RIVM: verlaag hoeveelheid PFAS in drinkwater
De hoeveelheden PFAS in het drinkwater moeten in de komende jaren omlaag. Dat adviseert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het advies gaat over drinkwater dat wordt gemaakt van rivierwater. Dat gebeurt vooral in het westen van het land.
Kraanwater op zich is volkomen veilig om te drinken, benadrukt het RIVM. Maar in het rivierwater kan de chemische stof PFAS voorkomen, en mensen kunnen dat binnenkrijgen als ze water drinken. Ook op andere manieren worden mensen daaraan blootgesteld, bijvoorbeeld via eten en in de lucht. Internationaal is afgesproken dat er een maximale hoeveelheid PFAS is waar mensen dagelijks aan blootgesteld kunnen worden. Drinkwater mag maximaal 20 procent daaraan bijdragen, maar op veel plekken wordt dit overschreden, vooral waar mensen kraanwater van rivierwater drinken. Als de hoeveelheden PFAS in het drinkwater omlaag gaan, krijgen mensen in totaal ook minder PFAS binnen, legt het RIVM uit.
PFAS staat voor poly- en perfluoralkylstoffen. Dat zijn chemische stoffen die onder meer in antiaanbakpannen, cosmetica, kleren en voedselverpakkingen zitten. Ze worden in verband gebracht met kanker, een verhoogd cholesterol en voortplantingsproblemen. „Concentraties in het milieu dalen langzaam omdat PFAS overal voorkomen, niet of nauwelijks afbreken en moeilijk zijn te verwijderen in de zuivering”, aldus het RIVM.
Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) laat in een reactie weten de vergunningen voor het lozen in afvalwater aan te passen. Per direct mag daar niet meer PFAS in voorkomen dan maximaal in drinkwater mag. Op plaatsen waar drinkwater gewonnen wordt, mag niet meer dan 4,4 nanogram PFAS per liter water worden gemeten. Nieuwe vergunningen moeten hieraan voldoen en bestaande vergunningen worden hierop aangepast, aldus Harbers. Volgens een woordvoerder van het ministerie zullen „tientallen” bedrijven worden geraakt door de aanscherping van de vergunningverlening.
Ook vraagt Harbers samen met ambtsgenoot Ernst Kuipers (Volksgezondheid) aan het RIVM te onderzoeken op welke manieren mensen PFAS binnenkrijgen. Op basis daarvan moet het RIVM dan nieuwe maatregelen voorstellen om contact met PFAS verder te verminderen.