Hulporganisaties: Nieuwe roeping in Oekraïne
Van het ontwikkelen van onderwijsprogramma’s en het runnen van kindertehuizen naar het bieden van noodhulp. Christelijke organisaties uit Nederland die al jarenlang actief zijn in Oekraïne, helpen nu de ergste nood van oorlogsslachtoffers te lenigen. Niets doen lijkt geen optie voor hen.
Zo snel mogelijk na het uitbreken van de oorlog legden wij contact met onze collega’s in Oekraïne, zegt Gerben Heldoorn, directeur bij Kom over en Help (KOEH). „Een aantal van hen was gevlucht naar Polen.” Dankzij dertig jaar ervaring in het land kon KOEH snel hulp bieden. „Normaal ondersteunen wij projecten voor de opvang van kwetsbare kinderen of verslaafden”, zegt Heldoorn. Inmiddels is een aantal plaatselijke collega’s van KOEH weer op zijn post en gaat het normale werk zoveel mogelijk door.
Stichting Hulp Oost Europa (HOE) laat weten dat het kindertehuis dat HOE steunt in Transkarpatië, in het westen van Oekraïne, weer open is. Ook de scholen voor Roma-kinderen die steun krijgen van HOE zijn een paar weken dicht geweest. „In het begin zijn veel gezinnen gevlucht, maar de laatste weken zijn ze weer teruggekeerd”, vertelt Allard Selles van HOE.
Stichting Kimon had voor de oorlog vier veldwerkers in Oekraïne. Van hen zijn er twee geëvacueerd naar Nederland. Zij zetten zich intussen in voor gevluchte Oekraïners. Een derde veldwerker is met verlof in Nederland, vertelt Richard Pannekoek, directeur van Kimon. Alleen veldwerker Stefanie de Wildt is op dit moment in West-Oekraïne, waar ze zich ontfermt over vluchtelingen. Kimon heeft bovendien een noodfonds opgericht om transporten met hulpgoederen vanuit Nederland naar Oekraïne te bekostigen.
Jan Jacob Hoefnagel, woordvoerder van Dorcas, laat weten dat het reguliere werk van de organisatie, zoals onderwijs, volledig vervangen is door noodhulp: het uitdelen van spullen voor persoonlijke verzorging, contant geld en voedsel. „Aan de Roemeense en Moldavische kant van de grens vangen we vluchtelingen op en organiseren we goederentransporten naar Oekraïne.”
Dienstbaarheid
Ook plaatselijke collega’s van KOEH in West- en Zuid-Oekraïne verlenen noodhulp aan Oekraïners en vangen vluchtelingen op. Een van de partnerorganisaties van KOEH geeft een christelijk tijdschrift uit en heeft recent een speciale editie over de oorlog gemaakt voor kinderen. „Aan de hand van het tijdschrift kunnen Oekraïners praten over wat ze gezien en meegemaakt hebben; daar is enorm veel behoefte aan,” zegt Heldoorn. Andere projectmedewerkers van KOEH verzorgen graantransporten van Oost-Oekraïne naar het westen van dat land. „De vrachtwagens gaan gevuld met varkensvlees terug naar het oosten. Dat vlees is bedoeld voor soep voor Oekraïense soldaten aan het front.”
HOE geeft vooral hulp vanuit buurlanden waar ze bestaande projecten hebben. Daar worden ook vluchtelingen opgevangen, met name door kerken. „De eerste paar weken kwamen op die plekken met name vluchtelingen op doorreis. De laatste weken zien ze vaker vluchtelingen die geen duidelijke bestemming hebben. Die verblijven dan langer op die opvanglocaties. Zo proberen onze mensen op die projecten iets te laten zien van Bijbelse dienstbaarheid”, aldus Selles. HOE financiert transporten vanuit Polen en Roemenië naar Oekraïne. Selles: „Het gaat om basisbehoeften: ingeblikt voedsel en kleding. Die gaan bijvoorbeeld naar de vluchtelingen die via corridors vertrekken bij steden als Marioepol en Charkiv.”
De hulporganisaties proberen ook vooruit te kijken. Heldoorn van KOEH: „Samen met een organisatie als Dorcas denken we na over de volgende fase van noodhulp en wederopbouw.” Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen snel toegang krijgen tot financiën, zodat ze straks hopelijk weer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien?” „We weten niet hoe de oorlog zich gaat ontwikkelen. De toekomst is ongewis”, benadrukt Hoefnagel van Dorcas. „Maar we willen uiteindelijk weer structurele hulp bieden.”