Opinie
Zutphen 1572 wel degelijk een bloedbad

In het zevende deel van de boeiende serie ”Wandelingen langs ’s lands geboortegrond” (RDM 20-8) is Zutphen aan de beurt. In deze aflevering ontkent historicus Johan Visser dat Spaanse soldaten bij de verovering van Zutphen in 1572 een bloedbad onder 500 burgers hebben aangericht. Maar is dit wel juist?

C. L. Freeke
29 August 2022 17:16
„Het ooverschot met de burghery viel in d’uiterste ellenden. Daar werd‘er wel vyfhondert verwurght.” beeld Rijksmuseum
„Het ooverschot met de burghery viel in d’uiterste ellenden. Daar werd‘er wel vyfhondert verwurght.” beeld Rijksmuseum

Volgens Visser werden naast de terechtgestelde soldaten alleen 20 tot 25 dode lichamen van protestantse burgers, opgegraven uit de Walburgiskerk, in de IJssel geworpen. Het verhaal over de 500 vermoorde burgers zou volgens hem teruggaan op de later ontstane herinneringscultuur, waarin de gebeurtenissen van november 1572 zijn gemythologiseerd. Dit is volgens de historicus met name gedaan door Wilhelmus Baudartius, Vlaming en Statenvertaler, die er belang bij had om de Spanjaarden zo barbaars mogelijk af te schilderen.

Ik vraag mij af of Visser niet te gemakkelijk ontkent dat er een bloedbad onder burgers heeft plaatsgevonden. Dat is mijns inziens alleen acceptabel als daar onomstotelijke bewijzen voor zijn. Op grond van het artikel betwijfel ik ten zeerste of hij die heeft.

Uit het artikel zou geconcludeerd kunnen worden dat het verhaal over het bloedbad onder burgers door Baudartius is opgetekend. Dat is onjuist, want Baudartius heeft over de periode rond 1572 zelf niet geschreven. Wat hij wél heeft gedaan, is een verkorte editie maken van het geschiedwerk van Emanuel van Meteren over de periode 1566-1612. Daaraan heeft hij een vervolg over de periode 1612-1618 toegevoegd. In die verkorte editie heeft Baudartius de tekst van Van Meteren over het bloedbad in 1572 te Zutphen vrijwel ongewijzigd overgenomen.

Vlamingen

Niet alleen Van Meteren heeft over het bloedbad in Zutphen geschreven. Ook andere gezaghebbende historici hebben deze gebeurtenis in hun geschiedschrijving opgenomen. En dat waren geen Vlamingen die belang hadden bij het zo barbaars mogelijk afschilderen van Spanjaarden.

De eerste is notaris Pieter Bor Christiaenszoon, in 1559 te Utrecht geboren en in 1635 te Haarlem overleden. Bor schrijft over de Spanjaarden: „over de muren gekomen in der Stad, al dood slaende dat sij op der straten vonden, staken de Stad aen acht hoeken aan brand, hingen een deel borgeren op aen bomen en verdronkender in de IJssel wel tot 500 personen toe” (editie 1679, pagina 415).

De tweede is dichter en toneelschrijver Pieter Corneliszoon Hooft, in 1581 te Amsterdam geboren en in 1647 te Den Haag overleden. Hooft schrijft dat, na de vlucht van een deel van de soldaten uit de stad, „het ooverschot met de burghery viel in d’uiterste ellenden. Daar werd‘er wel vyfhondert verwurght, oft in d’Yssel verdronken: en naa ’t bekoelen der heevigheit, de leevende zulx gehandelt, dat zy ’t lot der dooden benydden” (editie 1677, pagina 284).

Volgens Visser werden alleen maar honderden huursoldaten gestraft, omdat zij hun belofte om niet meer voor Oranje te vechten hadden verbroken, en geen burgers. Volgens Bor en Hooft bevonden zich onder de personen die vermoord werden niet alleen soldaten, maar ook burgers. Op basis van deze gegevens is de ontkenning van een bloedbad mijns inziens niet gerechtvaardigd.

De auteur is gepensioneerd accountant en amateurhistoricus.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer