Toegespitst: Oorlog Oekraïne heeft geen exit
De vraag wat Poetin drijft om Oekraïne aan te vallen, houdt velen bezig. Wat bezielt Rusland en zijn president om deze afschuwelijke en misdadige oorlog te voeren? Waar eindigt deze broederoorlog?
Vladimir Poetin is geboren in 1952, zeven jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Zijn vader vecht tegen de Duitsers tijdens de belegering van Leningrad (tegenwoordig Sint-Petersburg). Aan de gevolgen van dit beleg overlijdt zijn broer. Poetin groeit op in een armoedig Sovjet-gezin, in een door de nazi’s kapotgeschoten stad. Binnen- en buitenshuis herinnert alles aan de slag om Leningrad.
Na zijn studie rechten meldt Poetin zich bij de KGB en wordt hij hoofd van de lokale KGB in Dresden, in het voormalige Oost-Duitsland. In 1991 keert Poetin na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie gedesillusioneerd terug naar huis. Samen met de gevolgen van WO II vormt de val van de Unie zijn wereldbeeld.
In de daaropvolgende jaren maakt hij een bliksemcarrière in de lokale politiek. In 2000 grijpt hij met succes naar de macht in het Kremlin en volgt Boris Jeltsin op. In een tijdsbestek van ongeveer vijftien jaar maakt hij een einde aan de chaos in Rusland, herstelt orde en veiligheid, investeert grootschalig in de binnenlandse economie en positioneert Rusland naast Amerika en China op het grote wereldtoneel.
Ideologie
Tegenwoordig is Rusland een federale republiek: een multireligieuze en multinationale entiteit die ruim tachtig autonome gebieden telt, elk met zijn eigen geschiedenis, cultuur, taal en regionale religie. Zo’n enorm land besturen kan een sterveling niet alleen, ook al heet hij Vladimir Poetin.
In het bonte Russische politieke spectrum is Poetin een gematigde en pragmatische politicus. Voor politieke beslissingen laat hij zich informeren door adviseurs, onderzoeksbureaus, universitaire instituten en een vijfentwintigtal oligarchen. Voor geen goud willen Poetin en zijn aanhang terug naar het communistisch tijdperk. In hun ogen begingen de communisten de onvergefelijke zonde door de Sovjet-Unie uit te leveren aan het Westen.
De huidige leiders streven een herstel van het oude Russische rijk na. Deze ”Groot-Ruslandgedachte” is een conglomeraat van ideeën van verschillende negentiende-eeuwse Russische denkers, zoals Solovjov (1853-1900), Berdjajev (1874-1948) en Il’jin (1883-1954). Kort na de communistische revolutie werden zij uit Rusland verbannen, werkten hun politieke visies in West-Europa verder uit en creëerden het visioen van een Groot-Rusland.
Wereldrijk
Dit visioen leeft voort in het denken van hedendaagse Russische politieke predikers, zoals Luv Guiljov, Aleksander Prokhanov en Aleksandr Doegin. Van dit drietal is vooral Doegin in het Westen bekend geworden door zijn interviews, mediaoptreden en vertaalde publicaties. De voormalig hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Moskou staat bekend als ”het brein van Poetin”.
In hoeverre deze bijnaam klopt, blijft in nevelen gehuld. Feit is wel dat een van zijn boeken –”The Foundations of Geopolitics” (1997)– verplichte kost is op de officiersopleiding van de Russische krijgsmacht. Verder hebben westerse rechts-populistische stromingen en denkers, onder wie Thierry Baudet (FvD), sympathie voor zijn politieke denkbeelden. Ten slotte zijn tal van uitspraken uit Poetins opzienbarende rede aan de vooravond van de Russische inval in Oekraïne zo uit Doegins publicaties weggelopen.
Doegin vertegenwoordigt het ”Eurazianisme”, een variant van de Groot-Ruslandgedachte. Volgens deze visie moet Rusland een unieke positie tussen Europa en Azië innemen. Deze plaats verwerft het land door het verloren gebied van de voormalige Sovjet-Unie te herwinnen, West-Europa afhankelijk te maken van zijn grondstoffen en bondgenootschappen te smeden met Turkije en Iran.
Wanneer Rusland dit alles heeft gerealiseerd, strekt zijn invloedssfeer zich uit van Vladivostok in het uiterste Oosten tot het Ierse Dublin in het Westen en heeft het via Iran en de Perzische Golf toegang tot de Indische Oceaan.
Vijanddenken
Doegin beschouwt het westerse sociaalliberalisme als een van de grootste bedreigingen voor Rusland en onverenigbaar met de Russische cultuur, die op conservatieve gedachten uit de negentiende eeuw stoelt.
Het sociaalliberalisme heeft volgens Doegin een totalitair karakter omdat het gebaseerd is op het concept van het individu. Dat concept doet voorkomen alsof het individu een universele grootheid is. En het Westen draagt deze overtuiging op een agressieve manier uit als een universele waarheid. Wat betreft Doegin zit het totalitaire daarin dat men alleen nog maar ‘vrij’ is om liberaal te zijn. Andere visies worden door het Westen nauwelijks geaccepteerd.
Maar Doegin stelt juist dat het individu niet bestaat; dat er geen universeel systeem van waarden en normen is en dat universele en absolute waarheid en een gedeelde mensheid een fabel zijn. Want ieder mens is slechts deel van een mens. Hij is onderdeel van een groter geheel; een mens is deel van een samenleving. En de totalitaire macht van de westerse globalisering bedreigt die mens in zijn bestaan omdat die hem zijn individualistisch mensbeeld opdringt. Deze globalisering is een nieuw soort kolonialisme dat een reëel en existentieel gevaar vormt voor de Russische samenleving, aldus Doegin.
Oorlogsverklaring
Rusland voert al decennia een ideologische strijd tegen dit inclusieve sociaalliberalisme van het Westen. Vanuit het Russische perspectief is de oorlog in Oekraïne dan ook een gevolg van deze agressieve expansiedrift onder de vlag van de NAVO en de EU.
Door deze bril interpreteerde het Kremlin de toespraken van de sociaalliberale Brusselse politici Frans van Baalen en Guy Verhofstadt op het Maidanplein tijdens de Maidanrevolutie in de Oekraïense hoofdstad Kiev (2013) als een directe oorlogsverklaring van het sociaalliberalisme aan Rusland.
In Ruslands perceptie voert het land dus een ideologische en intercontinentale strijd. Maar ook in het Westen klinken dit soort ideologische geluiden. Ondertussen worden in Oekraïne gruwelijke misdaden tegen de mensheid gepleegd. Terecht klinkt wereldwijd de roep om een internationaal en onafhankelijk onderzoek en proces. Toch is het nog maar de vraag of het Internationaal Gerechtshof in Den Haag de aangewezen instantie is voor een juridisch proces tegen oorlogsmisdadigers.
Vooralsnog heeft ook het Westen de schijn des kwaads tegen zich. Het lijkt erop dat Oost en West de oorlog in Oekraïne als onderdeel van een intercontinentale en ideologische strijd zien. Een strijd die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie niet gestopt is. Als dat waar is, hebben beide partijen geen exit, kunnen oorlogsmisdadigers niet in Den Haag worden berecht en heeft Oekraïne voorlopig geen zicht op vrede.
De auteur is predikant van de cgk Sliedrecht Beth-El, docent Bijbelse vakken aan het Hersteld Hervormd Seminarium en gastdocent NT Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids (VS).