In azc Grave wonen 600 asielzoekers met 50 verschillende nationaliteiten. Medewerkers van het COA staan dagelijks voor hen klaar. „Geen dag is hier hetzelfde.”
Rashida Bouazza werd als kind van Marokkaanse ouders geboren in Meppel. Sinds 2017 werkt ze als woonbegeleider in azc Grave. „Als asielzoekers hier binnenkomen, vangen wij hen op en doen de intake, zo nodig met hulp van een tolk. We geven bijvoorbeeld uitleg over de regels in het azc. De bewoners kunnen dagelijks bij ons terecht aan de infobalie. De ene keer gaat het over geld, een andere keer over ruzie met de buren.”
Samen met een collega heeft Bouazza een aantal bewoners specifiek onder haar hoede. „Met z’n tweeën zijn we het aanspreekpunt voor degenen die in bepaald gebouw zitten. Als iemand klaagt over geluidsoverlast van de buren, ga ik kijken en probeer ik te bemiddelen. Soms lopen de spanningen door frustraties van bewoners hoog op. Mijn taak is de situatie beheersbaar te houden. Mensen met psychische problemen kan ik doorverwijzen naar hulpverlening. Het geeft me een goed gevoel als ik iets voor de bewoners kan betekenen. Mijn werk is heel afwisselend. Geen dag is hetzelfde.”
Huiselijk geweld
Bouazza heeft als specifiek aandachtsgebied huiselijk geweld en kindermishandeling. Ze is alert op signalen die kunnen wijzen op problemen in gezinnen. „Het zijn niet altijd meteen ernstige zaken. Als ik bijvoorbeeld zie dat jonge kinderen elke avond nog heel laat buiten lopen, ga ik eens met de ouders praten. Soms hebben ze iets aan opvoedingsondersteuning.”
Abdirizak Osman kent het leven in een azc van binnenuit. Hij kwam in 1989 als vluchteling uit Somalië naar Nederland. Nu werkt hij als programmabegeleider bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en geeft hij onder meer trainingen voor diverse doelgroepen. Zo volgen vluchtelingen die al een verblijfsvergunning hebben de module ”Kennis van de Nederlandse samenleving”. „Daarin gaat het bijvoorbeeld over wonen en leven, gezondheidszorg, democratie en gelijke rechten van man en vrouw.” Ook geeft Osman voor deze doelgroep een training oriëntatie op de arbeidsmarkt.
Een ander onderdeel richt zich op asielzoekers die juist een afwijzing van de IND hebben gekregen en moeten nadenken over terugkeer naar hun land. „Mensen hopen natuurlijk dat ze hier mogen blijven, maar ze weten ook dat de kans bestaat dat ze een negatieve beschikking krijgen. Wij informeren hen dan onder meer over organisaties die kunnen helpen bij terugkeer.”
Als mooie kant van zijn werk noemt Osman het „helpen van mensen die in een voor hen nieuw en vreemd land komen. Ik heb ervaren hoe het is als je alles zelf moet uitzoeken. Tegenwoordig worden mensen veel beter begeleid.”
Osman en Bouazza kijken ernaar uit deze zaterdag tijdens de open azc dag mensen te informeren over hun werk. Daardoor worden soms vooroordelen weggenomen, zegt Bouazza. „Sommige Nederlanders denken dat bewoners van een azc verwend zijn. Als ze zien in wat voor omstandigheden de mensen hier wonen, schrikken ze weleens”, zegt de woonbegeleider. Osman: „De woonruimte van de mensen is klein en sober. Asielzoekers hebben echt geen luxe leven.”