Column (Ries van Maldegem): Lang leve de steenmarter
Volgens buurtgenoten wordt onze woonwijk geterroriseerd. Er is een aanslag gepleegd door een autoremleiding te saboteren. De donker gepigmenteerde dader is vastgelegd op een beveiligingscamera. Maar de politie doet er niets aan. Aldus de klagende buurman.
Geen levensgenieter: kan hij eindelijk eens ongeremd autorijden, moppert hij nog. Toch heeft hij, net als de meeste buren, een opgeruimde aard. Hun tuinen liggen er keurig bij naar de nieuwste mode: het stenen tijdperk. Vol grijs grit tussen antracieten blokken, met witte aircoblowers om ze extra cool te laten lijken. Koeling hebben ze ook wel nodig in de donkere, bedompte houten hokken met zwarte dakbedekking waarin ze ’s zomers van het buitenleven genieten. Wij zitten dan zelfgenoegzaam onder onze boom, want we zijn principieel tegen hokken.
Onprettig is dat sommige buren nog wel een grasveldje hebben maar daar een robotmaaier op zetten die met messen ook dieren te lijf gaat. Dat leidt tot steekpartijen met stekelvarkens. Dan is kunstgras beter, met om het echter te laten lijken daarop een robotstofzuiger. Alleen bij hoosbuien gaat die nat. Dan spelen wij in onze tuin onbekommerd ramptoerist bij de regenpijp die onder bronsgroen eikenhout uitkomt in een klein geuldalletje. Aangelegd met gemeentesubsidie voor hemelwateropslag.
Jammer dat door de vergrijzing veel groen verdwijnt. Wat groeit moet gesnoeid, maar er zijn moeiteloze bodembedekkers. Mensen die in de strijd tegen onkruid zich martelaar voelen, kunnen daar met een laatste veldslag een einde aan maken: de gemiddelde stadstuin is met 72 maagdenpalmen om te vormen tot een onkruidvrij paradijs met hemelsblauwe bloemen.
De angst voor verwildering is niet geheel ongegrond. Wanneer ’s avonds het nachtleven begint, manifesteren ze zich steeds brutaler: de biseksuele, polyamoureuze naaktslakken. Welk blad je ook bekijkt, overal zie je ze terug. Zelfs al overdag, op menig nat uur, tegelijk met de regenboog. Net als de huisjesslakken. Typisch die tweedeling: alleen als de ouders een eigen huis hebben, kunnen de kinderen er ook één verwerven.
Groen trekt ook vogels. Zoals een mees die in een struik met luizenmoeders ze één voor één meester maakt. Geen luizenvaders: die zijn uitzonderlijk zeldzaam. Ook fijn dat de monogame merels weer terug zijn, nadat ze gedecimeerd waren door een virus bij een lage vaccinatiegraad. Hun grote gezinnen worden prima verzorgd door het schuchtere vrouwtje en haar dominante man. In zwart pak gehuld waarschuwt die hele dagen iedereen ongevraagd voor verdacht rondscharrelende bontkraagjes en begerig overvliegende graaiers met een grote snavel. En hij zingt enthousiast zijn lofzang, zelfs in de nacht, bij ’t krieken van de dagenraad. Dat klinkt toch iets melodieuzer dan de Turkse tortel die fanatiek vijf keer per dag vanuit de hoogte in zijn eigen taal zijn gebiedsclaim rondtoetert. Hoewel hun afkomst ter discussie staat als iemand uit Turkije, wijzend op de tortelduifjes, zegt: „Zij Koerden.”
Ook een twistpunt: is een tuin vreedzaam of vreetzaam? Als dank voor kippenbotjes en toetjesresten stond de buurtkater meermaals als maaltijdbezorger aan de deur met een verse muis. Helaas dacht hij pas ook abusievelijk dat hij ons blij kon maken met een dode mus. Ach ja, multicultureel samenleven gaat gepaard met misverstanden, en zelfs met moord en doodslag. Diversiteit heeft een eigen dynamiek: zo onderhoudt de natuur zichzelf.
Boven aan de voedselketen in onze versteende wijk staat als toppredator (roofdier) de steenmarter. Als verdelger van ratten en muizen (en dus indirect van teken) reguleert hij zijn eigen populatie met een strikt vestigingsbeleid: gelukszoekers van elders zijn niet welkom. Ook sneuvelt er regelmatig één in de strijd met auto’s. Zoals laatst een jong mannetje dat plots overstak voor een auto die niet remde. In buurtjargon heet dat dan een zelfmoordterrorist. Deze had de frontale aanval op de auto redelijk ongeschonden doorstaan. Dankzij een bekwame preparatrice kan hij nu bij een natuurstichting postuum als educatief model zijn steentje bijdragen. Hopelijk krijgt hij zo een lang en nuttig tweede leven.
De auteur is adviserend ingenieur.