Schoonheid: Batavieren
Alles is relatief, heeft Einstein –waarschijnlijk nooit– gezegd. Wat voor de een het summum van culinair genot is (spruitjes met bruine saus), is voor de ander reden om bij de buren te gaan eten. Wie opgroeit met Bach en Buxtehude, zal zich zelden binnen een straal van 100 meter van een BLØF-concert begeven.
Met de R in de maand dreigt een nieuwe kloof ons toch al niet ruim bemeten vaderland te splijten. De dagen zijn kort, het kwik daalt. Wie zich op een schemernamiddag huiswaarts haast, kan niet heen om het gevoel dat er iets in de lucht hangt. Boven de schoorstenen pakken grauwe wolken zich samen. Het is december en de haard mag aan.
Nu maakt houtrook voor mij persoonlijk deel uit van een soort mentale adventskalender waarin ik me met elk openzwaaiend luikje in mijn hoofd (de eerste pepernoot, de eerste oliebol, de eerste keer ”Stille nacht”) meer met de donkere decemberdagen verzoen, en ben ik dus niet helemaal neutraal in de discussie die ons land verscheurt. Houtkachels verhitten namelijk niet alleen de woon-, slaap- en zitkamers, maar ook de gemoederen.
Begin dit jaar maakte het RIVM bekend dat houtstook de grootste bron van fijnstofuitstoot in Nederland vormt. Dat is slecht nieuws voor mensen met longaandoeningen zoals astma en COPD. Probeer het leven maar eens luchtig te houden als je buurman een kettingstoker is en jouw dakraam zich naast zijn schoorsteen bevindt…
In de publieke arena wierpen zich dan ook al snel twee partijen als kampvechters op. Enerzijds is er Stichting HoutrookVrij, die elke vorm van haardbranden liever vandaag dan morgen in de ban zou doen. Daartegenover staat stichting De Groene Stoker, een club kachelbezitters die, zo stel ik me voor, zich onder het motto ”Een tevreden roker is geen onruststoker” jarenlang genoeglijk aan de gloeiende buikjes van hun keramiekkachels koesterden, maar zich nu genoodzaakt zien zich tegen de bedreiging van hun wintergeluk te verenigen. U begrijpt: hier tekenen zich de contouren af van een stammenstrijd die na de teloorgang van de Batavieren zijn weerga niet gekend heeft.
De Groene Stokers presenteren zich op hun website als professionals die weten waar ze het over hebben – in tegenstelling tot rijp en groen dat maar wat aanklungelt of hun houtkachel als allesbrander gebruikt. Zij weten alles van de Zwitserse aansteekmethode en de optimale weersomstandigheden. Voor wie het nog niet helemaal snapt, is er een onlinekenniscentrum dat behulpzame artikelen biedt met koppen als ”Mensen met een houtkachel voelen zich beter” en ”De houtkachel stoken op steenkool, een goed idee?”
Aan de andere kant van de denkbeeldige schutting woont de achterban van HoutrookVrij. Hier geen inspirerende quotes en knisperend haardvuur, maar harde cijfers en geanonimiseerde ervaringsverhalen die, zoals de website met een zeker gevoel voor pathos meldt, „helpen om de overlast door het stoken van hout in Nederland een gezicht te geven.” Een behoefte die lééft, zo blijkt uit het relaas van een van de „gehinderden”, die helemaal geen zin heeft „om ”opbouwend” en ”positief” het stoken van hout in stand te houden, die stinkkachel moet gewoon verboden worden, einde debat.”
Hoe gaat dit verder, vraagt een mens zich af? Postercampagnes van slachtoffers tegenover billboards vol oerstokers met beroete spierballen? Slinkse sabotageacties? Een veldslag op het Museumplein?
Gelukkig lijkt het probleem zich, juist voor het uit de hand loopt, na pakweg zes maanden vanzelf op te lossen. Het voorjaar heeft een wonderlijk effect. Als de dagen lengen, leunen de mannen weer over hun heggen en groeten de vrouwen op stoepen. Uit de tuinen klinkt gelach. De kou is uit de lucht, en achter de schutting roept de buurvrouw naar haar eega: „Jóóóst? Waar stond de barbecue ook weer?”