Hij was in Rusland toen de oorlog met Oekraïne uitbrak. Het kostte Johan Boeder vorige week 37 uur om thuis te komen. „De Russische christenen die ik ontmoette, zijn diepbedroefd over de strijd met hun broedervolk. Over politiek doen ze nooit uitspraken.”
De Kesterense IT-ondernemer bouwde als vrijwilliger voor hulporganisaties jarenlang contacten op in zowel Rusland als Oekraïne. Hij zat anderhalve week geleden diep in het koude noorden van Siberië toen het nieuws van de militaire operatie in Oekraïne er doordrong. „Daar had ik niet op gerekend. Er was wapengekletter, maar ik dacht dat het bij politieke schermutselingen zou blijven.”
De gevolgen merkte hij al snel. „Bellen met Nederland werd moeilijker, websites werden traag of vielen weg. Enkele dagen later viel de creditcard uit. Kennelijk ontstonden er beperkingen in de mogelijkheden om elektronische middelen te gebruiken. Gelukkig had ik contant geld bij me en een oude Nokia waarmee ik af en toe kon bellen. Ik kreeg bericht dat mijn terugvlucht naar Amsterdam was geannuleerd. Volgens mijn visum kon ik nog twee weken blijven, maar de Nederlandse ambassade in Moskou zei: Zie het land uit te komen, al weten wij ook niet hoe dat moet.”
Er waren meerdere mogelijkheden: via Kazachstan, Turkije, Israël of de Verenigde Arabische Emiraten. Uiteindelijk koos Boeder ervoor het land niet per vliegtuig te verlaten, maar per benenwagen. In zeven etappes wist hij de grens te bereiken.
Eerst per vliegtuig, daarna met het openbaar vervoer en per auto. „Steeds stond er weer een volgende chauffeur klaar, dankzij de hulp van de Russische broeders en zusters. Met elke nieuwe chauffeur deden we een gebed en daarna gingen we rijden.”
Geen crisissfeer
Welke route hij volgde, weet Boeder niet precies. Lopend, met alleen een rugzak, ging hij de grens over. „Die enkele rugzak, dat was een les. Ik dacht: Hoeveel mensen zijn zo op de vlucht? Maar ik ben onderweg naar huis, zij van huis naar iets onbekends. Aan de andere kant van de grens stond iemand klaar die me naar het vliegveld bracht. Omdat ik Rusland uit was, deed mijn smartphone het opeens weer en kon er weer gecommuniceerd worden. Je voelt op dat moment hoe de Heere bewaarde en leidde. Hem alleen de eer.”
Onderweg in Rusland merkte Boeder er weinig van dat er oorlog is. „In wegrestaurantjes zaten mensen naar het nieuws op de tv te kijken en in bus en trein waren ze in de krant verdiept. Maar er was geen crisissfeer.”
Geen politiek
De nieuwsvoorziening laat zich lastig beoordelen, zegt Boeder. „Ik zag krantenkoppen die de Russische visie op het conflict weergeven.” Dat mist zijn uitwerking niet: „Een jonge Rus zei: De oudere Oekraïners zijn blij met onze komst. Toen dacht ik: Aan beide kanten geeft berichtgeving vaak een beperkt beeld. Daar en in Nederland.”
De ondernemer, lid van de oud gereformeerde gemeente in Achterberg, was in een aantal niet-geregistreerde baptistengemeenten te gast. „Bij alle onderlinge verschillen hebben ze gemeenschappelijk dat ze zich nooit met politiek inlaten. Men zegt: Wij zijn onderdanen van een ander Koninkrijk, van Jezus.”
Gods bedoeling
„In Nederland wordt nu gebeden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Dat is in Rusland ondenkbaar. De niet-geregistreerde baptisten zijn trouwe onderdanen, maar aan politiek doen ze niet en ze werken ook niet bij de politie of in het leger.
Veel jonge gelovigen proberen een alternatieve dienstplicht te doen en als dat niet kan, weigeren ze een wapen te dragen. Een krant lezen ze maar af en toe en ze zitten zeker niet de hele dag op hun mobieltje te kijken.
Ze dragen leed over wat er nu gebeurt. Er waren diensten op zondag en ook meerdere keren doordeweeks. Daar werd geknield gebeden voor het broedervolk. De pijn was tastbaar. De christenen vragen zich af wat Gods bedoeling met dit alles is. Ze beleden: Heere, is er oorzaak? Ontferm U! Ze benadrukken vooral de gevolgen van de oorlog voor het gewone volk. Voor familieverhoudingen. En ze vrezen hinder voor de verkondiging van Gods Woord. In elke oorlog viert de vorst der duisternis overwinningen.”
Broedervolk
Russen hebben veel familiebanden en andere contacten met mensen in Oekraïne. „Het kan gebeuren dat familieleden nu op elkaar moeten schieten. In de taiga zat ik bij een oudere vrouw: Oekraïense van geboorte, weduwe van een Rus. Je proeft dan het verdriet. Zulke relaties zijn er veel. Een Russische vriend die me 300 kilometer verplaatste, nam zijn vrouw mee. Ze vertelde: Ik ben Oekraïense en ik ben zo bezorgd over mijn vader. Hij is weduwnaar en woont in de grote stad Charkov, die zwaar beschoten is. Hij is daar nu, alleen! En ik kan geen contact krijgen.”
Nomadenvolk
Ook als christen voelt men de pijn: onder het Oekraïense volk zijn broeders die de Russische gemeenten bezochten en dienden, mensen die meegingen op een jeugdkamp of een zendingsreis. Zoals Ljoeba Kordonets (1986-2018), bekend geworden als Oekraïense evangeliste onder de Nentsen, een nomadenvolk op de toendra. „Het is nu ook onmogelijk familie in Duitsland of Oekraïne te bezoeken, wat anders frequent gebeurt. Er is onzekerheid over hun lot, en over hoe lang de strijd zal duren.”
Machtspolitiek
Boeder zegt beducht te zijn voor het doen van politieke uitspraken. „Temidden van zoveel menselijk leed zijn beschouwingen over de oorzaken van de oorlog niet heel zinvol. Kennen we de geschiedenis? Onze meningen zijn vaak zo oppervlakkig en gekleurd door de waan van de dag. Ze nemen het grote menselijke leed niet weg. Ik probeer me te herinneren of ooit sancties en economische oorlogsvoering ergens vrede hebben gebracht; ik kan geen voorbeelden vinden. Machtspolitiek van het Westen staat nu tegenover machtspolitiek van Rusland. De slachtoffers zijn kinderen, oude mensen; zoveel inwoners die nauwelijks bezittingen hebben.
Wat ik ook merk, is hoe de oorlog verwijdering geeft in Nederland tussen mensen die deze landen vanuit een verschillende achtergrond liefhebben. Dat doet pijn. We moeten zoeken naar verbinding, niet de tegenstellingen tussen deze broedervolken uitvergroten. Laten we beide volken liefhebben en voor hen bidden, ernstig en aanhoudend. En waar het kan hulp bieden om de nood te helpen lenigen.”