Opinie

Toegespitst: Kerkelijk leven in China verborgen maar intens

Een verborgen cultuur en een verborgen kerk. Zo werd China ooit getypeerd door Elijah Coleman Bridgman, die in 1830 als eerste Amerikaanse zendeling in Kanton arriveerde. Bijna twee eeuwen later heeft China nog altijd iets mysterieus. En de christelijke gemeente leidt eveneens grotendeels een verborgen bestaan.

3 July 2021 19:20
De kerk in China wordt weer verborgen achter de voordeur. beeld iStock
De kerk in China wordt weer verborgen achter de voordeur. beeld iStock
17281924.JPG
Wim Kranendonk. beeld RD

Toen de bekende hervormde predikant Jac. van Dijk in augustus 1960 afscheid nam van de gemeente van Garderen, vertelde hij in zijn preek dat hij enkele jaren eerder in zijn pastorie een ontmoeting had gehad met enkele vrouwen die vijftig jaar lang in China hadden gewerkt. Ds. Van Dijk zei: „Ik wist niets van de zending in China.”

Ruim een halve eeuw later lijkt dat bijna bizar. Niets weten over christenen in China. Maar Van Dijk was in zijn tijd geen uitzondering. Behalve dat de informatievoorziening sindsdien een enorme vlucht heeft genomen, was rond 1960 de blik vooral gericht op de landen direct achter het IJzeren Gordijn. Daarachter stonden, zo was de beleving, legioenen militairen klaar om op een onbewaakt ogenblik het Westen binnen te vallen. Dat er duizenden kilometers verder nog een bamboegordijn bestond, beseften velen nauwelijks.

Het gevolg van deze geringere belangstelling was ook dat de aandacht van christenen voor hun broeders in de verdrukking zich meer richtte op Oostbloklanden dan op China. Dat lag verder weg, daarover was minder bekend en bovendien kwam je in Oost-Europa met Duits of Engels aardig ver; in China was dat lastiger.

Drie-Zelf-Kerk

Mede daardoor was de kerk in China vele jaren een vergeten kerk. Dat kwam de communistische machthebbers in Peking ook uitstekend uit. Het gaf hun de gelegenheid om de kerk volledig in het defensief te dringen. Eerst door te pogen de bestaande christelijke kerken onder te brengen in de Driezelfkerk, waar de staat nagenoeg volledig controle over had. Christenen die daarin niet wensten mee te gaan, kwamen samen in ondergrondse huisgemeenten. Zij hadden te lijden onder zware vervolging.

Bij het streven naar het elimineren van het christendom maakten de Chinese communistische leiders gretig gebruik van het negatieve imago dat het christendom bij veel Chinezen had. Met verve werd het verhaal in herinnering geroepen dat de Britse schepen die in de 19e eeuw een groot aantal zendelingen naar China brachten ook opium aanvoerden.

De Culturele Revolutie van 1966 tot 1968 was bedoeld als het ultieme sluitstuk van de zuivering van alle elementen in de Chinese samenleving die tegen de grote leider waren gericht. Daarbij was het streven dat het christendom geheel zou verdwijnen, inclusief de Driezelfkerk. Rond 1970 werd nog nauwelijks iets meer gehoord over christenen in het land, afgezien van een enkel bericht via Hongkong. Van hulp aan christenen in dat land was dientengevolge ook geen sprake.

Midden jaren zeventig kwam er enige verandering. In september 1975 hield de organisatie Open Doors in de Filipijnse stad Manila een conferentie rond het thema ”Love China”, waar 450 evangelische christenen aan deelnamen. Een eyeopener was de lezing van de Amerikaanse journalist David Aikman. Hij liet zien dat het maoïsme wezenlijk verschilt van het leninisme. „Het Chinese communisme is veel meer religieus geladen dan het Sovjet-communisme. De volgelingen van Mao maken gebruik van religieuze termen als verlossing, vergeving en bekering. Nog meer dan het leninisme zal het maoïsme met het zwaard van het Woord moeten worden bestreden. Dat is ook het enige doeltreffende wapen”, aldus Aikman.

Op de conferentie in Manila werd een document aanvaard dat op 11 september 1975 via de Far East Broadcasting Company naar China werd uitgezonden. Daarin schreven de conferentiegangers: „Wij dragen onszelf op het lichaam van Christus in China te versterken door onze gebeden en liefde. Wij dragen onszelf op de Chinese kerk bij te staan, opdat zij kan leven en het Evangelie aan het Chinese volk kan bedienen.”

In een terugblik kan worden gesteld dat die belofte vooral werd gedragen door evangelische christenen en lange tijd minder door orthodox-gereformeerden. Zo bracht Open Doors in 1981 per schip 1 miljoen Bijbels naar China, die voor de kust werden gedropt.

Weliswaar kwam er binnen de reformatorische kring in Nederland enige bewustwording door het verschijnen van ”De vrouw met het boek” van mevrouw Mijnders-van Woerden, maar echt actieve hulp werd er tot eind jaren tachtig nauwelijks vanuit die hoek gegeven. Ook in de kerkelijke voorbede voor vervolgde christenen was de aandacht vooral gericht op Oost-Europa.

Van korte duur

In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam er binnen de reformatorische kerken een kentering. Er ontstonden verschillende organisaties, ook in Nederland, die zich inzetten voor de christenen en kerken in China. Enerzijds had dat te maken met de ”Wende” in Oost-Europa. Daardoor ontstond ruimte om verder te kijken dan achter het IJzeren Gordijn. Anderzijds speelde mee dat de Chinese autoriteiten de deuren naar het buitenland meer openzetten. Verruiming van de reismogelijkheden voor westerlingen leidde ertoe dat er contacten konden worden gelegd en er in alle voorzichtigheid hulp kon worden verleend.

De ontdekking was dat er ondanks alle moeiten in China –vaak op verborgen wijze– een intens kerkelijk leven was en is. Huisgemeenten waren er. Zij kregen in de jaren negentig soms zelfs de gelegenheid vrij openlijk hun werk te doen. „Wie wil weten of God getrouw is, moet een week door China reizen”, schreef de genoemde Aikman in 2000. Tegelijk wees hij er toen al op dat haast geboden was. „Christenen in China zeggen zelf dat de huidige openheid van korte duur is. Een soort oase in de woestijn van de geschiedenis. Juist daarom is het belangrijk dat ze nu geholpen, bemoedigd en versterkt worden. Want onze broeders verwachten dat er weer een moeilijke periode aanbreekt.”

Inmiddels is duidelijk dat Aikmans waarschuwing terecht was. De kerk in China heeft de laatste jaren weer te maken met steeds zwaardere druk. De huidige machthebbers willen het christelijk geloof naar hun hand zetten. Hulp en contacten zijn moeilijk te realiseren. De kerk in China wordt weer verborgen achter de voordeur. Toch nog een keer Aikman: „Hoe donker het in China ook is, het licht van het Evangelie wordt daar niet gedoofd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer