„Veel gevraagd van school bij komst Oekraïner”
Het zal veel van het onderwijs vragen als grote aantallen Oekraïense kinderen naar Nederland komen, denkt minister Dennis Wiersma (Onderwijs).
Het liep scholen de afgelopen twee jaar „over de schoenen” door corona en daardoor is de context „ingewikkeld”, aldus de bewindsman. Wel benadrukt hij dat alle kinderen in Nederland, ongeacht hun status, recht hebben op onderwijs, „en dat gaan we dan ook meteen bieden”.
In een debat in de Tweede Kamer zei hij woensdag dat er met gemeenten gewerkt wordt om scholen voor te bereiden op de komst van Oekraïense vluchtelingen, bijvoorbeeld door extra geld beschikbaar te maken. Hoe deze hulp er nu concreet uit ziet, zei Wiersma niet. Sommige scholen hebben al ervaring met het lesgeven aan vluchtelingen, bijvoorbeeld Syrische kinderen. Wiersma vraagt hulp van „iedereen die iets kan bijdragen”.
Het zijn vooral vrouwen en kinderen die vluchten voor het oorlogsgeweld in hun land, sinds Rusland binnenviel. Oekraïense mannen tussen 18 en 60 jaar mogen hun land niet uit. Hoeveel Oekraïense kinderen uiteindelijk naar Nederlandse scholen gaan, weet Wiersma nog niet. Wel gaat hij uit van de „ruimste scenario’s”.
Nederland gaat voorlopig geen Oekraïense vluchtelingen ophalen uit het oosten van Europa. „Herverdeling van vluchtelingen is op dit moment niet aan de orde”, zei staatssecretaris van Asiel Eric van der Burg woensdag in de Tweede Kamer. Dat zal pas gebeuren als de landen waar de vluchtelingen nu verblijven om hulp vragen.
Informatiepunt
Het kabinet opende woensdagavond een informatiepunt waar gemeenten terechtkunnen met vragen over de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Vanaf donderdag kunnen ook grote instellingen daar terecht. Staatssecretaris Van der Burg meldde woensdag dat dit de uitkomst is van het eerste crisisoverleg dat het kabinet over de vluchtelingencrisis heeft gevoerd.
Vanuit het Centraal Knooppunt Informatie Oekraïne, zoals het informatiepunt heet, worden vanaf woensdag vluchtelingen verdeeld over opvangplekken door het land. Tot nog toe was de coördinatie van steun erg versnipperd. „Het was het mooiste geweest als we alles dertien dagen geleden klaar hadden gehad, maar de wereld is veranderd”, zegt de staatssecretaris daarover.
Defensie
Nederland en Frankrijk gaan de banden verder aanhalen. Ze willen meer gaan samenwerken in de Europese Unie en op defensiegebied. Dat hebben beide landen afgesproken na hun eerste regeringsoverleg woensdag in de Franse hoofdstad.
In een gezamenlijke verklaring na afloop staat onder meer dat beide landen zich willen inzetten voor een EU die meer op eigen benen kan staan. Ze willen zich verder inzetten voor de snelle verduurzaming van Europa en versterking van de Europese asiel- en migratiepolitiek.
Op militair gebied is afgesproken om meer samenwerking op marinegebied te zoeken. Ook in „regio’s van strategisch belang” zoals Oekraïne, de Sahel-landen en het Midden-Oosten willen Nederland en Frankrijk hun samenwerking intensiveren. Dat moet ook in de Cariben gebeuren, onder meer in de strijd tegen (drugs)criminaliteit.
Nederlandse F-35’s en F-16’s blijven langer het luchtruim boven Polen bewaken. Ze blijven op verzoek van de NAVO deze taak in elk geval tot en met eind maart vervullen, schreef defensieminister Kajsa Ollongren woensdag aan de Tweede Kamer.