Kerk & religieWekelijkse meditatie
Meditatie: De boodschap naar de bodem

Wij bevinden ons aan de oever van de rivier in gezelschap van een man die luistert naar de naam Seraja. Hij leest een boekrol. Als hooggeplaatst persoon aan het hof van koning Zedekia ziet hij niet alleen de profetie in de boekrol voor zich. Hij ziet verder.

Ds. J. A. Kloosterman, Lunteren
beeld RD
beeld RD

Het oordeel nadert. Het zal niet lang meer duren of Babel zal Jeruzalem definitief innemen en iedereen deporteren. Hij leest de boekrol voor. Die bevat „al het onheil dat over Babel komen zou.” Na de lezing pakt hij een steen, maakt die aan de boekrol vast en werpt die met een ferme zwaai in de rivier.

Met een plons verdwijnt de boodschap naar de bodem van de rivier. Weggezonken in de diepte. De woorden van zijn gebed klinken nog na: „O Heere, Gij hebt over deze plaats gesproken dat Gij ze zult uitroeien, zodat er geen inwoner in zij, van de mens tot op het beest, maar dat zij worden zal tot eeuwige woestheden.” De kringen rond de plaats waar de steen met profetie onder het wateroppervlak verdween, zijn nog te zien. Wij staren in het stromende water van de rivier.

Wat een zeggingskracht heeft deze symbolische handeling van Seraja! Er is namelijk geen enkele aanleiding om te denken dat de ondergang van de wereldmacht Babel kan worden ingeluid. Het rijk baadt zich in een heerlijke gloed van pracht en macht. Toch klinkt het: „Alzo zal Babel zinken en niet weder opkomen, vanwege het kwaad dat Ik over haar zal brengen, en zij zullen mat worden.” Je ziet er niets van.

Babel zal verzinken. Het lijkt er niet op. De opgang van het volk van God hangt samen met de ondergang van Babel. Geen haarscheurtjes in het machtige rijk van Babel, geen spoor van schuldbesef bij Israël. En vandaag? Ik zie het niet, zegt iemand. Integendeel. Laten wij maar bij onszelf blijven. Welke geur verspreidt de kerk? Liggen onze onkunde en ongeloof niet als een verstikkende deken over ons heen? Nochtans! Wie kijkt er dieper? Mogelijk bij tijd en wijle vertwijfeld en moedeloos, maar toch niet zonder hoop. Waarom niet? Omdat het niet vanwege Israëls trouw of berouw is dat in de ondergang van Babel zijn opgang reeds wordt aangekondigd. De reden ligt in God Zelf. Dat is genadig.

Wij worden geroepen om ons niet blind te staren op de zichtbare dingen. Niet in ons eigen hart, maar ook niet in de kerk en de samenleving. Schreef Paulus niet: „Wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen”? Wij staren in de diepte. De boekrol is weggezonken, maar het Woord blijft bestaan. Van benedenwaarts worden onze hoofden opwaarts getrokken. Wie zien wij? Gods Gezalfde aan het kruis op Golgotha.

Wie zinkt daar voorgoed weg in de diepte van het kruislijden? Is het Jezus? Je zou het wel denken. Het is niet om aan te zien. Op het dieptepunt valt de duisternis verhullend om Hem heen. Maar definitief wegzinken is er niet bij. Hij brengt in Zijn heerlijke werk Babel met alle zonde en kwaad ten onder. Het geloof ziet het. Daarom, hoe het ook stormt en hoe ons hart ook wordt beklemd, het oog op Hem! „Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond” (Hebr. 2:9).

„En het zal geschieden als gij geëindigd zult hebben dit boek te lezen, dan zult gij een steen daaraan binden, en werpen het in het midden van de Frath.” - Jeremia 51:63

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer