„Hij zeide dan.” David is in deze psalm aan het woord, zo lees je in vers 1. Hij maakt deze psalm voor het gebruik in de eredienst in Israël. Wat is het mooi dat David in de woorden van dit lied tegen de Heere spreekt. Anderen zullen deze woorden nazingen met hun mond. Opdat het worden zal, door het werk van de Heilige Geest, een belijden met hun hart.
Moederliefde
De psalm zelf komt in iets andere vorm ook voor in 2 Samuël 22. David dankt de Heere daar voor de verlossing uit de hand van vijanden en vooral uit de hand van Saul. David gebruikt de psalm wanneer hij terugkijkt op zijn leven en daarin de goede hand van de Heere opmerkt. De verzen 2 tot en met 4 vormen in dat opzicht de hoofdgedachte van de psalm, het overige is er de verdere uitwerking van.
Want dan zegt David in zijn terugblik eerst dit: „Ik zal U hartelijk liefhebben, Heere, mijn Sterkte.” De kanttekeningen laten zien dat het een intense liefde is die vanuit zijn diepste innerlijk opkomt. Het wordt vergeleken met de moederliefde tot haar kind. Want zo intens heeft David de Heere, de Jehova, de God van de trouw en de genade, líéf. Want Hij is zijn Sterkte. Het is een beeld dat in het oude Oosten bekend was, het beeld van een schuilplaats in gevaren. David heeft de Heere lief als de Sterkte van zijn leven, van zijn werken, van zijn hoop, van zijn strijd en van zijn overwinning. Je leest het in het vervolg van de psalm in zulke duidelijke beelden. David is in zijn vertrouwen op de Heere als zijn Sterkte nog nooit beschaamd uitgekomen. En dan geldt voor iedereen die in zijn of haar leven de Heere als zijn of haar Sterkte overhouden mag: Ik zal U hartelijk liefhebben. Líéfde, het is de kroon van alle genadegaven.
Met Hém
En wat zijn deze woorden dan onderwijzend over de aard van het geestelijk leven. Daarin dringt ontvangen liefde van God immers tot wederliefde tot God. In het vervolg van de psalm lees je langs welke weg deze liefde wordt geschonken en geoefend. Het is de weg waarin de Heere wordt aangeroepen vanwege de banden des doods en de beken Belials. Het is de weg waarin de Heere mensen hoort en verlost, ten diepste om Jezus’ wil. Het is de weg waarin de Heere voert door de diepte naar de hoogte. Híj voert in de ruimte die er is bij God omdat Christus daarvoor heeft gezorgd.
En mét Hem loop je door een bende en spring je over een muur. God en God alleen is het Die je dan alles geeft. En de lof en de dank is alleen aan Hem.
Zeggen we het David al na?
Nu zal mijn ziel, nu zullen al mijn zinnen,
O God, mijn sterkt’, U hartelijk beminnen.
Mijn steenrots, burg en Helper is de Heer’,
Mijn God, mijn rots, mijn zaligheid, mijn eer.