Mens & samenleving
Juist autochtone Nederlander kampt met laaggeletterdheid

Een treinkaartje kopen, een sollicitatiebrief schrijven, de bijsluiter van een medicijn begrijpen. Voor ruim 2,5 miljoen mensen in Nederland is dat niet vanzelfsprekend. Stichting Lezen en Schrijven vraagt tijdens de Week van Lezen en Schrijven, die maandag is begonnen, aandacht voor deze groep laaggeletterden.

Geke van Velzen. beeld Stichting Lezen en Schrijven
Geke van Velzen. beeld Stichting Lezen en Schrijven

Hoewel de term anders doet vermoeden, gaat laaggeletterdheid over veel meer dan alleen taalvaardigheden, zegt Geke van Velzen, directeur van Stichting Lezen en Schrijven. „Iemand die laaggeletterd is, heeft moeite met basisvaardigheden: lezen, schrijven, rekenen, maar ook omgaan met een computer. Dat belemmert hen in hun dagelijkse werkzaamheden.”

In Nederland zijn naar schatting 2,5 miljoen mensen laaggeletterd, bleek in 2018 uit cijfers van de Algemene Rekenkamer. „Een groot aantal”, zegt Van Velzen. En het aantal laaggeletterden neemt nog steeds verder toe. „Enerzijds komt dat door vergrijzing: als je ouder wordt, nemen je taalvaardigheden af. Taal moet je onderhouden. Ook migratie speelt een rol: daardoor komen anderstaligen naar Nederland.”

Toch zijn het vooral mensen met Nederlands als moedertaal die kampen met laaggeletterdheid. Met name onder jongeren neemt het aantal laaggeletterden de laatste jaren toe. Een zorgwekkende ontwikkeling, vindt Van Velzen. „Van de 15-jarigen heeft 24 procent nu een laag taalniveau. Ze hebben wel geleerd om technisch te lezen, maar zijn bijvoorbeeld niet in staat om de essentie uit een brief te halen.” De oplossing: krik het niveau van taal en rekenen in het onderwijs op.

Voorlezen

Maar de basis van in ieder geval taal wordt al veel eerder gelegd. „Er is een enorme link tussen taalvaardigheid en de rol van lezen in het gezin”, aldus Van Velzen. „Als ouders weinig voorlezen, is de kans dat een kind laaggeletterd wordt, groter.”

Dat wil niet zeggen dat met een opvoeding waarin weinig werd voorgelezen alles meteen verloren is. Stichting Lezen en Schrijven wil vooral ook de kansen zien die er, ook op latere leeftijd, nog zijn. „Iemand is nooit te oud om te leren.” Er zijn dan ook talloze laagdrempelige manieren waarop iemand die laaggeletterd is kan bijleren: via taalles, een computercursus of een programma op de werkvloer.

Om zover te komen is het wel belangrijk dat mensen in hun omgeving laaggeletterdheid herkennen. Signalen daarvan zijn volgens Van Velzen bijvoorbeeld vaak te laat komen op een afspraak, een formulier thuis willen invullen of moeite hebben met het invullen van online documenten. In het herkennen van deze signalen is het belangrijk dat de overheid, werkgevers en maatschappelijke organisaties samenwerken, benadrukt de stichting al langere tijd. „Een schuldhulpmaatje zou kunnen signaleren dat taal voor iemand een probleem is. En een medewerker van het UWV kan zien dat iemand moeite heeft met het schrijven van een sollicitatiebrief. Zo moeten deze partners samenwerken.”

Door corona kwamen veel taallessen stil te liggen en haakten taalvrijwilligers af. Van Velzen hoopt dat iedereen er nu weer de schouders onder gaat zetten. Zo’n speciale Week van Lezen en Schrijven kan helpen om meer aandacht voor laaggeletterdheid te genereren, denkt ze. „Er rust nog een groot taboe op. Mensen verwachten vaak niet dat ook personen die in Nederland naar school gegaan zijn, laaggeletterd kunnen zijn. Het brede publiek moet weten hoe groot het probleem is en om hoeveel mensen het eigenlijk gaat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer