Een aantal predikanten in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) roept de kerk op excuses aan te bieden aan het Palestijnse volk. Ze verwijzen in hun open brief naar de excuses die de Protestantse Kerk eerder aanbood aan de Joden in Nederland voor het leed dat hen in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan.
„Wij, een theologencollectief van Kairos-Sabeel, roepen bij de komende Nakba-herdenking de synode in een open brief op om nu eenzelfde gebaar te maken aan het adres van het Palestijnse volk”, aldus de predikanten in hun brief. Tijdens de Nakba-herdenking, ieder jaar op 15 mei, herdenken de Palestijnen dat velen van hen bij de stichting van de staat Israël in 1948 verdreven zijn uit hun huis.
Het door de predikanten gevraagde excuus is echter niet alleen slecht getimed, het is ook misplaatst.
Wat de timing betreft: sinds dagen regenen de raketten van de Palestijnse terreurorganisatie Hamas vanuit de Gazastrook neer op de steden en dorpen in Israël. De gevechten braken uit na rellen in Jeruzalem die het gevolg waren van een dreigende huisuitzetting van Palestijnse gezinnen in Oost-Jeruzalem. Inmiddels is het gevecht geëscaleerd tot een volledige oorlog waarbij Hamas Israël bestookt met raketten terwijl het Israëlische leger talloze doelen in Gaza bombardeert. Over en weer vallen doden, verreweg de meeste in de Gazastrook.
De predikanten benadrukken in hun brief dat ze achter de excuses staan die de kerkleiding eerder maakte vanwege het leed dat het Joodse volk in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Ook zeggen ze dat ze niet willen tornen aan de kerkordelijke verwoording van de onopgeefbare verbondenheid van de kerk met het volk Israël. Wél menen ze dat het gevraagde excuus een zekere eenzijdigheid weg zou nemen.
Juist het noemen van de excuses die door de PKN zijn aangeboden aan het Joodse volk maakt de oproep echter onevenwichtig en misplaatst. Hoezeer Palestijnen ook geleden hebben en nog steeds lijden –niet het minst door het wanbeleid van hun eigen leiders–, toch staat dat lijden in geen verhouding tot wat er gebeurd is tijdens de Holocaust. Dat schrijven de predikanten overigens ook zeker niet. Maar het noemen van zowel Joden als Palestijnen in een oproep tot excuses kan de indruk wekken dat er zaken in evenwicht gebracht moeten worden. Maar dat zijn dan wel zaken die niet in evenwicht gebracht kúnnen worden.
De liefde voor het Israëlische volk in orthodox-christelijke kring heeft zeer goede gronden. Tegelijk mag dat nooit de ogen doen sluiten voor onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan. Dat daarop gewezen wordt, óók in een tijd dat Israël zo onder vuur ligt, is niet verkeerd. Het behoedt voor eenzijdigheid.
Maar oog hebben voor het leed van de Palestijnen is iets anders dan excuses vragen van de PKN aan de Palestijnen. Zulke excuses zouden een evenwicht veronderstellen dat er simpelweg niet is en er ook niet mag zijn.