Hoe ziet de poort naar het Midden-Oosten eruit? Op die vraag probeer ik al bijna twintig jaar lang een antwoord te vinden. Veel mensen denken dat die deur wel moet lijken op de poort die toegang geeft tot de hel, uit ”De goddelijke komedie” van Dante. ”Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt”, staat daar boven. Als er een hel op aarde bestaat, is de kans immers toch wel buitengewoon groot dat die in het Midden-Oosten is gesitueerd.
Maar in de loop der jaren heb ik minstens één fundamentele ontdekking gedaan: er bestaat geen centrale poort naar het Midden-Oosten. U zult zeggen: Dat is een open deur van jewelste. Toch was het voor mij een verrassing. Want ooit dacht ik dat de poort naar het Midden-Oosten in overdrachtelijke zin een beetje moest zijn zoals die uivormige in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten. Oriëntaals, islamitisch, mysterieus. Kortom, precies volgens de verhalen van ”Duizend-en-één-nacht”.
En inderdaad, die overweldigende poorten bestaan. Niet alleen in Abu Dhabi, waarvan ik de naam stiekem nog altijd een beetje vind klinken als een stad uit de verhalen van Aladdin en de ”Wonderlamp”, maar ook in Dubai, Koeweit en Doha.
Maar gaandeweg kwam ik erachter dat die glamoureuze poorten vaak niet zijn wat ze lijken. Of dat je op z’n minst verder dan die eerste poort moet kijken. Neem die doorgang waar de twee jonge moslima’s genoeglijk staan te praten, in een moskee in Muscat, Oman. Achter hen liggen vier andere poorten, allemaal even sierlijk, die je door zult moeten om ergens te komen.
Dat is een les die ik met schade en schande in het Midden-Oosten heb moeten leren. Soms ben je al zo overweldigd door wat je aantreft achter de eerste poort, dat je ervan overtuigd bent dat je de kern te pakken hebt. Je ziet daardoor niet dat de eigenlijke bestemming verder ligt, dat er nog veel meer te ontdekken valt.
Zelfs poorten waar alle franje vanaf is, vertellen soms toch een dubbel verhaal. Hét voorbeeld daarvan vind ik de poort die ik tegenkwam in het Syrische Raqqa. Hier, op de Armeens-katholieke Kerk van de Martelaren, wapperde tot voor kort de vlag van Islamitische Staat. Het verhaal van deze poort komt denk ik het dichtst bij Dantes omschrijving van de hel. Hier zou je inderdaad alle hoop laten varen.
Maar toch. Ook hier geeft de poort toegang tot méér dan alleen droefenis. De zwarte vlag is nu verdwenen, en de weg tot herstel is weliswaar lang maar ligt open.
Ik merk dat ik van alle tientallen foto’s die ik heb gemaakt van poorten in het Midden-Oosten, onbewust diegene heb uitgekozen van poorten die open zijn. Misschien dat juist de afwezigheid van een echte gesloten poort het meeste perspectief biedt. Deze poorten zijn stuk voor stuk open naar het onbekende. Er kunnen nieuwe rampen komen over het Midden-Oosten –en ik twijfel er niet aan dat ze zullen komen– maar in het midden van die rampen gebeurt er iets. Juist dan gaan mensen op zoek naar beschutting, veiligheid, redding, zoals kerken in de regio hebben ervaren.
Het mooie van een open poort is bovendien dat die naar twee kanten werkt. Er is geen drempel om binnen te komen, maar evenmin om eruit te gaan, die onbekende wereld in waar inderdaad gevaren dreigen, maar ook perspectieven lonken. Dat vond ik het verrassende aan de poort van een kleine evangelische kerk in Koeweit. ”Ga heen in de hele wereld en predik het Evangelie aan alle creaturen”, schrijft die kerk in een vrijwel honderd procent islamitische staat onbekommerd boven haar deur naar de wereld. Laat die poorten maar wijd openstaan. De toekomst is open.