Meer dan 5000 migranten zijn maandag aangekomen in de Spaanse enclave Ceuta in Marokko. Dat is een recordaantal op een dag. 1500 van hen zijn minderjarig, aldus een woordvoerder van de Spaanse regering die ter plaatse is.
De mensen zijn lopend tijdens eb of zwemmend naar Ceuta gekomen. Eén persoon is bij de overtocht overleden. Het Rode Kruis geeft alle mensen een medische check, waarna ze naar een opvangcentrum worden gebracht.
Ceuta en Melilla, een andere Spaanse enclave in Marokko, zijn de enige twee landsgrenzen tussen Afrika en de Europese Unie. Daarom zijn het populaire plekken voor migranten die naar Europa willen. Eind april vluchtten ongeveer honderd mensen naar Ceuta. De meeste van hen werden weer uitgezet naar Marokko. Tot 15 mei kwamen 475 vluchtelingen naar Ceuta.
De minister van Buitenlandse Zaken Arancha Gonzalez Laya heeft op de Spaanse radio laten weten dat de autoriteiten ter plaatse bezig zijn de eerste mensen terug te sturen naar Marokko. Ook worden er extra politiemensen naar de enclave gestuurd, ruim 200 man.
De relatie tussen Spanje en Marokko is onlangs verslechterd omdat een man die strijdt voor onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara in Spanje wordt behandeld voor het coronavirus. Dat gebied was vroeger een Spaanse kolonie en wordt nu grotendeels bestuurd door Marokko, maar de beweging Polisario wil een eigen staat creëren in het gebied.