Gratis vaccins bestaan niet. Toch doen China en Rusland hun coronavaccins schijnbaar voor niets de deur uit. Tevreden accepteren andere landen die, maar tegen welke prijs?
Een lastig dilemma: de meeste vaccins voor eigen burgers houden of een groot deel juist weggeven aan andere landen? De afgelopen maanden hebben duidelijk laten zien dat wereldmachten hierin verschillende keuzes maken.
China en Rusland kiezen ervoor om met hun vaccins bij te springen in landen waar er een urgente vraag naar het middel tegen het coronavirus is. De twee hebben in een groot deel van Afrika, Azië en Zuid-Amerika de Chinese of Russische prikken kunnen verkopen of gedoneerd. Ze doen dat terwijl de vaccinatie van burgers in eigen land relatief achterblijft.
Het strooien met deze al dan niet ‘gratis’ vaccins levert argwaan op in landen die ervoor kozen dat ten koste van alles eerst eigen burgers een coronaprik krijgen. De Verenigde Staten, de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk hebben allemaal voor deze aanpak gekozen. Ze kopen vrijwel alle vaccins die bedrijven op eigen grondgebied te bieden hebben op voor zichzelf.
„Zeg Rusland, leg eens even uit waarom jullie zoveel miljoenen doses van het Spoetnik-V-vaccin exporteren terwijl jullie achterblijven met het prikken van eigen burgers?” Die vraag stelde Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen onlangs. De Franse president Emmanuel Macron spreekt van het ontstaan van „een oorlog om invloed door vaccins.” Hij wijst als voorbeeld naar „de Chinese strategie” en „ook de Russische.”
Goedheid
Die negatieve houding over de Chinese strategie is nergens voor nodig, klinkt het vanuit Peking. De Chinese regering zegt met het uitdelen van vaccins „geen geopolitieke doelen na te streven of economische belangen te hebben.” Ook zouden er „nooit enige politieke voorwaarden” verbonden zijn aan de goedheid van China. Wij voelen als wereldmacht onze verantwoordelijkheid, is de boodschap.
Wat de intentie van China en Rusland dan ook precies mag zijn, de impact van de bereidwilligheid om vaccins te leveren is wereldwijd zichtbaar. Meerdere Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische leiders spreken vol lof over de twee landen; op televisie kunnen burgers zien hoe ze met het Chinese of Russische vaccin worden ingeënt.
Deze vreugde op korte termijn heeft op langere termijn echter mogelijk schaduwkanten. Zo kondigde China vorig jaar zomer een lening van 1 miljard dollar aan Zuid-Amerika af. Die maakte het mogelijk voor Zuid-Amerikaanse landen om Chinese vaccins te kopen.
Het zijn echter niet alleen deze Chinese leningen waar zorgen over worden geuit. Naast financiële macht, wordt er door critici ook gesproken over de diplomatieke en politieke macht van China en Rusland. In Turkije bijvoorbeeld spreken Oeigoeren over de angst dat China de leveringen van vaccins aan Turkije gebruikt om een uitleveringsverdrag tussen de twee landen goedgekeurd te krijgen.
Het verdrag werd jaren geleden al ondertekend, maar in december ratificeerde China het verdrag opeens. Turkije moet echter die stap nog zetten. De grote afhankelijkheid van Chinese vaccins zou een motivatie kunnen zijn om dat nu te doen. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat Oeigoeren die vanuit China naar Turkije zijn gevlucht, worden teruggestuurd.
Verbreken
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Paraguay liet vorige week weten dat het Chinese vaccins kreeg aangeboden in ruil voor het verbreken van de diplomatieke banden met Taiwan. De relatie met Taiwan is China een doorn in het oog, omdat het Taiwan ziet als een opstandige, niet-autonome Chinese regio. Of de Chinese regering achter het voorstel zat, kon Paraguay niet bewijzen. China liet weten dat het onjuiste geruchten zijn, in de wereld gebracht door Taiwan.
Hoewel vanuit de VS en EU kritiek klinkt op de manier waarop China en Rusland hun vaccins verspreiden, bieden zij vrijwel geen alternatief. Zij zijn vooral bezig intern de coronavaccinatie op peil te krijgen. Voor hulp daarbij beginnen EU-lidstaten ook steeds meer naar Rusland en China te kijken. Dat laat eveneens zijn sporen na: in Slowakije trad premier Igor Matovic dinsdag af na onenigheid in zijn kabinet over een vaccindeal met Rusland.