Coronacijfers zijn weinig rooskleurig. Vijf vragen
Het aantal coronabesmettingen is de afgelopen week met gemiddeld 16 procent weer flink toegenomen. Vooral onder kinderen en jongeren breidt het virus zich snel uit. De waarschijnlijke oorzaak is de heropening van scholen. Vijf vragen.
Wat laten de cijfers zien?
De nieuwste weekcijfers die het RIVM dinsdagmiddag naar buiten bracht, laten weinig reden tot optimisme zien. Het RIVM registreerde de afgelopen week ruim 46.000 positieve testuitslagen, een toename van 16 procent vergeleken met de week ervoor.
Deze stijging is mogelijk voor een deel toe te schrijven aan een grotere testbereidheid. De afgelopen week bezochten ruim 519.000 mensen testlocaties van de GGD, 56.000 testen (12 procent) meer dan de week ervoor.
Echter is ook het percentage positieve testen toegenomen –van 7,7 naar 8,1 procent–, evenals het reproductiegetal: van 1,06 op 1 maart naar 1,11 op 8 maart. Dat betekent dat het virus oprukt in Nederland – ondanks alle maatregelen en het vaccinatieprogramma.
Niet alleen het aantal besmettingen is toegenomen, maar ook het aantal coronapatiënten dat moest worden opgenomen in het ziekenhuis of op de intensive care. In het ziekenhuis kwamen de afgelopen week 1441 coronapatiënten te liggen, 114 meer dan de week ervoor. Ook op de ic-afdelingen werd het drukker: 313 coronapatiënten kwamen erbij, 39 meer dan de week ervoor.
In welke leeftijdscategorie zijn de meeste besmettingen?
Het virus waart momenteel vooral rond onder jongeren. De meeste besmettingen deden zich de afgelopen week voor onder 20- tot 24-jarigen (8,7 procent van het totaal), gevolgd door 15- tot 19-jarigen (8,1 procent).
Ook veel jonge kinderen werden positief getest: ruim 800 kinderen tussen de 0 en 4 jaar en bijna 3000 van 5 tot en met 9 jaar.
In de laagste leeftijdscategorieën (0 tot en met 12 en 13 tot en met 17 jaar) is de grootste relatieve stijging van het aantal meldingen te zien (resp. 23 en 29 procent). Deze toename hangt volgens het RIVM waarschijnlijk samen met de heropening van het basisonderwijs en de kinderopvang per 3 februari, en het gedeeltelijk heropenen van de scholen in het voortgezet onderwijs per 1 maart.
In de leeftijdsgroep van 70 jaar en ouder nam het aantal positieve coronatesten per 100.000 inwoners het minst toe: met 8 procent in de afgelopen week. Dit is volgens het RIVM gedeeltelijk te verklaren door het vaccinatieprogramma.
Hoe zit het met besmettingen en sterfte in verpleeghuizen?
Terwijl het landelijk aantal besmettingen sinds begin februari toeneemt, nemen de meldingen onder verpleeghuisbewoners alleen maar af. Tijdens de piek halverwege december lag het aantal besmettingen in verpleeghuizen boven de 400 per dag. De afgelopen week ging het om slechts enkele tientallen per dag. Daarnaast daalde het aantal besmette locaties van ruim 850 begin januari naar 250 nu (10 procent van alle verpleeghuislocaties).
Ook de sterfte onder verpleeghuisbewoners is sinds eind december spectaculair gedaald. Overleden er toen zo’n 50, 60 bewoners per dag, de afgelopen week was de dagelijkse sterfte op één hand te tellen.
Heeft deze daling te maken met vaccinatie?
Het RIVM denkt van wel. Bewoners van verpleeghuizen kregen het vaccin van Pfizer. Uit onderzoek van de farmaceut bleek recentelijk dat het vaccin niet alleen voor 97 procent beschermt tegen milde en ernstige klachten en sterfte, maar ook 94 procent van de besmettingen voorkomt.
Toch vinden er nog besmettingen in verpleeghuizen plaats.
Dat klopt. Vaccinatie biedt geen garantie op het voorkomen van een besmetting. Ook is optimale bescherming pas een tot twee weken na de tweede prik bereikt.
Daarnaast laat niet elke verpleeghuisbewoner zich inenten. In veel reformatorische tehuizen is de vaccinatiebereidheid slechts zo’n 50 tot 60 procent, bleek vorige maand uit een rondvraag van Trouw.