichtlijn is dat genderdiversiteit geen ziekte is, maar een „verwacht aspect in de algemene ontwikkeling van een mens.” Transgender is geen stoornis maar een identiteit. In SOC8 is geestelijke gezondheidszorg dan ook niet langer een vereiste. Begeleiding van transgenders door een psycholoog voordat onomkeerbare medicatie of chirurgie worden toegepast is „nooit verplicht”, ook niet voor kinderen.

In hoeverre SOC8 daadwerkelijk leidraad voor transgenderzorg wordt, is moeilijk te zeggen. „Er is niets wat artsen aan de SOC bindt, en de SOC is zo breed en vaag dat iedereen kan zeggen dat ze deze volgen, maar dan naar eigen inzicht”, relativeert de Canadese Aaron Kimberly, een transman en psychiater van de Gender Dysphoria Alliance, in Medscape Medical News. Intussen is het een gegeven dat in een land als Groot-Brittannië de nationale gezondheidsdienst NHS in medische documenten naar de WPATH-­richtlijn verwijst en ook Britse privéklinieken hun zorg erop baseren. Hetzelfde geldt voor het beleid dat de Schotse regering uitstippelt. Feit is ook dat WPATH een overkoepelende organisatie is met ‘filialen’ in de meeste westerse landen, zoals USPATH in de Verenigde Staten, CPATH in Canada, EPATH in Europa en AUSPATH en NZPATH in Australië en Nieuw-Zeeland.

Britse en Ierse artsen van het Clinical Advisory Network on Sex and Gender hebben de Britse National Health Service inmiddels opgeroepen zich van SOC8 en WPATH te distantiëren. „Eerst moet duidelijk zijn dat de maatregelen op solide bewijsmateriaal berusten.”

Grote zorgen

Ook de Britse James Esses van Thoughtful Therapists, een groep psychotherapeuten en klinisch psychologen die werken op het gebied van gender en genderdysforie, maakt zich grote zorgen. Volgens Esses is er geen bewijs dat de drastische medische ingrepen die WPATH aanbeveelt jongeren op lange termijn meer goed dan kwaad zullen doen. „De richtlijn van WPATH wordt gebruikt om het beleid en de klinische praktijk over de hele wereld te informeren. Maar het lijkt erop dat WPATH optreedt als een lobbygroep voor de transbeweging in plaats van als een belangeloos orgaan. Veel van de oudere WPATH-leden identificeren zich als transgender of non-binair of staan bekend als transactivisten.”

Esses wijst op het taalgebruik van de nieuwe WPATH-richtlijn, dat volgens hem eerder op genderideologie dan op geneeskunde of biologie is gebaseerd. „Onomkeerbare medische en chirurgische ingrepen heten bijvoorbeeld „genderbevestigende gezondheidszorg” en dubbele borstamputaties „borstmasculinisatiechirurgie.” De leidraad gebruikt ook ideologische termen zoals cisgender, om mensen die zich niet als transgender identificeren aan te duiden, en „bij de geboorte toegewezen geslacht”, wat feitelijk onjuist is omdat het biologische geslacht niet wordt toegewezen maar wordt waargenomen.”

In januari reageerde een internationale groep van meer dan honderd clinici en onderzoekers al op de conceptversie van SOC8. De Society for Evidence Based Gender Medicine (SEGM) stelt dat de WPATH-richtlijn „een sterke voorkeur voor studies die sociale en medische transitie stimuleren” verraadt en maakt bezwaar tegen de „misleidende” benaming ”Standards of Care”. „Er bestaat geen redelijke consensus over de zorg voor de groeiende aantallen jongeren met een steeds gevarieerdere genderidentiteit.” SEGM wijst erop dat toonaangevende gezondheidsinstellingen en ziekenhuizen wereldwijd hun behandelingsprotocollen hebben herzien of aan het herzien zijn, inclusief instellingen die pionierden met medische transitie van kinderen. „Zij maken zich zorgen over het zeer beperkte wetenschappelijke bewijs voor medische en chirurgische ingrepen bij genderdysforie en de mogelijke schade die dit teweegbrengt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer