Ziekenhuizen zetten remdesivir niet in bij coronapatiënt
Een recente studie die gunstige effecten van remdesivir bij coronapatiënten laat zien, geeft geen aanleiding om de landelijke richtlijnen te herzien. De virusremmer wordt daarom vooralsnog in Nederland niet ingezet in de strijd tegen corona.
Volgens een internationale studie die onlangs verscheen in The New England Journal of Medicine verlaagt remdesivir de kans op een ziekenhuisopname met 87 procent bij coronapatiënten met een hoog risico op een ernstig beloop. Patiënten moeten het middel dan wel binnen zeven dagen na het ontstaan van klachten krijgen.
Toch zien deskundigen geen reden om de richtlijnen te herzien. „We hebben deze studie besproken en beoordeeld. Dit onderzoek verandert het advies niet”, zegt dr. Mark de Boer, internist-infectioloog aan het LUMC en voorzitter van de commissie Nationale Leidraad Medicamenteuze Behandeling Covid-19.
Infuus
Nadeel van remdesivir is dat het per infuus moet worden toegediend. Coronapatiënten die een driedaagse kuur willen, zouden daarvoor meerdere keren naar het ziekenhuis moeten komen. „Dat is een heel gedoe”, zegt de internist-infectioloog. „De vraag is of dat de moeite waard is. Je moet veel patiënten het medicijn geven om één opname te voorkomen.
Dat getal ligt tussen de 20 en 25 in de studie. Dat valt in de praktijk altijd iets tegen. De studie is bovendien niet gedaan in patiënten met de omikronvariant. We weten dat het ziektebeloop daarvan milder is. Je zou daarom veel meer patiënten moeten behandelen om één ziekenhuisopname te voorkomen.”
De SWAB-leidraad bevat een tabel met allerlei studies die zijn gedaan naar remdesivir. Het recente internationale onderzoek ontbreekt echter nog. Waarom? De Boer: „We passen het document direct aan als er belangrijke nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn. Dat is nu niet het geval. Studies zoals deze worden toegevoegd in updates die eens in de paar maanden plaatsvinden.”
Intussen staan medicijnautoriteiten FDA, EMA en CBG gebruik van remdesivir toe bij coronapatiënten. Het CBG meldt op zijn website: „Het antivirale middel Veklury (remdesivir) mag voortaan ook voorgeschreven worden bij volwassen Covid-19-patiënten die geen extra zuurstof nodig hebben, maar die wel het risico lopen op ernstige klachten.”
Hoe zit dat, spreken de richtlijnen elkaar tegen? De Boer: „Ik snap dat dat verwarrend is. Het EMA en het CBG zijn registratieautoriteiten. Zij bepalen of medicijnen iets doen en gebruikt mogen worden. Het is vervolgens aan de richtlijncommissie om te bepalen of de middelen aan te bevelen zijn. Deze commissie neemt daarbij de Nederlandse context mee, weegt voor- en nadelen af, en bekijkt of een middel iets toevoegt aan de al bestaande medicaties.”
Lichte werking
Volgens de internist werd remdesivir tot het najaar van 2021 in Nederlandse ziekenhuizen gebruikt bij opgenomen patiënten. Er verscheen toen een aantal studies met negatieve resultaten, waarna artsen de conclusie trokken dat het middel onvoldoende doet om te worden ingezet.
Remdesivir is volgens De Boer een virusremmer met een lichte werking. „Het doet wel iets, maar niet veel. We hebben er daarom geen grootse verwachtingen van.”