OpinieWeerwoord
Weerwoord: Het licht dooft

Hoe staat het met de omgang met het Woord in ons eigen leven en ons gezin?

Dr. P. C. Hoek
17 September 2022 14:10
„Is het niet wezenlijk dat we beseffen dat in het Woord God op óns toe komt om te spreken wat Hij voor ons nodig en nuttig en geboden vindt?” beeld iStock
„Is het niet wezenlijk dat we beseffen dat in het Woord God op óns toe komt om te spreken wat Hij voor ons nodig en nuttig en geboden vindt?” beeld iStock

Een nieuw onderzoek van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap naar het Bijbelgebruik onder Nederlandse christenen laat zien dat bijna de helft van hen de Bijbel dichtlaat. Allerlei cijfers over de omgang met de Bijbel komen aan het licht, maar dit is toch wel de meest in het oog springende uitkomst. Te verrassen heeft het ons niet; wel heeft het ons te verontrusten en vooral hebben we ons te verootmoedigen. Immers, als het Woord van God al meer dichtgaat, zal het licht al meer doven. En dat worden we toch op allerlei manieren gewaar? In de wijze van leven en samenleven, in wetgeving, in politieke en morele keuzes.

Ik zal niet de enige zijn bij wie het woord van Christus aan het adres van Efeze (Openbaring 2:1-7) in gedachten komt, als Hij deze gemeente waarschuwt dat haar kandelaar in het uiterste geval kan worden weggenomen. Het Evangelie had ingang gekregen. Het licht was er opgegaan. Het had aan kracht gewonnen en het duister verdreven. De gemeente was een kandelaar die helder lichtte. Echter, ook daar begon het licht te doven. Het had alles te maken met het verlaten van de eerste liefde. Hoe dan ook waarschuwt Christus haar voor de mogelijkheid dat het licht zou doven. En of u er ooit geweest bent of niet: ieder van ons weet dat het geen loos dreigement was. Zo’n dreigement vind je in de Bijbel per definitie niet.

Voor we het weten, zijn we echter naar aanleiding van dit gegeven ten aanzien van het Bijbelgebruik vooral bezig met ons Nederlandse volk als zodanig. En daar is zeker reden toe, vooral om in het gebed ons volk op het hart te dragen. Maar te vrezen valt dat deze cijfers ook veel zeggen over de omgang met het Woord binnen de christelijke gemeente. Het is aannemelijk dat de cijfers daar wel anders zouden uitvallen, maar ze zouden vermoedelijk wel minder afwijken dan we zouden willen.

Laten we ons voor nu beperken tot de vraag hoe het met de omgang met het Woord staat in ons eigen leven en gezin. Hangen wij dagelijks aan het Woord, als aan de mond van de levende en sprekende God? Is er de intense omgang met de Schrift, vol verwachting dat het vleesgeworden Woord erin en erdoor spreekt? Bedelt u dag voor dag bij de Bron om bedeeld te worden door Gods Geest?

In dit verband onderstreep ik graag nóg een uitkomst van het genoemde onderzoek. Zij die wel regelmatig de Schrift lezen, doen dat om er troost, bemoediging of wijsheid te vinden. Met andere woorden: we gaan naar het Woord toe om er te vinden wat wij nodig hebben. En ik ben de laatste om tegen te spreken dat dit zeker hoort bij de gelovige omgang met het Woord van God. Dit kan echter –ik formuleer voorzichtig– ook typerend zijn voor onze verhouding tot dat Woord. Wij gaan naar het Woord toe, als een bron van wijsheid en troost, om er te halen wat wij nodig hebben. Het Woord staat ons ten dienste. Als autonome mensen nemen we tot ons wat wij menen dat goed voor ons is. Maar is het niet wezenlijk voor de omgang met de Schrift dat we beseffen dat in het Woord God op óns toe komt om te spreken wat Hij voor ons nuttig en geboden vindt? Abstracter geformuleerd: gaat het menselijk subject tot het Woord om te ontdekken hoe het hem dienen kan, of ontmoeten we er (met eerbied geschreven) het Subject van het Woord om te horen wat Zijn wil is? Wij staan voor de vraag: zijn wij niet veel moderner in ons Bijbellezen dan we zelf doorhebben?

En dan heb ik het kortheidshalve nog niet over de ”stilzwijgende Bijbelkritiek” in de christelijke kerk, waardoor bepaalde delen van de Bijbel doven en die ertoe leidt dat we met elkaar gaan denken dat de Bijbel niet duidelijk is over het christelijk geloof als de religie van het gebroken hart, over het verbond, over de kinderdoop, over huwelijk en seksualiteit, over de plaats van man en vrouw, over de betekenis van de hoofdbedekking, enzovoort. Misschien iets voor een volgend ”Weerwoord”.

De auteur is universitair docent praktische theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarium en hersteld hervormd predikant in Putten. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen. > rd.nl/weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Weerwoord

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer