„Gisteren was je collega hier”, zei ze bij het serveren van een bak koffie. Naast haar stond een pop in predikantentoga. Ik onderdrukte even later de neiging om te vragen wat die collega zoal aan keuzes had gemaakt bij de uitvoering van zijn toga.
Want al snel bleken er allerlei opties te bestaan voor knopenrijen, plooien en mouwomvang. We waren er echter zo uit. Met twintig minuten stond ik weer buiten. Toga besteld; het standaardmodel. Voor de prijs van een trouwjurk. Maar deze gaat jaren mee.
Collega’s
Overigens wel bijzonder. Niet die toga, maar wel die collega. Tijdens de studie trokken we met een groepje studenten op. In tempo liepen we niet allemaal gelijk, maar bij verschillende vakken kwamen we elkaar tegen. Je kent elkaar steeds beter en leeft met elkaar mee. Er groeit een band met de groepsgenoten. Samen met kand. V. S. van der Meer werd ik beroepbaar gesteld. Hij kreeg beroepen uit Schoonrewoerd en Poortvliet. De Heere wees hem de weg naar Poortvliet, een dorp in de buurt van Sint Annaland. Fijn om een aantal collega’s dichtbij te hebben.
Als beginnend predikant moet je nog veel leren. Je hebt een studie theologie achter de rug, maar in het predikantswerk ben je een beginner. Vandaar dat de commissie opleiding en vorming (COV) na het aannemen van een beroep een mentor toewijst. Voor geestelijke en praktische raad, gedurende de eerste jaren van het predikantschap. Deze mentor is een oudere predikant, met de nodige levenservaring. Wie deze mentor is, blijft voor kerkenraad en gemeente verhuld. Inmiddels werd mij iemand toegewezen. Ik hoop veel van hem te leren.
Iedere beginnende predikant dient vier jaar lang deel te nemen aan nascholingsbijeenkomsten. Onder leiding van enkele ervaren predikanten wordt dan bijvoorbeeld groepsgewijs een preek van een deelnemer besproken. Zo leer je van elkaar.
Schapen
Samen met mijn vrouw zie ik er naar uit om in Sint Annaland te dienen. Bij momenten weegt het echter ook zwaar. Het besef de gemeente te dienen voor Gods aangezicht. Wie is bekwaam? Ik niet. Dat doet buigen in gebed: Geef Heere, wat U vraagt.
In het raamkozijn bij mijn bureau staat een houtsnijwerkje. Ik kocht het ooit in Bethlehem. Een herder, met twee schapen. Waarvan er één op de schouders van de herder ligt. Het verwijst naar de goede Herder. Als de Heere zegt: „Ik heb nog andere schapen die van deze stal niet zijn…”, brengt Hij ze Zelf toe. Dat houdt afhankelijk.
In een aantal columns geeft de hersteld hervormde kandidaat A. S. Middelkoop een blik achter de schermen, onderweg naar de pastorie in Sint-Annaland.