Kerk & religieWekelijkse meditatie
Meditatie: Een kreng

Ik zag het niet zitten en had geen zin. Zo’n ziekenbezoek bij een onbekende, bejaarde, randkerkelijke vrouw. Ooit wel naar ‘de kinderkerk’ in Delft geweest. Maar verder vooral thuis op de tweede verdieping van haar stadshuis.

Ds. G. R. Mauritz, Randwijk
beeld RD
beeld RD

Ze had haar moeder horen roepen, had de deur geopend en was gevallen. Twee trappen naar beneden. Met vele breuken, vooral in haar gezicht, lag ze stil op haar bed in het ziekenhuis.

Zachtjes begon ze te praten. Over haar moeder, het struikelen en haar diepe val. „Ik heb geschreeuwd: „O God, nee.” Maar God zei ”ja” en ik rolde nog een trap naar beneden. Nu lig ik hier, net wakker. Ik word goed verzorgd. Maar nu denk ik: God zal me wel een kreng vinden, dat ik zoiets geschreeuwd heb. Wat denkt u?”

Even van mijn stuk gebracht, dacht ik aan die regel uit Psalm 73: „Ik was onvernuftig, ik wist niks, ik was een groot beest bij U.” Dat beest is wel geen kreng, maar er zijn toch overeenkomsten. Ik heb de psalm haar voorgelezen en wat toegelicht. Deze man dacht: als ik Gods gebod houd, zal de Heere mij zegenen. Maar toen kwam er twijfel. De gelovigen ontvingen namelijk geen voorspoed, rust en veel bezit. Maar de goddelozen wel. En daarbij vrede en frisse kracht. Ondertussen keken ze trots en hoogmoedig neer op anderen. Ze zeiden: „God weet van ons niet af, Hij straft ons niet.” De dichter kende hen al langer, maar nu veroorzaakte dit twijfel. Waarom? Omdat hij momenteel zélf onschuldig moest lijden.

Wanneer het anderen aangaat, valt lijden in onze ogen vaak mee, maar blijkbaar niet als je zelf aan de beurt bent. Elke dag werd hij geplaagd en was er bestraffing. Vertwijfeling aan God kwam op. Hij dacht: de goddelozen zijn slechter dan ik, dus waarom laat God mij dan lijden? Het werd zo erg dat zijn voeten bijna uitweken. Van het rechte pad af. Ook van de kerk af.

Trouweloos aan Gods kinderen. En toch… er komt een oplossing! Hoe dan? De dichter bezoekt Gods heiligdom. Daar gebeurt iets met hem. Was het tijdens het gebed, het zingen, de verkondiging of het offer? De Heere weet het. Hij raakte hem namelijk aan en keerde hem om.

En toen zag hij alles zoals God het zag:

  1. Goddelozen worden eenmaal wel degelijk geoordeeld („Ga weg van Mij, Ik heb u nooit gekend”).

  2. Zelf was hij zeer onverstandig geweest. Zoals een groot onvernuftig beest. Een kreng.

  3. Nochtans wilde God hem zo bij de hand nemen, leiden door Zijn raad en opnemen in heerlijkheid.

  4. Toen kon hij weer zingen: „Het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op de Heere.”

Ik vertelde de vrouw dat zoiets nu ook voor haar kon. Door Jezus Christus. Die als Lam van God geofferd is. Om de zonde van de wereld weg te nemen. Stil luisterde ze en bad mee. Toen ik wegging, zei ze opnieuw iets onverwachts: „Nu u geweest bent, is Jezus bij mij geweest.”

In de auto dacht ik: wie was hier nu eigenlijk het kreng, het grote beest? En waar was de Heere? Hij was al eerder bij deze vrouw dan ik! De Voorloper was ons voor.
Kort daarna stierf ze. Maar deze God leeft nog. Ook voor u en jou. Zoek Hem. Laat daarbij de eredienst niet na. Hij wordt namelijk nog steeds gevonden van hen die naar Hem niet zochten.

„Toen was ik onvernuftig en wist niets, ik was een groot beest bij U.”
Ps. 73:22

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer