Om in de bestrijding van de coronapandemie polarisatie tegen te gaan, is visie nodig. Niet zomaar een visie, maar een die gestoeld is op gemeenschappelijke waarden. Daarom moet het kabinet in zijn beleid weliswaar de regie nemen, maar ook ruimte geven aan lokale overheden en burgers.
Ik heb de afgelopen maanden als apocalyptisch ervaren. Een Kamerlid dat in een debat over corona zijn collega’s bedreigde met een tribunaal. Ernstige rellen in Rotterdam, Stein, Urk en andere plaatsen waarbij zware explosieven werden gebruikt. De vele mails waarin ik werd aangesproken als landverrader, misdadiger, fascist, nazi en antichrist. De opkomst van de omikronvariant, de afkondiging van een nieuwe lockdown en daaropvolgende versoepelingen. In diezelfde maanden las ik de nieuwe roman van de Ierse schrijfster Sally Rooney over het verlangen naar een prachtige wereld; een wereld die de afgelopen maanden wel erg ver weg was.
Al deze gebeurtenissen laten iets zien van wat corona met ons doet. Met ons als burgers, met ons als samenleving en met onze democratie. Ze laten ook zien dat toekomstig coronabeleid méér moet zijn dan bestrijding van het virus. Het zal ten diepste moeten gaan om het ”samen” van de samenleving en datgene wat het ”samen” bedreigt.
Scenario’s
Het WRR/KNAW-rapport ”Navigeren en anticiperen in onzekere tijden” van september 2021 schetst vijf mogelijke scenario’s met een oplopende ernst. Het eerste scenario schetst een situatie waarin Covid-19 helemaal wordt uitgebannen, het tweede gaat over een situatie waarbij Covid-19 endemisch wordt en jaarlijks terugkeert, het derde scenario vraagt om een streng grensbeleid om gevaarlijke virussen uit andere landen tegen te houden. In het vierde scenario blijft Covid-19 een serieuze bedreiging omdat nieuwe varianten zich ontwikkelen die aan de bestaande vaccins ontsnappen. In dit scenario wordt er –zo zegt het rapport– een groot beroep gedaan op de „veerkracht van de samenleving.” Het vijfde scenario schildert een zeer ernstige situatie waarin Covid-19 wereldwijd blijft circuleren, jaarlijks meer slachtoffers eist, de effectiviteit van de vaccins beperkt is, het onzeker is wanneer de pandemie zal uitdoven, en samenleving en economie lange tijd ontwricht zijn.
De WRR/KNAW adviseert het kabinet zich op alle scenario’s voor te bereiden. Met een beetje geluk kunnen de eerste drie scenario’s met de klassieke Haagse instrumenten zoals wetten, besluiten en adviezen beheerst worden. Maar bij het vierde en het vijfde scenario is dat niet meer het geval. Die scenario’s vragen om een continue inzet van de gehele samenleving. En wel in de context van een toenemende coronamoeheid en scherper wordende polarisatie.
Visie
Bart Brandsma schrijft in zijn boek ”Polarisatie. Inzicht in de dynamiek van wij-zij denken” dat het beste tegengif tegen polarisatie visie is. Niet zomaar een visie, maar een visie die geënt is op waarden. Hij beschrijft visie als het vermogen om met verbeeldingskracht een nieuwe werkelijkheid te scheppen. Om mensen met die nieuwe werkelijkheid te raken en hen uit hun gepolariseerde positie te trekken. Als dit waar is, vraagt dat om een beleid dat breekt met de huidige technologische top-downaanpak.
De uitdaging van een visie gebaseerd op waarden is dat deze geformuleerd moet worden in een samenleving waarin het niet vanzelfsprekend is dat er op gedeelde waarden een beroep gedaan kan worden. Het kan niet anders dan dat het gaat om waarden die recht doen aan de lokale cultuur van dorpen, steden en regio’s. Waarden die van betekenis zijn voor gezinnen en kerken, bedrijven en sportverenigingen, restaurants en culturele instellingen.
Denkend vanuit de zwaarste scenario’s en de gewenste veerkracht van de samenleving leg ik een democratische visie op tafel. Het woord democratisch kies ik bewust. Enerzijds gaat het om het denken vanuit de rechtsstaat en de controle van de macht. Anderzijds gaat het om de verankering daarvan in de maatschappelijke democratie, waarbij burgers betrokken worden bij en meebeslissen over essentiële zaken in hun leefwereld. In mijn visie bestaat de democratische visie op het toekomstige coronabeleid uit drie pijlers: 1. verantwoordelijkheid kabinet, 2. verantwoordelijkheid lokale overheden, en 3. verantwoordelijkheid burgers en maatschappelijke verbanden.
Regie
Bij besmettelijke pandemieën is het kabinet verantwoordelijk om regie te nemen. Dat volgt uit de Grondwet en de Wet publieke gezondheid. Het woord regie kies ik wel met opzet. Wie regie neemt, legt kaders voor beleid vast, spreekt over randvoorwaarden en geeft keuzemogelijkheden. Vanzelfsprekend wordt dat geheel mede vormgegeven in dialoog met relevante brancheorganisaties, koepels en landelijke partners. Onderdeel daarvan is de situatie van een ”code zwart” waarbij we terug moeten naar acute crisisbestrijding met een centrale rol voor het kabinet.
Maar regie laat ook ruimte en impliceert de mogelijkheid om keuzes te maken. En daarmee kom ik bij de verantwoordelijkheid van de lagere overheden: de gemeenten. Tot nu toe waren Burgemeester en Wethouders vooral verantwoordelijk voor uitvoering en handhaving van het kabinetsbeleid. De afgelopen periode heeft laten zien dat maatwerk noodzakelijk is. Iedereen weet dat er grote verschillen zijn tussen een gemeente op de Biblebelt, in het Limburgse Heuvelland en in de Randstad. Gemeenten moeten de ruimte krijgen om recht te doen aan de lokale context met hun eigen maatschappelijke verbanden.
In de derde plaats is er dus ook een verantwoordelijkheid voor de samenleving. Als één ding duidelijk is geworden in de pandemie, dan is het wel dat maatschappelijke verbanden zoals gezinnen en kerken, bedrijven en sportverenigingen, restaurants en culturele instellingen, allemaal gekenmerkt worden door een eigen set waarden. Al deze verbanden willen meedenken hoe in tijden van een pandemie enerzijds zo goed mogelijk recht gedaan kan worden aan die eigen set van waarden en anderzijds hoe die waarden in tijden van crisis zo goed mogelijk beschermd kunnen worden. Dat alles vraagt om dialogen op lokaal niveau waarbij verbanden en hun burgers een deel van de oplossing worden. Alleen zó kunnen gemeenten maatwerk leveren.
Ik heb niet de illusie dat een democratische visie en de daarop gebaseerde dialogen en beslissingen een oplossing zijn voor alle maatschappelijke spanningen en polarisatie. Al is het alleen al omdat sommige bewegingen en partijen maatschappelijke onrust als ‘verdienmodel’ hebben. Ik heb ook niet de illusie dat we alle burgers kunnen bereiken. Maar ik leg deze visie wel op tafel omdat ik niet geloof dat technocratische oplossingen zoals 2G, vaccinatieplicht en andere top-downmaatregelen bijdragen aan de veerkracht van de samenleving. Ik roep de regering dan ook op om te kiezen voor een benadering die gekenmerkt wordt door lokale dialogen en lokaal maatwerk. De bestrijding van ernstige pandemieën vraagt een versterking van de maatschappelijke democratie en een lokale controle van de macht. Alleen zo bevorderen we de naleving, versterken we het toezicht en vergemakkelijken we de handhaving.
De auteur is senator voor de ChristenUnie en emeritus hoogleraar christelijke filosofie en ethiek.