Gezondheid

Hoe Nederland vaart in het vaccinatieprogramma kreeg

Na een trage start is het Nederlandse vaccinatieprogramma tegen corona eindelijk flink op stoom gekomen. Vanaf 1 mei moeten er maar liefst 2,5 miljoen prikken per week kunnen worden gezet. „We bungelen niet meer onderaan.”

6 April 2021 19:12
Coördinatiecentrum in de nationale wielerbaan van Saint-Quentin-en-Yvelines, ten zuidwesten van Parijs. beeld AFP, Alain Jocard
Coördinatiecentrum in de nationale wielerbaan van Saint-Quentin-en-Yvelines, ten zuidwesten van Parijs. beeld AFP, Alain Jocard

Nederland had met een betere voorbereiding de vaccinatie sneller kunnen doen, stelt prof. Albert Veenstra, hoogleraar handel en logistiek aan de Rotterdam School of Management (RSM). Denemarken gaf het goede voorbeeld. „Daar hebben ze vorige zomer uitgerekend hoeveel ouderen en zwakkeren een prik zouden moeten krijgen. Met die gegevens is destijds de hele planning al gemaakt.”

16978841_e08b0c4a11.jpg
Prof. Fransoo. beeld via Twitter
Ook prof. Jan Fransoo, hoogleraar logistiek aan de Tilburg University en de TU Eindhoven, vindt dat de voorbereiding beter had gekund. „Nederland deed alsof het coronavaccin tien keer de griepprik is. Maar die twee vaccinatieoperaties zijn echt onvergelijkbaar.”

Zo zijn huisartsen bij de griepprik gewend om alle ouderen in de praktijk in een of een paar dagen te vaccineren, nadat de vaccins een halfjaar eerder zijn besteld en allemaal in één keer beschikbaar komen. Een heel ander verhaal dan de coronaprik. Vanwege schaarste komt in een bepaalde week alleen een zeer specifieke doelgroep in aanmerking, bijvoorbeeld de 61- en 62-jarigen. „Tijdrovend voor huisartsen, die zich daardoor maandenlang moeten bezighouden met vaccinatie. Terwijl ze al onder hoge druk staan door corona.”

Het ontbreekt ons land aan centrale regie, constateert Veenstra. „Ons zorgsysteem is heel versnipperd. Onhandig, want in een crisissituatie moet je kunnen sturen.” Nederland telt 25 GGD-regio’s en zo’n 5000 huisartsenpraktijken. „Ieder voor zich bedenkt hoe ze de werkzaamheden doen en hoe ze bijvoorbeeld een test- of prikstraat inrichten. Andere landen hebben de zorg veel centraler geregeld. Kijk naar Engeland, waar de
National Health Service de gezondheidszorg aanstuurt.”

Duimendraaiende prikkers

Fransoo zag in januari dat de vaccinatieoperatie slimmer kon, reden om zich bij het ministerie beschikbaar te stellen als externe logistiek adviseur. Zo nam hij waar dat de prikcapaciteit erg krap was. „We liepen daarmee achter vaccinleveranties aan. Je kunt beter zorgen voor veel prikcapaciteit, met het risico op duimendraaiende prikkers. Maar dat is minder erg dan dat vaccins blijven wachten.” Demissionair minister De Jonge lijkt gehoor te hebben gegeven aan zijn advies. In maart kondigde hij aan grootschalige prikcapaciteit te creëren.

16978842_f186d1a65f.jpg
Prof. Veenstra. beeld RD
Een andere kwestie waarover Fransoo met het ministerie sprak, is de vaccinvoorraad. „In januari werd veel meer veiligheidsvoorraad aangehouden dan nu. Er was genoeg voorraad om iedereen die was ingepland een of zelfs twee keer te vaccineren. Dat leidde tot onnodige vertraging. Nederland was daarin voorzichtiger dan andere Europese landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Denemarken.”

Inmiddels heeft het RIVM besloten de voorraden te verlagen. Het instituut heeft nu genoeg vaccins van farmaceut Pfizer op de plank liggen om zonder nieuwe levering drie dagen vooruit te kunnen. Voorheen werd een werkvoorraad van vijf dagen aangehouden. „Als de farmaceut zeer betrouwbaar levert –en dat doet Pfizer, veel beter dan AstraZeneca–, zou het RIVM zelfs kunnen teruggaan naar nul dagen voorraad.”

Administratie

Ook het prikken zelf kan efficiënter. Het team van Fransoo heeft GGD West-Brabant geholpen bij het zo slim mogelijk inrichten van de priklocatie. Met succes. Zo halen prikkers in Breda nu 60 prikken per uur; drie keer zoveel als voorheen. Andere grote priklocaties, zoals de RAI Amsterdam en Jaarbeurs Utrecht, volgden het voorbeeld. Belangrijkste vernieuwing is dat de administratie gescheiden is van het prikproces. Bij binnenkomst lopen mensen eerst langs een rij hokjes waar de administratie –denk aan de identiteitscontrole en een gezondheidscontrole– wordt afgehandeld. Daarna lopen ze naar het prikstation. „De administratie kost twee keer zoveel tijd als het prikken zelf. Door de processen te scheiden, hoeven de schaarse medewerkers niet op elkaar te wachten. Dat scheelt veel tijd.”

Voorraadje bovenarmen

Onlangs werd het weekdoel voor het aantal gezette prikken bij lange na niet gehaald omdat er te weinig mensen een prikafspraak hadden gemaakt. Fransoo: „In zo’n situatie wil je zo snel mogelijk volgende doelgroepen vrijgeven. Onbeleefd gezegd: je wilt een voorraadje bovenarmen hebben, die virtueel staan te wachten. Dat gebeurt nu echter niet.” Mensen krijgen nu als ze aan de beurt zijn per brief een uitnodiging voor een prik thuisgestuurd. „Handiger is om vooraf te vragen wie een prik wil. De GGD kan hem of haar dan via bijvoorbeeld een sms’je laten weten dat er plek is voor een afspraak.”

De bedoeling is dat GGD’en, huisartsen en ziekenhuizen vanaf 1 mei klaarstaan om indien nodig 2,5 miljoen prikken per week te kunnen zetten. Een vervijfvoudiging van de half miljoen prikken per week nu. Met een paar efficiëntieslagen en wat extra prikpersoneel moet dat haalbaar zijn, denkt Fransoo.

Nederland maakte een trage start, concludeert RSM-hoogleraar Veenstra, maar heeft inmiddels „een enorme inhaalslag gemaakt. We bungelen niet meer onderaan.”



RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer