Opinie

Veilige school voor lhbti-leerling

Het hoofdredactioneel commentaar in het RD van 19 juni, met als kop ”Genderdiscussie drukt christenen in de hoek”, was voor hoogleraar en senator Ruard Ganzevoort reden om met onderstaande reactie te komen. RD-hoofdredacteur Steef de Bruijn gaat daarop in.

Ruard Ganzevoort en Steef de Bruijn
6 July 2021 12:10
Ruard Ganzevoort, senator voor GroenLinks. beeld ANP, Bart Maat
Ruard Ganzevoort, senator voor GroenLinks. beeld ANP, Bart Maat

School moet ook lhbti-leerling veiligheid bieden​

Laten we proberen onze jongeren de beste kansen te geven om op te groeien. Dat impliceert respect voor de waarden van de gemeenschap waarin ze opgroeien maar ook voor hun eigen ontwikkeling.

Het commentaar van het RD van zaterdag 19 juni was gewijd aan het debat over burgerschapswaarden in het onderwijs. Volgens de hoofdredactie zou ik de SGP en haar achterban hebben „gebrandmerkt” als „outcasts” omdat kledingvoorschriften op reformatorische scholen „niet passen in een moderne democratie.”

Het valt me tegen van de redactie dat ze zo slecht geluisterd heeft naar het debat, mijn woorden verdraait en niet ingaat op de wezenlijke vraag die ik aan de orde stelde. Ik heb op geen enkel moment gezegd dat iets niet paste in een moderne democratie. Sterker nog, ik heb betoogd dat er in onze pluralistische samenleving geen gedeeld waardenpatroon is.

De definitie van burgerschap is daarom heel beperkt, ook in de nieuwe wet. Het gaat concreet om waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Die waarden beschermen ons allemaal, zowel de religieuze minderheden als seksuele minderheden.

Genderideologie
Bijzonder in het commentaar is de reactie op het woord ”genderideologie”. Dat woord „brandmerkt” de achterban als mensen met wie niet te praten valt.

Dit misbaar is des te opvallender omdat juist het RD in de afgelopen jaren in toenemende mate dat woord ”genderideologie” heeft gebruikt. Elke keer dat iemand voor lhbti-rechten opkomt, spreekt de krant over genderideologie. En daarmee diskwalificeert ze –naar eigen zeggen– mensen die strijden tegen discriminatie van homo’s en transgenders. Kennelijk zijn dat voor de redactie „outcasts” die blindelings een ideologie volgen en met wie niet te praten valt. Zelf anderen buitensluiten met de term genderideologie en als door een wesp gestoken reageren als een ander jouw positie als ideologisch aanduidt… Wrang.

Veilige omgeving

Pijnlijker dan dat is echter dat men niet luisteren wil naar de fundamentele vraag die ik stelde. Ik ben namelijk een groot voorstander van de vrijheid van onderwijs en de ruimte voor scholen met verschillende identiteiten. Ik vroeg alleen aandacht voor de pedagogische verantwoordelijkheid die scholen hebben, ook voor hun lhbti-leerlingen. Die scholen weten zich verantwoordelijk voor een veilige omgeving. Maar we weten ook uit onderzoek dat lhbti-jongeren meer psychische problemen ontwikkelen in een omgeving die negatief denkt over seksuele en genderdiversiteit. Mijn vraag aan de scholen is dan ook hoe ze voor die jongeren een veilige omgeving kunnen zijn als ze tegelijk veel ideologisch gewicht geven aan een bepaalde gendervisie. Die vraag naar een veilige omgeving vloeit ook rechtstreeks voort uit artikel 23, waarin staat dat de overheid een zorgplicht heeft voor het onderwijs.

Respect
Laten we ophouden met vijandbeelden en samen proberen onze jongeren de beste kansen te geven om op te groeien. Dat impliceert respect voor de waarden van de gemeenschap waarin ze opgroeien maar ook voor hun eigen ontwikkeling, inclusief seksualiteit en genderidentiteit.

De auteur is Eerste Kamerlid namens GroenLinks en hoogleraar praktische theologie en decaan aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Veiligheid door gebondenheid aan Gods leefregels

Steef de Bruijn

17262756.JPG
RD-hoofdredacteur Steef de Bruijn. beeld RD, Anton Dommerholt

Een bekende truc in het politieke debat is het stigmatiseren van de ander. Je plaatst de ander in het verkeerde kamp, in een hokje waarvan de meeste medelanders aanvoelen: zo mag je niet denken.

Iets dergelijks gebeurde recent bij de behandeling van het wetsvoorstel over de burgerschapsonderwijs. Het debat tussen de senatoren Ganzevoort en Schalk in de Eerste Kamer leidde tot zo’n onheuse discussie.

SGP’er Schalk –en met hem veel christenen en ook het Reformatorisch Dagblad– gebruiken de term genderideologie als een paraplubegrip voor het streven naar vrije genderexpressie en vrije keuze van genderidentiteit. Voorstanders daarvan vinden dat ieder zelf mag bepalen in welk geslacht hij of zij zich het beste thuis voelt en daar ook invulling aan mag geven bij de keuze van kleding en gedrag en bij de aanduiding in het paspoort. Christenen betwisten deze vrijheid omdat die de orde wil doorbreken die God in de schepping heeft vastgelegd en die door de hele Bijbel heen terug te vinden is.

Cultuurvisie

Achter de drang naar vrije genderexpressie zit de cultuurvisie dat het verschil tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht niet alleen biologisch bepaald wordt maar ook een sociaal construct is. Dat geeft mensen de vrijheid om te kiezen bij welk geslacht ze zich thuis voelen, want keuzevrijheid is een van die idealen van de democratische rechtsstaat, volgens het burgerschapsmodel dat de overheid voorstaat. Een tweede pijler van die rechtsstaat, het gelijkheidsdenken, wil de verschillen tussen die geslachten minimaliseren.

Nu er de laatste jaren zulke massieve pogingen worden ondernomen om dit denksysteem aan anderen op te leggen en wettelijk te verankeren, is de term ideologie zeker op z’n plaats. Deze visie staat immers niet alleen haaks op de christelijke levensbeschouwing maar ook op een traditie van tientallen eeuwen in allerlei culturen wereldwijd. Niet zonder reden sprak paus Franciscus in 2015 over een „ideologische kolonisatie die probeert het gezin te vernietigen.”

In het debat in de Eerste Kamer deed senator Ganzevoort een poging om de bal terug te kaatsen. Christelijke scholen die het onderscheid tussen man en vrouw in hun identiteitsverklaring onderstrepen, zijn in de ogen van Ganzevoort de genderideologen. Zij leggen hun visie dwingend op aan ouders en ook aan leerlingen en daarom noemt hij hen nu ook ideologen. Dat is de wereld op z’n kop.

Woordentwist

Ganzevoort reageert nu op het commentaar van deze krant dat deze stigmatiserende omkeertruc aan de kaak stelde. Terecht stelt hij dat we het gesprek over burgerschapsonderwijs niet moeten inkleuren door een woordentwist of vijandbeelden. De vraag naar een veilige omgeving voor jongeren die worstelen met hun seksuele geaardheid of zich niet thuis voelen in hun lichaam is daar te belangrijk voor. Deze vraag staat voor christelijke scholen echter helemaal niet ter discussie: zij willen die veiligheid óók bieden. Dat zal nooit 100 procent lukken, maar Ganzevoort mag erop rekenen dat deze scholen hun pedagogische verantwoordelijkheid zeer serieus nemen, juist vanwege hun christelijke identiteit. (Sociale) veiligheid ontstaat echter niet door onbeperkte vrijheid –daar is niemand bij gebaat– maar door gebondenheid aan Gods leefregels. Die zijn heilzaam voor ieder mens en bieden méér dan levenslange veiligheid.

De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer