Politiek

Welke koers kiest Kaag?

D66 krijgt een belangrijke rol bij de kabinetsformatie. Moet Nederland zich voorbereiden op nieuwe wetten die een eind maken aan christelijke tradities? De D66-medaille heeft twee zijden.

5 April 2021 16:24
D66-partijleider Sigrid Kaag danst op de tafel nadat ze verneemt dat haar partij een van de winnaars van de verkiezingen is.   beeld ANP, Martijn Beekman
D66-partijleider Sigrid Kaag danst op de tafel nadat ze verneemt dat haar partij een van de winnaars van de verkiezingen is.   beeld ANP, Martijn Beekman

Enerzijds staat D66 al jaar en dag te boek als de partij die wetten en regels afbreekt die te maken hebben met de christelijke traditie van ons land. Wie herinnert zich niet de uitspraak van de D66-coryfee en minister van Volksgezondheid, Els Borst, precies twintig jaar geleden, op stille zaterdag 2001: „Het is volbracht”? Ze gebruikte deze woorden van de Heere Jezus in een interview met NRC Handelsblad omdat enkele dagen daarvoor de Eerste Kamer de euthanasiewet aannam; een belangrijke wens van D66.

De christelijke partijen in de Tweede Kamer namen het de minister zeer kwalijk dat ze uitgerekend bij een gevoelig onderwerp als euthanasie het een na laatste kruiswoord van de Heere Jezus citeerde. Borst bood haar excuses aan. De Kamer aanvaardde haar verontschuldigingen.

Nu waren de christelijke partijen al geen warm voorstander van D66, maar na het debat stonden de democraten als nooit tevoren te boek als degenen die een eind wilden maken aan de christelijke tradities in ons land. Het was toch door toedoen van D66 dat al eerder op zondag winkelen werd toegestaan, de Abortuswet werd verruimd en het zogenoemde homohuwelijk werd ingevoerd?

Het mensbeeld van D66 staat haaks op het Bijbelse mensbeeld. De hyperindividualiteit die de democraten voorstaan, verdraagt zich niet met familie- en gezinswaarden, sociale verbanden en een maatschappelijk middenveld. Dat uit zich op tal van terreinen.

Heel concreet bij hun visie op kinderopvang. Kinderen, die het onvervreemdbaar eigendom zijn van ouders, lijken zo snel mogelijk het huis uit te moeten zodat ze los van hun ouders worden opgevoed. Familie- en gezinswaarden zijn niet veilig bij deze partij.

Ook in het belastingstelsel kiezen de Democraten voor hyperindividualiteit en niet voor gezinnen. D66 is geen verdediger van de eenverdiener.

Minister Van Engelshoven van Onderwijs, die verantwoordelijk is voor het emancipatiebeleid én lid van D66, pleitte in de achterliggende jaren onder meer voor de invoering van genderneutraal speelgoed. De stelling dat heteroseksualiteit de norm is, vindt ze schadelijk.

D66 radicaliseerde in de achterliggende jaren. Eerst eiste de partij de vrijheid voor homo’s om te kunnen trouwen, nu mag niemand het homohuwelijk meer bekritiseren en ambtenaren die gewetensbezwaren hebben tegen het sluiten van homohuwelijken, krijgen geen voet meer aan de grond.

En als het gaat over de ethiek: In het gewraakte interview uit 2001 pleitte de toenmalige minister Borst voor invoering van de pil van Drion voor hoogbejaarde mensen die klaar zijn met het leven. Twintig jaar later ligt er bij de Tweede Kamer een initiatiefwet van D66 die dit mogelijk maakt. En tot slot het thema onderwijsvrijheid. In november vorig jaar riep minister Kaag, toen ook al bekend als D66-lijsttrekker, minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs tot de orde op het punt van identiteitsverklaringen in het reformatorisch onderwijs. Slob legde alleen de wet uit en vertelde hoe het onderwijssysteem in ons land werkt; namelijk dat scholen identiteitsverklaringen mogen opstellen en laten ondertekenen. Na afloop van de ministerraad verklaarde Kaag dat de uitspraken van Slob niet door de beugel konden. Betrokkenen binnen de CU concludeerden: „D66 gooide Arie Slob voor de bus en ze walsten ook nog eens enkele keren over hem heen.”

Anderzijds heeft de partij altijd ontkend een bewust antichristelijk beleid te voeren.

D66 was inderdaad een drijvende kracht achter de twee paarse kabinetten (1994-2002). De toenmalige D66-leider en -oprichter Hans van Mierlo was erop gebrand om het CDA uit het centrum van de macht te verdrijven. Niet per se vanwege het christelijke van het CDA; maar daar stond het ook niet helemaal los van. Hem stond vooral de machtshonger van het CDA, die in bijna alle regeringscoalities van de twintigste eeuw een prominente plaats had, tegen.

D66 heeft altijd sterke voorvechters gehad van ethisch progressief denken: Louise Groenman, Boris Dittrich en Boris van der Ham, om enkele namen te noemen.

Maar de partij had in de paarse tijd nooit zo veel kunnen bereiken als zij geen steun vond bij andere progressieve en liberale partijen, zoals PvdA en VVD. De partijen hadden geen innerlijk verweer om zich te verzetten tegen de moderne opvattingen van D66 en gingen daarin mee. Vanuit de oppositie kreeg D66 steun van GroenLinks en SP.

Ook na paars bleef D66 herkenbaar als strijder tegen restanten van de christelijke cultuur in wetgeving. De partij pleitte voor afschaffing van het verbod op godslastering; afschaffing van de bepaling „bij de gratie Gods” in wetten; het ‘wegwerken’ van de gewetensbezwaarde trouwambtenaar, afschaffing van de registratie van kerkgenootschappen in de burgerlijke stand en de voltooidlevenwetgeving.

Maar ook hier geldt dat D66 vooral de voortrekker is en dat het een kwestie van tijd is dat andere liberale en progressieve partijen aanhaken. Het laatste verkiezingsprogramma van D66 bevat niet veel meer ‘antichristelijke’ voorstellen dan dat van andere seculiere partijen.

Na paars lijkt er in christelijk Nederland een zekere differentiatie te hebben plaatsgevonden als het gaat om de houding tegenover D66. CDA en ChristenUnie zijn er genuanceerder tegenaan gaan kijken. Onder Rutte II gingen zij al constructieve oppositieakkoorden sluiten, soms ook met SGP erbij. En CDA en CU regeren nu zelfs met D66. Bij de CU lijkt het er vaak op dat als het om ‘het grote gevaar’ gaat, D66 van plaats is verwisseld met PVV en FVD. Dat geldt niet voor de SGP. Die ziet als vanouds D66 als de uiterste tegenpool.

Het maakt uit wie bij D66 de leiding heeft. Het zou ondenkbaar zijn geweest dat de voorganger van Pechtold, Boris Dittrich, geregeerd zou hebben met CDA en CU.

Alexander Pechtold serveerde vier jaar geleden de CU aanvankelijk op een minder nette manier af door voorman Segers een lijstje van twaalf punten voor te leggen die de partij moest slikken. Daarna stelde Pechtold zich constructiever op. De ChristenUnie heeft de meeste ontwikkelingen op medisch-ethisch gebied kunnen tegenhouden. Pechtold heeft zich daarin geschikt. Het was voor hem kennelijk geen halszaak.

Onder Jetten is D66 in radicaler vaarwater gekomen. D66-Kamerlid Van Meenen, dat zich in de achterliggende jaren nauwelijks druk maakte over het stellen van grenzen aan de vrijheid van onderwijs omdat daar de problemen van het onderwijs niet liggen, maakte zich in november vorig jaar ineens druk over identiteitsverklaringen in het reformatorisch onderwijs.

En dus is de vraag welke koers Kaag kiest. Vooralsnog rijst er een dubbel beeld op. In het kabinet riep Kaag Slob tot de orde op het punt van de identiteitsverklaringen in het reformatorisch onderwijs. Daar maakte zij geen goede beurt mee.

Anderzijds profileert Kaag zich als religieus. Vorig jaar februari deed ze tijdens de preek van de leek in de remonstrantse kerk in Bussum een persoonlijke ontboezeming: „Ik moet denken aan de volgende woorden uit Jeremia, die mij dierbaar zijn: „Gezegend wie op de Heer vertrouwt, wiens toeverlaat de Heer is. Hij is als een boom geplant aan het water, zijn wortels reiken tot in de rivier, zijn bladeren blijven altijd groen, steeds weer draagt hij vrucht.” Ik heb dat zelf ook ervaren, op momenten in mijn leven. Ik vertrouwde en werd gedragen, en wandelde niet alleen.”

In een interview met NRC Handelsblad, vorig jaar oktober, stelde Kaag dat de wet over het voltooid leven niet bovenaan haar verlanglijstje staat. Kaag staat inhoudelijk wel achter de wet, maar plaatst een aantal belangrijke kanttekeningen. „Medisch-ethische thema’s houden de meeste Nederlanders volgens mij niet bezig als ze hun baan dreigen kwijt te raken of zzp’er of student zijn en niet rond dreigen te komen. Het is niet top of mind. Ook niet voor mij op dit moment.”

Toen net na de verkiezingen de formatie startte, stelde Kaag daarentegen dat ze liever niet met de ChristenUnie in zee wilde vanwege de opvattingen van deze partij op het gebied van de medische ethiek. Dat kan bij de onderhandelingsstrategie behoren, maar ook het begin zijn van een nieuwe, progressieve koers.

Kiest Kaag voor voortzetting van de huidige coalitie met de ChristenUnie, of wil ze met linkse partijen in zee? En hoe hard speelt D66 daarna tijdens mogelijke onderhandelingen met de CU de immateriële kwesties? Dat zal de komende maanden moeten blijken.

Meer over
Formatie 2021

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer